Onmiddelijke vertegenw: “in naam en voor rekening van” vb; lastgevingscontract.
Middellijke vertegenw: “in eigen naam” vb; naamleningscontract en commissiecontract.
We gaan het hebben over “in naam en voor rekening van” = onmiddelijke vertegenwoordiging
Bijzonder mandaat: het betreft een bepaalde zaak/zaken/handeling = specifiek, voor een bep geval.
Algemeen mandaat: alle zaken/handelingen betreft = voor alles kunnen vertegenw.
Mandaat in algemene bewoordingen: handeling is niet precies omschreven: vb. Beheer vd financiële
rekening; dat kan gaan over ‘uitschrijven v cheques, ondertekening ervan, afhalen v gelden, …
Uitdrukkelijk mandaat: alle daden dat te maken hebben met eigendom, met beschikking & goederen
te vervreemden, dading te sluiten, met hypotheek te belasten.
‣ Beschikking: handeling waarbij iem controle over bezittingen overdraagt aan iem anders
vb. Verkoop, schenking, testament.
‣ Vervreemden: vestiging v zakelijk recht op goederen: verkopen/verhuren/andere manier
afstaan v eigendom v goederen
Specifieke soorten en onderw
Organieke vertegenw= rechtspers vertegenw door natuurlijke pers.
Prokura-leer= maakt onderscheid tss vertegenwoordigingsmacht en vertgenwoordigingsbevoegdheid
v/e bestuurder. Het onderz of de bestuurder de rechtspersoon kan verbinden en mag verbinden.
Naamlening= contract waarbij de pers (=naamlener) zich ten kosteloze titel/tegen bezoldiging ertoe
verbindt om in naam, maar voor rekening v/e andere pers (=opdrachtgever), waarvan het bestaan
verborgen blijft voor de derde partij, 1/meer meer rechtshandelingen te stellen.
‣ Kosteloze titel: wanneer een partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil
daarvoor geen voordeel krijgt.
‣ Bezoldiging: loon.
Commissiecontract= commissionair is pers die handelt in zijn eigen naam/ onder eigen firma, maar
voor rekening vd committent.
Zorgvolmacht: zie art. 490 oud BW wilsbekwame meerderjarige pers een vertegenwoordiger
aanduiden voor het geval die eerste wilsonbekwaam zou w.
Borgtocht zie art. 2011, 2013 oud BW overeenkomst waarbij iemand zich aansprakelijk stelt voor de
financiële verplichtingen van iemand anders
1.8 §4 = bekrachtiging
Eenzijdige, onherroepelijke, niet-mededelingsplichtige, vormvrije rechtshandeling waarbij retroactief
de ontbrekende toestemming w verleend.
+ retroactief: vertegenwoordigde een nieuw/ruimer geformuleerd lastgevingscontract sluit met
degene die in zijn naam z/buiten vertegenwoordigingsmacht gehandeld heeft.
-> nietige rechtshandeling wordt omgezet in een geldige rechtshandeling.
Voorwaarden (3):
• Wil tot bekrachtiging (moet men bewijzen dat de vertegenwoordigde zich de handeling wilde toe-
eigenen)
• Afwezigheid v wilsgebreken (voldoen aan geldigheidsvereisten contract art. 5.27 BW)
• Bekrachtiging moet met kennis v zaken gedaan zijn (kennis had v het feit dat vertegenwoordiger
zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft overschreden + in welke mate hij het heeft gdn)
, 1.8, §5 = schijnmandaat
= andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht gaan dat de andere bev
was om iets te doen.
Voorwaarden (4)
• Schijnbare vertegenwoordigingsmacht
• Goede trouw van de derde die zich op het schijnmandaat beroept (andere partij kon niet
weten dat die geen vertegenw.macht had)
• Toerekenbaarheid van de handeling aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft
bijgedragen tot opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)
Schijnvertegenwoordiging
= andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht gaan dat de andere bev
was om iets te doen.
Voorwaarden (4)
• Schijn v/ toereikende bev (=er moet schijn bestaan dat hij die bev wel had)
• Goede trouw vd derde die zich op schijnmandaat beroept (derde in die omstandigheden niet kon
weten dat er schijn vd toereikende vertegenw.bev was)
• Toerekenbaarheid vd schijn aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft bijgedragen tot
opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)
Verschil: mandaat gaat over bedrijfsomstandigheden, andere bij vertegenwoordiging.
Mandaat gaat over macht en vertegenw over bevoegdheid !
5.128 - 5.129 = Zaakwaarneming
= pers z daartoe verplicht te zijn, op vrijwillige en nuttige wijze andermans zaak waarneemt,
Rechtshandeling w rechtstreeks toegerekend aan de meester.
‣ Toegerekend: aanrekenen, beschouwen als schuldig aan of verantwoordelijk voor.
Voorwaarden (3)
- Vrijwillig, zonder daartoe verplicht te zijn.
- Nuttig.
- Verzet van de meester van de zaak niet redelijk voorzien (=is de meester daar tegen)
= voldaan dus vergoed w voor alles zie art. 5.132 BW
5.135 - 5.137 = Verrijking zonder oorzaak/ ongerechtvaardige verrijking
Voorwaarden (3):
• er is een verrijking v/e patrimonium met correlatieve verarming v/e ander (voordeel krijgen/
bevrijding v/e last)
• het gaat hier niet om een juridische verrijking (niet uit wet, contract, wil)
• de eiser beschikt niet over een andere vordering (art. 5.136 BW)
= (als twee vergoedingen verschillen) de ongerechtvaardigd verrijkte is aan de verarmde het laagste
bedrag schuldig vd verrijking en verarming (art. 5.137 BW)
‣ Patrimonium: vermogen
Middellijke vertegenw: “in eigen naam” vb; naamleningscontract en commissiecontract.
We gaan het hebben over “in naam en voor rekening van” = onmiddelijke vertegenwoordiging
Bijzonder mandaat: het betreft een bepaalde zaak/zaken/handeling = specifiek, voor een bep geval.
Algemeen mandaat: alle zaken/handelingen betreft = voor alles kunnen vertegenw.
Mandaat in algemene bewoordingen: handeling is niet precies omschreven: vb. Beheer vd financiële
rekening; dat kan gaan over ‘uitschrijven v cheques, ondertekening ervan, afhalen v gelden, …
Uitdrukkelijk mandaat: alle daden dat te maken hebben met eigendom, met beschikking & goederen
te vervreemden, dading te sluiten, met hypotheek te belasten.
‣ Beschikking: handeling waarbij iem controle over bezittingen overdraagt aan iem anders
vb. Verkoop, schenking, testament.
‣ Vervreemden: vestiging v zakelijk recht op goederen: verkopen/verhuren/andere manier
afstaan v eigendom v goederen
Specifieke soorten en onderw
Organieke vertegenw= rechtspers vertegenw door natuurlijke pers.
Prokura-leer= maakt onderscheid tss vertegenwoordigingsmacht en vertgenwoordigingsbevoegdheid
v/e bestuurder. Het onderz of de bestuurder de rechtspersoon kan verbinden en mag verbinden.
Naamlening= contract waarbij de pers (=naamlener) zich ten kosteloze titel/tegen bezoldiging ertoe
verbindt om in naam, maar voor rekening v/e andere pers (=opdrachtgever), waarvan het bestaan
verborgen blijft voor de derde partij, 1/meer meer rechtshandelingen te stellen.
‣ Kosteloze titel: wanneer een partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil
daarvoor geen voordeel krijgt.
‣ Bezoldiging: loon.
Commissiecontract= commissionair is pers die handelt in zijn eigen naam/ onder eigen firma, maar
voor rekening vd committent.
Zorgvolmacht: zie art. 490 oud BW wilsbekwame meerderjarige pers een vertegenwoordiger
aanduiden voor het geval die eerste wilsonbekwaam zou w.
Borgtocht zie art. 2011, 2013 oud BW overeenkomst waarbij iemand zich aansprakelijk stelt voor de
financiële verplichtingen van iemand anders
1.8 §4 = bekrachtiging
Eenzijdige, onherroepelijke, niet-mededelingsplichtige, vormvrije rechtshandeling waarbij retroactief
de ontbrekende toestemming w verleend.
+ retroactief: vertegenwoordigde een nieuw/ruimer geformuleerd lastgevingscontract sluit met
degene die in zijn naam z/buiten vertegenwoordigingsmacht gehandeld heeft.
-> nietige rechtshandeling wordt omgezet in een geldige rechtshandeling.
Voorwaarden (3):
• Wil tot bekrachtiging (moet men bewijzen dat de vertegenwoordigde zich de handeling wilde toe-
eigenen)
• Afwezigheid v wilsgebreken (voldoen aan geldigheidsvereisten contract art. 5.27 BW)
• Bekrachtiging moet met kennis v zaken gedaan zijn (kennis had v het feit dat vertegenwoordiger
zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft overschreden + in welke mate hij het heeft gdn)
, 1.8, §5 = schijnmandaat
= andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht gaan dat de andere bev
was om iets te doen.
Voorwaarden (4)
• Schijnbare vertegenwoordigingsmacht
• Goede trouw van de derde die zich op het schijnmandaat beroept (andere partij kon niet
weten dat die geen vertegenw.macht had)
• Toerekenbaarheid van de handeling aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft
bijgedragen tot opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)
Schijnvertegenwoordiging
= andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht gaan dat de andere bev
was om iets te doen.
Voorwaarden (4)
• Schijn v/ toereikende bev (=er moet schijn bestaan dat hij die bev wel had)
• Goede trouw vd derde die zich op schijnmandaat beroept (derde in die omstandigheden niet kon
weten dat er schijn vd toereikende vertegenw.bev was)
• Toerekenbaarheid vd schijn aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft bijgedragen tot
opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)
Verschil: mandaat gaat over bedrijfsomstandigheden, andere bij vertegenwoordiging.
Mandaat gaat over macht en vertegenw over bevoegdheid !
5.128 - 5.129 = Zaakwaarneming
= pers z daartoe verplicht te zijn, op vrijwillige en nuttige wijze andermans zaak waarneemt,
Rechtshandeling w rechtstreeks toegerekend aan de meester.
‣ Toegerekend: aanrekenen, beschouwen als schuldig aan of verantwoordelijk voor.
Voorwaarden (3)
- Vrijwillig, zonder daartoe verplicht te zijn.
- Nuttig.
- Verzet van de meester van de zaak niet redelijk voorzien (=is de meester daar tegen)
= voldaan dus vergoed w voor alles zie art. 5.132 BW
5.135 - 5.137 = Verrijking zonder oorzaak/ ongerechtvaardige verrijking
Voorwaarden (3):
• er is een verrijking v/e patrimonium met correlatieve verarming v/e ander (voordeel krijgen/
bevrijding v/e last)
• het gaat hier niet om een juridische verrijking (niet uit wet, contract, wil)
• de eiser beschikt niet over een andere vordering (art. 5.136 BW)
= (als twee vergoedingen verschillen) de ongerechtvaardigd verrijkte is aan de verarmde het laagste
bedrag schuldig vd verrijking en verarming (art. 5.137 BW)
‣ Patrimonium: vermogen
