1.1b
Bijeenkomst 7: de bouw, functie, werking en aandoeningen van de
spijsvertering
Leerstof: anatomie en fysiologie H16 en pathologie voor verpleegkundigen H9
1. De organen van het spijsverteringsstelsel noemen en hun belangrijke functies en de
vier lagen van de wand van het spijsverteringsstelsel beschrijven
Functies van het spijsverteringsstelsel:
1. Ingestie (inname voedsel en vocht)
2. Mechanische verwerking
3. Vertering
4. Secretie (van voedingsstoffen)
5. Opname (absorptie)
6. Uitscheiding
Organen van het spijsverteringsstelsel en hun belangrijke functies:
Spijsverteringsorgaan Functie
Mondholte Mechanische bewerking, bevochtiging en voedsel mengen met
speeksel.
Speekselklieren Afgifte van smerende stoffen met enzymen die koolhydraten
afbreken.
Pharynx Spieren stuwen het voedsel de oesophagus in.
Oesophagus Vervoer van voedsel naar de maag
Maag Chemische afbraak van stoffen door zuur en enzymen:
mechanische bewerking via spiercontracties.
Dunne darm Enzymatische vertering en opname van water, organische
substraten, vitaminen en ionen.
Pancreas (alvleesklier) Exocriene cellen geven buffers en verteringsenzymen af.
Endocriene cellen geven hormonen af.
Galblaas Opslag en concentreren van gal (gevormd in de lever).
Lever Afgifte van gal (belangrijk voor vetvertering), opslag van
voedingsstoffen en heeft vele andere vitale functies.
1
, Dikke darm Onttrekking van water en indikken van onverteerbare
materialen in voorbereiding op ontlasting.
4 lagen van de wand van het spijsverteringsstelsel:
Laag 1: mucosa - Binnenbekleding van het spijsverteringskanaal
- Is een slijmvlies
- Bestaat uit epitheel dat wordt bevochtigd door
klierproducten
- Bevat transversale plooien die het oppervlakte vergroten
voor de opname van voedingsstoffen enz. uit het voedsel
- Door contracties van de muscularis mucosae worden de
darmplooien en -vlokken bewogen
- In dunne darm: mucosa vormt de villi (darmvlokken)
Laag 2: submucosa - Bestaat uit los bindweefsel dat onder de spierlaag ligt.
- Bevat grote bloedvaten, lymfevaten en een netwerk van
zenuwvezels, sensibele neuronen en parasympatische
motorische neuronen
- Zenuwweefsel is betrokken bij het reguleren en
coördineren van samentrekkingen van het gladde
spierweefsel en bij de klierproductie van de
spijsverteringsklieren
Laag 3: Muscularis externa - Laag van gladde spiercellen die is opgedeeld in een
binnenste laag van kringspieren en een buitenste laag van
lengtespieren.
- Contractie van deze spier zorgt voor beweging van stoffen
in en door het spijsverteringskanaal
- Contractieactiviteiten worden gereguleerd door een
neuraal netwerk (plexus myentericus) die tussen de kring-
en lengtespieren in ligt
Laag 4: Serosa - Sereus membraan
- Bekleedt het binnenste oppervlak van de lichaamswand
- De mesenteria (dubbele lagen sereus membraan die uit
het pariëtale en viscerale peritoneum bestaan) houden de
aangehechte organen op hun plaats en voorkomen dat de
darmen tijdens de bewegingen van de spijsvertering of bij
plotselinge veranderingen van de lichaamshouding in de
war raken.
Functies van de bekleding van het spijsverteringskanaal:
- Beschermt omringende weefsels tegen slijtage als gevolg van zuren en enzymen
- Fysieke belasting → schuren
- Bacteriën die met het voedsel worden ingeslikt
2