Jongste kleuters
De 3 verschillende ontwikkelingsgebieden
1. Motorische ontwikkeling
De bewegingen worden onbeheerst uitgevoerd. Het evenwicht bewaren is nog moeilijk. De voeten
worden breed geplaatst op heuphoogte. Geef ze veel uitdagende evenwichtssituaties. De
locomotorische vaardigheden zijn ze nog volop aan het ontdekken (klimmen, klauteren, springen,
2. Fysieke ontwikkeling
Het bewegingstempo ligt lager (snelheid).
Jaag peuters niet op. Daag ze wel uit om veel en gevarieerd te bewegen.
De reactiesnelheid en het remvermogen zijn nog zwak. Peuters reageren traag op signalen en ze
kunnen moeilijk een beweging stoppen die aan de gang is.
Peuters bewegen kort maar zeer intens.
De peuter gaat even zitten als hij moe is en kan dus nooit lang aan een stuk intens bewegen.
3. Dynamisch-affectieve ontwikkeling
Peuters zoeken nog veel geborgenheid bij de leerkracht. Het kan zijn dat sommige peuters de
hele tijd in de buurt van de leerkracht beweegt. Hier is uiteraard niets mis mee. De keluters spelen
graag alleen.Samen spelen lukt soms als de leerkracht meedoet. Vb weglopen, iets verstoppen,
Exploreren betekent het verkennen, bestuderen en onderzoeken van nieuwe materialen.
- Het kind zal voorzichtig uitproberen wat het allemaal kan.
- Hoe jonger de kinderen hoe meer ze exploreren.
- Aan het begin van de les moet je kinderen voldoende tijd geven om te exploreren. Daarna kan je
mogelijkheden laten zien en ontdek je samen het materiaal.
Van zodra de nieuwe situatie vertrouwd is schakelt hij over naar experimenteren. Hij gaat nu
uitproberen en zoeken.
- Pas als de kinderen de vaardigheid helemaal onder de knie willen krijgen zullen ze gaan
oefenen.
Nabootsingsgedrag
- Peuters leren veel door anderen (leerkracht en kinderen) na te doen.
- Zelf meedoen en het goede voorbeeld geven is dus heel belangrijk.
- Peuters houden ook van imiteren.
- Nabootsen is belangrijk.
Spelen
- Een spel met duidelijke regels kan moeilijk zijn.
- Voor de jongste kleuters is het al heel leuk als de leerkracht hen komt vangen en ze
moeten gaan lopen voor de leerkracht.
Best werken in golven
- Niet weten hoe ze in een rij achter elkaar moeten gaan staan.
- Bewegen op een vaste rij lukt ook nog helemaal niet.
- Beste werkvorm is een klassikale les.
Geen vaste opstelling en niks afbakenen
De 3 verschillende ontwikkelingsgebieden
1. Motorische ontwikkeling
De bewegingen worden onbeheerst uitgevoerd. Het evenwicht bewaren is nog moeilijk. De voeten
worden breed geplaatst op heuphoogte. Geef ze veel uitdagende evenwichtssituaties. De
locomotorische vaardigheden zijn ze nog volop aan het ontdekken (klimmen, klauteren, springen,
2. Fysieke ontwikkeling
Het bewegingstempo ligt lager (snelheid).
Jaag peuters niet op. Daag ze wel uit om veel en gevarieerd te bewegen.
De reactiesnelheid en het remvermogen zijn nog zwak. Peuters reageren traag op signalen en ze
kunnen moeilijk een beweging stoppen die aan de gang is.
Peuters bewegen kort maar zeer intens.
De peuter gaat even zitten als hij moe is en kan dus nooit lang aan een stuk intens bewegen.
3. Dynamisch-affectieve ontwikkeling
Peuters zoeken nog veel geborgenheid bij de leerkracht. Het kan zijn dat sommige peuters de
hele tijd in de buurt van de leerkracht beweegt. Hier is uiteraard niets mis mee. De keluters spelen
graag alleen.Samen spelen lukt soms als de leerkracht meedoet. Vb weglopen, iets verstoppen,
Exploreren betekent het verkennen, bestuderen en onderzoeken van nieuwe materialen.
- Het kind zal voorzichtig uitproberen wat het allemaal kan.
- Hoe jonger de kinderen hoe meer ze exploreren.
- Aan het begin van de les moet je kinderen voldoende tijd geven om te exploreren. Daarna kan je
mogelijkheden laten zien en ontdek je samen het materiaal.
Van zodra de nieuwe situatie vertrouwd is schakelt hij over naar experimenteren. Hij gaat nu
uitproberen en zoeken.
- Pas als de kinderen de vaardigheid helemaal onder de knie willen krijgen zullen ze gaan
oefenen.
Nabootsingsgedrag
- Peuters leren veel door anderen (leerkracht en kinderen) na te doen.
- Zelf meedoen en het goede voorbeeld geven is dus heel belangrijk.
- Peuters houden ook van imiteren.
- Nabootsen is belangrijk.
Spelen
- Een spel met duidelijke regels kan moeilijk zijn.
- Voor de jongste kleuters is het al heel leuk als de leerkracht hen komt vangen en ze
moeten gaan lopen voor de leerkracht.
Best werken in golven
- Niet weten hoe ze in een rij achter elkaar moeten gaan staan.
- Bewegen op een vaste rij lukt ook nog helemaal niet.
- Beste werkvorm is een klassikale les.
Geen vaste opstelling en niks afbakenen