Casus 4.1 Mw. Terbeeke
• de algemene naamgeving naar oorsprong van en de typische verschillen tussen
goed- en kwaadaardige tumoren benoemen.
Apoptose: als fouten in het DNA niet gerepareerd kunnen worden zorgt de cel zelf
dat de cel kapotgaat.
Tumor: ontstaan door ongeremde celdeling.
Benigne: tumor is goedaardig, kan tot symptomen en uitval leiden door de plek in het
lichaam.
Maligne: kwaadaardig.
Oncogeen: ontspoorde proto-oncogenen, beginnende kankercellen
Adeno: klierweefsel
Chondro: kraakbeencellen
Erytro: rode bloedcellen
Hepato: levercellen
Lipo: vetcellen
Lympho: lymfocyten
Melano: pigmentcellen
Myelo: beenmergcellen
Myo: spierweefsel
Sarco: bindweefsel
Osteo: Botweefsel
Eindigd op oom: goedaardig
Eindigd op sarcoom of carcinoom: kanker
Solide tumoren: sarcomen en carcinomen, abnormaal weefsel zonder kysten of vocht
Lichte dysplasie: tumorcellen vertonen grotendeels normale kenmerken, moedercel is
nog herkenbaar
Anaplasie: moedercel niet herkenbaar, normale kenmerken verloren.
• de termen ‘goed gedifferentieerd’ en ‘slecht gedifferentieerd’ uitleggen.
Goed gedifferentieerde kanker is kanker die veel cellen bevat die zich niet meer delen.
Dit zijn kankers die langzaam groeien. Hier tegenover staan de slecht
gedifferentieerde kankers, die veel cellen bevatten die zich delen.
, • de definitie geven van carcinogenen en verschillende carcinogenen en
risicofactoren voor het ontstaan van kanker benoemen.
Definitie carcinogenen: factoren buiten het lichaam die kankerverwekkend zijn.
Kunnen kwaadaardige veranderingen veroorzaken in cellen door hun DNA
onomkeerbaar te veranderen.
- Chemische carcinogenen:
o Sigarettenrook
o Anilinekleurstoffen
o Asbest
- Ioniserende straling
o Röntgenstraling
o Uv-straling
o Radioactieve isotopen
o Omgevingsstraling
- Oncogene virussen en bacteriën: dringen cellen binnen → DNA/RNA gaat op
gastheercel → mutaties
- Gastheerfactoren: individuele eigenschappen (leeftijd, leefstijl etc.)
Risicofactoren:
- leeftijd, doordat cellen vaker zijn gedeeld
- immuunsysteem
- erfelijke factoren
- chronische ontstekingen
• de verschillende vormen van verspreiding van tumoren benoemen.
- Hematogeen
- Lymfogeen: tumoren in nabijgelegen lymfeklieren
- Plaatselijke infiltratie
- Lichaamsholtes: tumor treedt door wand van een holte
• Uitleggen hoe een verminderde immuniteit bij veroudering het risico op kanker
kan verhogen.
Bij een verminderde afweer worden afwijkende cellen minder goed herkend en
afgebroken.
• De algemene symptomen van kanker benoemen en verklaren.
- Vermoeidheid
o Anemie door tumor of behandeling
o Psychosociale factoren: angst, verdriet
- Gewichtsverlies: cachexie (extreem mager in terminale fase)
o Verminderde voedselinname doordat slikken pijnlijk is door bijwerking
of tumor
o Vermoeidheid
o Verminderde eetlust
o Meer energieverbruik: door verhoogd metabolisme van tumor
- Pijn
o Door tumor, invasieve groei, druk op weefsels, littekens na operatie,
weefselbeschadiging door chemo- en radiotherapie.
• de algemene naamgeving naar oorsprong van en de typische verschillen tussen
goed- en kwaadaardige tumoren benoemen.
Apoptose: als fouten in het DNA niet gerepareerd kunnen worden zorgt de cel zelf
dat de cel kapotgaat.
Tumor: ontstaan door ongeremde celdeling.
Benigne: tumor is goedaardig, kan tot symptomen en uitval leiden door de plek in het
lichaam.
Maligne: kwaadaardig.
Oncogeen: ontspoorde proto-oncogenen, beginnende kankercellen
Adeno: klierweefsel
Chondro: kraakbeencellen
Erytro: rode bloedcellen
Hepato: levercellen
Lipo: vetcellen
Lympho: lymfocyten
Melano: pigmentcellen
Myelo: beenmergcellen
Myo: spierweefsel
Sarco: bindweefsel
Osteo: Botweefsel
Eindigd op oom: goedaardig
Eindigd op sarcoom of carcinoom: kanker
Solide tumoren: sarcomen en carcinomen, abnormaal weefsel zonder kysten of vocht
Lichte dysplasie: tumorcellen vertonen grotendeels normale kenmerken, moedercel is
nog herkenbaar
Anaplasie: moedercel niet herkenbaar, normale kenmerken verloren.
• de termen ‘goed gedifferentieerd’ en ‘slecht gedifferentieerd’ uitleggen.
Goed gedifferentieerde kanker is kanker die veel cellen bevat die zich niet meer delen.
Dit zijn kankers die langzaam groeien. Hier tegenover staan de slecht
gedifferentieerde kankers, die veel cellen bevatten die zich delen.
, • de definitie geven van carcinogenen en verschillende carcinogenen en
risicofactoren voor het ontstaan van kanker benoemen.
Definitie carcinogenen: factoren buiten het lichaam die kankerverwekkend zijn.
Kunnen kwaadaardige veranderingen veroorzaken in cellen door hun DNA
onomkeerbaar te veranderen.
- Chemische carcinogenen:
o Sigarettenrook
o Anilinekleurstoffen
o Asbest
- Ioniserende straling
o Röntgenstraling
o Uv-straling
o Radioactieve isotopen
o Omgevingsstraling
- Oncogene virussen en bacteriën: dringen cellen binnen → DNA/RNA gaat op
gastheercel → mutaties
- Gastheerfactoren: individuele eigenschappen (leeftijd, leefstijl etc.)
Risicofactoren:
- leeftijd, doordat cellen vaker zijn gedeeld
- immuunsysteem
- erfelijke factoren
- chronische ontstekingen
• de verschillende vormen van verspreiding van tumoren benoemen.
- Hematogeen
- Lymfogeen: tumoren in nabijgelegen lymfeklieren
- Plaatselijke infiltratie
- Lichaamsholtes: tumor treedt door wand van een holte
• Uitleggen hoe een verminderde immuniteit bij veroudering het risico op kanker
kan verhogen.
Bij een verminderde afweer worden afwijkende cellen minder goed herkend en
afgebroken.
• De algemene symptomen van kanker benoemen en verklaren.
- Vermoeidheid
o Anemie door tumor of behandeling
o Psychosociale factoren: angst, verdriet
- Gewichtsverlies: cachexie (extreem mager in terminale fase)
o Verminderde voedselinname doordat slikken pijnlijk is door bijwerking
of tumor
o Vermoeidheid
o Verminderde eetlust
o Meer energieverbruik: door verhoogd metabolisme van tumor
- Pijn
o Door tumor, invasieve groei, druk op weefsels, littekens na operatie,
weefselbeschadiging door chemo- en radiotherapie.