Hoofdstuk 6
Doelen:
- Maatschappelijk functioneren
- Voorbereiding vervolgonderwijs
- Vakspecifieke doelen (bijv. probleemoplossend vermogen)
5 domeinen:
- Getallen
- Verhoudingen
- Meten
- Meetkunde
- Verbanden
Gecijferdheid: adequaat kunnen handelen en redeneren in (alledaagse) situaties waarin getallen,
getalsmatige, meetkundige en wiskundige aspecten een rol spelen. Dit bestaat uit zowel functionele
als professionele gecijferdheid.
Professionele gecijferdheid: benodigde reken-wiskundige kennis en vaardigheden voor een beroep.
Een gecijferd persoon:
- Kan schatten, hoofdrekenen en cijferen, een rekenmachine gebruiken en een passende
keuze tussen deze rekenvormen
- Kan wiskundetaal correct en adequaat gebruiken
- Kan betekenis geven aan getallen, bewerkingen, maten en het metriek stelsel
- Kan redeneren / rekenen met kansen, grote – en zeer kleine getallen
- Beschikt over referentiematen en – getallen voor het doen van schattingen
- Weet fouten / gemanipuleer met getalsmatige informatie in bijv. nieuwsmedia te herkennen
en ontmaskeren.
Leerlijnen: geven informatie over doelen per leerjaar en aanwijzingen om deze te berekenen
(uitgewerkt in reken-wiskundemethodes)
Doelen vanuit de overheid:
- Kerndoelen
- Referentiekader: meer gedetailleerde beschrijving van de leerinhouden, bijv. wat moeten ze
weten / kunnen / begrijpen op 12-, 16- en 18-jarige leeftijd.
Aanbodverplichting; scholen zijn verplicht de inhoud van de kerndoelen aan te bieden.
Opbrengstverplichting: scholen moeten laten zien dat ze de doelen behalen met hun leerlingen.