Een definitie van ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie blikt terug: als ik wil begrijpen wie ik ben en waarom ik de dingen doe die
ik doe, dan wil ik iets te weten komen over mijn voorgeschiedenis.
Ontwikkelen: het doorlopen van een reeks toestanden.
Van sommige reeksen kennen we het begin- en eindpunt (bijv. bouw van een woning), van andere
ontwikkelingen is het eindpunt onbekend.
Kenmerken:
- Verandering: Om van de ene toestand in een andere te geraken.
- Ontwikkeling: Getrapt proces, waarin elke volgende trede voor een hoger niveau staat.
- Rijping: Verandering en vooruitgang op twee niveaus:
Van klein naar groot (groei)
Van eenvoudig naar complex (differentiatie)
- Differentiatie
- Leren: Verwerven van kennis en vaardigheden op basis van ervaring. Die ervaring
doen we op door actief in contact te treden met onze omgeving.
Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van
differentiatie en functioneren leiden.
Alleen in de kinderjaren leiden deze door de combinatie rijping en leren tot een steeds hoger niveau
van functioneren. Deze levensfase eindigt met het bereiken van volwassenheid.
Ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met twee fundamentele kwesties:
- Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun ontwikkeling?
- Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand naar de
volgende?
Met andere woorden: we willen ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren.
Kinder- en jeugdjaren
We onderscheiden:
- Babyperiode (0 – 12 maanden)
- Peuterperiode (1 – 4 jaar)
- Kleuterperiode (4 – 6 jaar)
- Schoolperiode (6 – 12 jaar)
- Adolescentie (12 – 18 jaar)