1. Wat is een belangrijk verschil tussen ‘cultuurrecht’ zoals dat door Cliteur en
Ellian wordt gepresenteerd in A new introduction to jurisprudence en het
natuurrecht?
a. Het natuurrecht is in de Nederlandse Grondwet vastgelegd en het
cultuurrecht niet.
b. Het natuurrecht wordt gekenmerkt door causale wetmatigheden en het
cultuurrecht niet.
c. Het natuurrecht is gebaseerd op metafysische beginselen en het cultuurrecht
niet.
d. Het natuurrecht kent concrete geboden en het cultuurrecht niet.
2. Welk van de onderstaande stellingen is juist? Het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens kent
a. een inquisitoire procedure.
b. een accusatoire procedure.
c. een requisitoire procedure.
d. een anticipatoire procedure.
3. Het Harmonisatiewetarrest heeft in het bijzonder relevantie voor de
staatsrechtelijke verhouding tussen
a. de rechter en de internationale rechtsorde.
b. de rechter en de wetgever.
c. de wetgever en ongeschreven rechtsbeginselen.
d. de wetgever en de internationale rechtsorde.
4. Welk van de onderstaande stellingen wordt verdedigd door de Franse
filosoof Claude Lefort?
a. In de democratie is de plaats van de macht symbolisch leeg.
b. De democratie veronderstelt een coalitie tussen macht en kennis.
c. In de rechtsstaat is de plaats van de macht symbolisch leeg.
d. De rechtsstaat veronderstelt een coalitie tussen macht en kennis.
5. Welk van de onderstaande beginselen behoort niet tot de beginselen van de
Nederlandse rechtsstaat?