Aantekeningen + kennisclips AVV blok 4
1.7 werkcollege: onderzoeksopzet
Aantekeningen
Soorten onderzoek designs
- Het kiezen van een design voor je onderzoek doe je op basis van je exacte
probleemstelling, je conceptuele model, maar ook praktische zaken zoals het budget
en de tijd die beschikbaar is voor je studie.
,Onderzoek cyclus:
- Empirische cyclus
- Onderzoeksvraag: wata is het dat je wil onderzoeken?
- Onderzoek ontwerp: hoe ga je antwoord geven op je onderzoeksvraag>
Onderzoeksontwerp oftewel design:
- Structuur van onderzoek:
• Hoe ga je je onderzoek uitvoeren om antwoord te geven op de
onderzoeksvraag/probleemstelling
- Omvat:
• Doelgroep
• Conceptueel model:
1. Afhankelijke variabele
2. Onafhankelijke variabelen
3. Relaties tussen alle variabelen
• Onderzoekshypothese (H0 en Ha)
• Onderzoeksopzet
• Steekproef (type en omvang)
• Meetmethode en meetinstrumenten
• Analysemethoden
Type onderzoeksopzet:
Hoe kies je je onderzoeksopzet?
- Probleemstelling → wat is je onderzoeksvraag
- Conceptueel model: een model dat je van tevoren maakt, waar je je uitkomst van je
onderzoek zet en ook al je variabelen die je gaat onderzoeken → samenstellen op
basis van:
• Theorie → zijn er al theorieën gemaakt
, • Experts → welke experts zijn er op het gebied van wat je wil onderzoeken
• Eigen hypothese → welke hypothese kan je stellen
Voorbeeld conceptueel model:
Hoe kies je je onderzoeksopzet?
- Probleemstelling
- Conceptueel model
- Praktische omstandigheden zoals budget en tijd → bijna nooit genoeg tijd
- Helaas: opzet is bijna nooit alleen op basis van voorkeur van onderzoeker
- Bijna altijd: een onderzoeksdesign superieur door combinatie probleemstelling,
conceptueel model, praktische omstandigheden
Experimenteel onderzoek: kenmerken
- Groter dan om gelijk aan 1 experimentele interventie (opzettelijke manipulatie)
vergeleken met groter dan of gelijk aan 1 controle interventie (contrast) → er is een
interventie bij de ene groep en bij de andere groep niet
• Voorbeeld: nieuw rode pil tegen hoofdpijn
- Deelnemers worden toegewezen aan experimentele OF controlegroep, nooit in
allebei tegelijk
- 2 typen toewijzing:
• Willekeurig/toeval: RCT (randomised controlled trial) → wel randomisatie
• Niet willekeurig: quasi-experiment → geen randomisatie
, Model van een RCT:
- Je trekt een steekproef → mensen die mee willen doen randomiseren → willekeurig
verdelen over de experimentele groep en controlegroep → ene groep pas je wel een
interventie toe en de andere niet → uitkomsten meten
Randomisatie:
- Belangrijk: de groepen die je maakt zijn gelijk → causale uitspraak maken
- Enige verschil is de interventie tussen de twee groepen
R of X; probleem? Quais-experiment
- De mensen die willen meedoen, ga je niet randomiseren, maar je gaat kijken naar de
karakteristieken binnen de populatie en aan de hand daarvan de mensen toewijzen
aan de controlegroep en experimentele groep
- Geen randomisatie = geen causaal verband aantonen → soms is het beste wat je kan
doen → als het ethisch niet verantwoordelijk is, goed om dit te doen
Observationeel kwantitatief onderzoek:
- Elke vorm van onderzoek waarbij determinanten en/of uitkomsten worden gemeten
(geobserveerd) zonder enige vorm van interventie
- Verschillende vormen:
• Case control studie (uitkomst > determinant) → beginnen bij uitkomst
• Cross-sectioneel transversaal dwarsdoorsnee onderzoek (uitkomst en
determinant)
• Longitudinaal follow-up onderzoek (determinant > uitkomst) → beginnen bij
de determinant
1.7 werkcollege: onderzoeksopzet
Aantekeningen
Soorten onderzoek designs
- Het kiezen van een design voor je onderzoek doe je op basis van je exacte
probleemstelling, je conceptuele model, maar ook praktische zaken zoals het budget
en de tijd die beschikbaar is voor je studie.
,Onderzoek cyclus:
- Empirische cyclus
- Onderzoeksvraag: wata is het dat je wil onderzoeken?
- Onderzoek ontwerp: hoe ga je antwoord geven op je onderzoeksvraag>
Onderzoeksontwerp oftewel design:
- Structuur van onderzoek:
• Hoe ga je je onderzoek uitvoeren om antwoord te geven op de
onderzoeksvraag/probleemstelling
- Omvat:
• Doelgroep
• Conceptueel model:
1. Afhankelijke variabele
2. Onafhankelijke variabelen
3. Relaties tussen alle variabelen
• Onderzoekshypothese (H0 en Ha)
• Onderzoeksopzet
• Steekproef (type en omvang)
• Meetmethode en meetinstrumenten
• Analysemethoden
Type onderzoeksopzet:
Hoe kies je je onderzoeksopzet?
- Probleemstelling → wat is je onderzoeksvraag
- Conceptueel model: een model dat je van tevoren maakt, waar je je uitkomst van je
onderzoek zet en ook al je variabelen die je gaat onderzoeken → samenstellen op
basis van:
• Theorie → zijn er al theorieën gemaakt
, • Experts → welke experts zijn er op het gebied van wat je wil onderzoeken
• Eigen hypothese → welke hypothese kan je stellen
Voorbeeld conceptueel model:
Hoe kies je je onderzoeksopzet?
- Probleemstelling
- Conceptueel model
- Praktische omstandigheden zoals budget en tijd → bijna nooit genoeg tijd
- Helaas: opzet is bijna nooit alleen op basis van voorkeur van onderzoeker
- Bijna altijd: een onderzoeksdesign superieur door combinatie probleemstelling,
conceptueel model, praktische omstandigheden
Experimenteel onderzoek: kenmerken
- Groter dan om gelijk aan 1 experimentele interventie (opzettelijke manipulatie)
vergeleken met groter dan of gelijk aan 1 controle interventie (contrast) → er is een
interventie bij de ene groep en bij de andere groep niet
• Voorbeeld: nieuw rode pil tegen hoofdpijn
- Deelnemers worden toegewezen aan experimentele OF controlegroep, nooit in
allebei tegelijk
- 2 typen toewijzing:
• Willekeurig/toeval: RCT (randomised controlled trial) → wel randomisatie
• Niet willekeurig: quasi-experiment → geen randomisatie
, Model van een RCT:
- Je trekt een steekproef → mensen die mee willen doen randomiseren → willekeurig
verdelen over de experimentele groep en controlegroep → ene groep pas je wel een
interventie toe en de andere niet → uitkomsten meten
Randomisatie:
- Belangrijk: de groepen die je maakt zijn gelijk → causale uitspraak maken
- Enige verschil is de interventie tussen de twee groepen
R of X; probleem? Quais-experiment
- De mensen die willen meedoen, ga je niet randomiseren, maar je gaat kijken naar de
karakteristieken binnen de populatie en aan de hand daarvan de mensen toewijzen
aan de controlegroep en experimentele groep
- Geen randomisatie = geen causaal verband aantonen → soms is het beste wat je kan
doen → als het ethisch niet verantwoordelijk is, goed om dit te doen
Observationeel kwantitatief onderzoek:
- Elke vorm van onderzoek waarbij determinanten en/of uitkomsten worden gemeten
(geobserveerd) zonder enige vorm van interventie
- Verschillende vormen:
• Case control studie (uitkomst > determinant) → beginnen bij uitkomst
• Cross-sectioneel transversaal dwarsdoorsnee onderzoek (uitkomst en
determinant)
• Longitudinaal follow-up onderzoek (determinant > uitkomst) → beginnen bij
de determinant
