Probleemstellingen + brainstorm:
1. Heeft voeding en beweging invloed op je lengte?
- voedingsstoffen (calcium) die de botopbouw stimuleren osteoblasten + osteoclasten
2. Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij kinderen en wat heeft daar invloed op?
Leerdoelen:
1. Hoe werkt de botopbouw in relatie met groei? (groeischijven etc.)
2. Hoe beïnvloedt voeding de lengtegroei?
3. Hoe beïnvloedt beweging de lengtegroei?
4. Wat is de invloed van hormonen op de lengtegroei?
5. Voedings- en bewegingsvoorschriften voorschrijven voor ouders voor hun kinderen
6. Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij kinderen?
7. Wat is de rol van ouders bij de motorische ontwikkeling? wat kunnen zij doen
Uitwerking:
1. Hoe werkt de botopbouw in relatie met groei? (groeischijven etc.)
Botgroei verloopt via twee mechanismen:
- Endesmale ossificatie: beenvorming vanuit de omliggende bindweefsels (in embryonale fase)
kleine en platte beenderen
- Enchondrale ossifcatie: beenvorming vanuit kraakbeen (na de geboorte) pijpbeenderen in lengte
De lengtegroei stopt ongeveer na het verbenen van de epifysaire schijven tussen twee
pijpbeenderen in, zorgt ervoor dat de pijpbeenderen kunnen groeien.
Botvorming heeft energiebronnen nodig maar ook aminozuren en de mineralen die botten vormen
(Ca, P, Mg, Zn) en andere ionen en vitaminen die betrokken zijn bij kristal en collageen vorming,
kraakbeen en botmetabolisme en/of Ca en fosfaat metabolisme.
Net na de geboorte en in de kindertijd groeien de botten veel, en dan met name de lange beenderen
zoals armen en benen. In de puberteit wordt de groei van de appendiculaire (lange) beenderen wat
langzamer en groeit het axiale skelet (de stam) juist sneller.
Botgezondheid wil zeggen dat men een laag risico heeft op de drie meest voorkomende botziektes:
(1) dwerggroei, (2) rachitis en osteomalacie, en (3) osteoporose en kwetsbare botten (botbreuken).
Carlijn:
- De groei van de botten vindt plaats in de uiteinden van de botten, in de groeischijven (epifyseschijf).
In de groeischijven zitten kraakbeencellen die zich vermeerderen en veranderen in botcellen
waardoor het bot uiteindelijk groeit. (ossificatie)
- In de groeischijven wordt dus ook steeds het nieuwe kraakbeen gevormd. Dit komt doordat de
kraakbeencellen zich delen. Het bot groeit doordat de gevormde kraakbeencellen het bot naar
buiten duwt waardoor er weer ruimte is om nieuwe kraakbeencellen te maken enzovoorts. De oude
kraakbeencellen die naar buiten geduwd worden veranderen dan uiteindelijk in het bot.
- Na een aantal delingen worden de kraakbeencellen, uitgerijpte kraakbeencellen hypertrofische
chondrocyten.
- Matrix een belangrijke stof die bijdraagt aan de opbouw van het bot
- Een jong pasgeboren kind heeft nog niet zoveel botten als een volwassen mens maar vooral veel
kraakbeen. Dit is buigzaam en uiteindelijk verbeend dit waardoor er meerdere botten ontstaan
- Na een tijd verbenen de groeischijven. Ze worden dunner en groeien uiteindelijk dicht. Hierna is
1. Heeft voeding en beweging invloed op je lengte?
- voedingsstoffen (calcium) die de botopbouw stimuleren osteoblasten + osteoclasten
2. Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij kinderen en wat heeft daar invloed op?
Leerdoelen:
1. Hoe werkt de botopbouw in relatie met groei? (groeischijven etc.)
2. Hoe beïnvloedt voeding de lengtegroei?
3. Hoe beïnvloedt beweging de lengtegroei?
4. Wat is de invloed van hormonen op de lengtegroei?
5. Voedings- en bewegingsvoorschriften voorschrijven voor ouders voor hun kinderen
6. Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij kinderen?
7. Wat is de rol van ouders bij de motorische ontwikkeling? wat kunnen zij doen
Uitwerking:
1. Hoe werkt de botopbouw in relatie met groei? (groeischijven etc.)
Botgroei verloopt via twee mechanismen:
- Endesmale ossificatie: beenvorming vanuit de omliggende bindweefsels (in embryonale fase)
kleine en platte beenderen
- Enchondrale ossifcatie: beenvorming vanuit kraakbeen (na de geboorte) pijpbeenderen in lengte
De lengtegroei stopt ongeveer na het verbenen van de epifysaire schijven tussen twee
pijpbeenderen in, zorgt ervoor dat de pijpbeenderen kunnen groeien.
Botvorming heeft energiebronnen nodig maar ook aminozuren en de mineralen die botten vormen
(Ca, P, Mg, Zn) en andere ionen en vitaminen die betrokken zijn bij kristal en collageen vorming,
kraakbeen en botmetabolisme en/of Ca en fosfaat metabolisme.
Net na de geboorte en in de kindertijd groeien de botten veel, en dan met name de lange beenderen
zoals armen en benen. In de puberteit wordt de groei van de appendiculaire (lange) beenderen wat
langzamer en groeit het axiale skelet (de stam) juist sneller.
Botgezondheid wil zeggen dat men een laag risico heeft op de drie meest voorkomende botziektes:
(1) dwerggroei, (2) rachitis en osteomalacie, en (3) osteoporose en kwetsbare botten (botbreuken).
Carlijn:
- De groei van de botten vindt plaats in de uiteinden van de botten, in de groeischijven (epifyseschijf).
In de groeischijven zitten kraakbeencellen die zich vermeerderen en veranderen in botcellen
waardoor het bot uiteindelijk groeit. (ossificatie)
- In de groeischijven wordt dus ook steeds het nieuwe kraakbeen gevormd. Dit komt doordat de
kraakbeencellen zich delen. Het bot groeit doordat de gevormde kraakbeencellen het bot naar
buiten duwt waardoor er weer ruimte is om nieuwe kraakbeencellen te maken enzovoorts. De oude
kraakbeencellen die naar buiten geduwd worden veranderen dan uiteindelijk in het bot.
- Na een aantal delingen worden de kraakbeencellen, uitgerijpte kraakbeencellen hypertrofische
chondrocyten.
- Matrix een belangrijke stof die bijdraagt aan de opbouw van het bot
- Een jong pasgeboren kind heeft nog niet zoveel botten als een volwassen mens maar vooral veel
kraakbeen. Dit is buigzaam en uiteindelijk verbeend dit waardoor er meerdere botten ontstaan
- Na een tijd verbenen de groeischijven. Ze worden dunner en groeien uiteindelijk dicht. Hierna is