Milieuchemie en veiligheid samenvatting:
DEEL 1: WATER
1 Watercyclus:
Q Oppervlaktewater zal verdampen, een deel hiervan valt als neerslag terug, het
andere deel blijft in de atmosfeer aanwezig en verplaatst door luchtstromingen
Q Als de lucht afkoelt zal de waterdamp door condensatie als druppels vrijkomen, deze
vallen als neerslag en worden grondwater
Q Evaporatie = verdamping van het water boven of aan het aardoppervlak
Q Condensatie = overgang van gas- of dampvorm naar vloeistof, omgekeerde van
verdampen
Q Precipitatie = vorming van neerslag
Q Planten nemen grondwater op via hun wortels in de grond
Q Infiltratie = een slot dat tijdelijk het water bijhoudt voor het wordt opgenomen in de
grond
Q Percolatie = de neerwaartse beweging van water in de onverzadigde zone van de
bodem
Q Transpiratie = de afgifte van waterdamp door planten aan de atmosfeer
Q Depositie = het neerslaan van minerale stoffen en gassen op een vaste ondergrond
Q Sublimatie = vervluchtigen, van vast stof rechtstreeks naar gasvorm
2 Verontreinigende stoffen in water:
Zuurstofverbruikende stoffen
Q Worden in water door zuurstof geoxideerd, de hoeveelheid opgeloste zuurstof daalt
Q Organische koolstofverbindingen: koolhydraten en vetten
Q Ammoniumverbindingen en organische stikstofverbindingen zoals eiwitten
Q Anorganische reduceerbare stoffen zoals sulfieten, Fe (2)-zouten en nitrieten
Nutriënten (vnl afkomstig van)
Q Huishoudelijk afvalwater
Q Bedrijven waar dieren worden gekweekt
Q Chemische meststoffen
Q Zure regen (nitraat)
Q Detergenten (fosfaat)
Zouten
Q Komen in afvalwater door oplossing van gesteenten en afspoelen van wegen in de
winter (strooizout)
Q Water wordt corrosiever door verhoogd zoutgehalte
Zuren en basen
Q Vnl afkomstig van de industrie
Q Meestal schadelijk voor levende organismen en zijn corrosief
, Weinig oplosbare stoffen
Q Kunnen in waterlopen slibbanken of drijflagen vormen
Q Drijflagen belemmeren opname zuurstof uit de lucht
Zware metalen
Q Term wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar toxische metalen
Q Vb. As, Cd, Hg, Pb, Zn en Sr; zijn vnl afkomstig van industrieel afval
Oppervlakte actieve stoffen
Q Doen schuimontwikkeling ontstaan, die beluchting van water tegengaat
Organische micropolluenten
Q Naam komt omdat ze vaak in lage concentraties voorkomen
Q Volgende organische micropolluenten in waterlopen/grondwater:
o Vluchtige organische stoffen (VOS)
o Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)
o Polygechloreerde bifenylen (PCB’s)
o Pesticiden
Q Afkomstig van industriële lozingen vd landbouw
Q VOS:
o Gebruikt als solventen in industriële processen, sommigen zijn carcinogeen
o Door vluchtigheid w ze in oppervlaktewater zelfden aangetroffen in hoge
concentraties
Pathogenen:
Q Bacteriën: verantwoordelijk voor cholera, dysenterie en tyfus
Q Virussen: verantwoordelijk voor infectieuze hepatitis en poliomyelitis
Q Protozoa: veroorzaken dysenterie
Thermische verontreiniging
Q Lozen van opgewarmd water kan zorgen dat lokale ecosysteem niet acclimatiseert,
zodat sommige organismen afsterven
Q Als T stijgt wordt het moeilijker voor aquatische organismen om aan voldoende O2 te
geraken:
o Snelheid van metabolisme stijgt met T waardoor meer O2 is vereist door
organismen en O2 dus sneller wordt gebruikt
o Koelwater bevat meestal weinig zuurstof
3 Milieucrisissen:
Deadzones
Q = een gebied in een oceaan of meer waar te weinig zuurstof is voor het bestaan van
leven in deze wateren (= hypoxisch)
Q Oorzaken:
o Hoge concentratie nutriënten zoals fosfaten en nitraten eutrofiëring (= de
vergroting van de voedselrijkdom in water)
o Global warming
o (Overbevissing)
Q Oplossingen voor eutrofiëring:
o Nutriënten verwijderen
o Voorkomen door het Mest Actie Plan of oorlog tegen stikstof
DEEL 1: WATER
1 Watercyclus:
Q Oppervlaktewater zal verdampen, een deel hiervan valt als neerslag terug, het
andere deel blijft in de atmosfeer aanwezig en verplaatst door luchtstromingen
Q Als de lucht afkoelt zal de waterdamp door condensatie als druppels vrijkomen, deze
vallen als neerslag en worden grondwater
Q Evaporatie = verdamping van het water boven of aan het aardoppervlak
Q Condensatie = overgang van gas- of dampvorm naar vloeistof, omgekeerde van
verdampen
Q Precipitatie = vorming van neerslag
Q Planten nemen grondwater op via hun wortels in de grond
Q Infiltratie = een slot dat tijdelijk het water bijhoudt voor het wordt opgenomen in de
grond
Q Percolatie = de neerwaartse beweging van water in de onverzadigde zone van de
bodem
Q Transpiratie = de afgifte van waterdamp door planten aan de atmosfeer
Q Depositie = het neerslaan van minerale stoffen en gassen op een vaste ondergrond
Q Sublimatie = vervluchtigen, van vast stof rechtstreeks naar gasvorm
2 Verontreinigende stoffen in water:
Zuurstofverbruikende stoffen
Q Worden in water door zuurstof geoxideerd, de hoeveelheid opgeloste zuurstof daalt
Q Organische koolstofverbindingen: koolhydraten en vetten
Q Ammoniumverbindingen en organische stikstofverbindingen zoals eiwitten
Q Anorganische reduceerbare stoffen zoals sulfieten, Fe (2)-zouten en nitrieten
Nutriënten (vnl afkomstig van)
Q Huishoudelijk afvalwater
Q Bedrijven waar dieren worden gekweekt
Q Chemische meststoffen
Q Zure regen (nitraat)
Q Detergenten (fosfaat)
Zouten
Q Komen in afvalwater door oplossing van gesteenten en afspoelen van wegen in de
winter (strooizout)
Q Water wordt corrosiever door verhoogd zoutgehalte
Zuren en basen
Q Vnl afkomstig van de industrie
Q Meestal schadelijk voor levende organismen en zijn corrosief
, Weinig oplosbare stoffen
Q Kunnen in waterlopen slibbanken of drijflagen vormen
Q Drijflagen belemmeren opname zuurstof uit de lucht
Zware metalen
Q Term wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar toxische metalen
Q Vb. As, Cd, Hg, Pb, Zn en Sr; zijn vnl afkomstig van industrieel afval
Oppervlakte actieve stoffen
Q Doen schuimontwikkeling ontstaan, die beluchting van water tegengaat
Organische micropolluenten
Q Naam komt omdat ze vaak in lage concentraties voorkomen
Q Volgende organische micropolluenten in waterlopen/grondwater:
o Vluchtige organische stoffen (VOS)
o Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)
o Polygechloreerde bifenylen (PCB’s)
o Pesticiden
Q Afkomstig van industriële lozingen vd landbouw
Q VOS:
o Gebruikt als solventen in industriële processen, sommigen zijn carcinogeen
o Door vluchtigheid w ze in oppervlaktewater zelfden aangetroffen in hoge
concentraties
Pathogenen:
Q Bacteriën: verantwoordelijk voor cholera, dysenterie en tyfus
Q Virussen: verantwoordelijk voor infectieuze hepatitis en poliomyelitis
Q Protozoa: veroorzaken dysenterie
Thermische verontreiniging
Q Lozen van opgewarmd water kan zorgen dat lokale ecosysteem niet acclimatiseert,
zodat sommige organismen afsterven
Q Als T stijgt wordt het moeilijker voor aquatische organismen om aan voldoende O2 te
geraken:
o Snelheid van metabolisme stijgt met T waardoor meer O2 is vereist door
organismen en O2 dus sneller wordt gebruikt
o Koelwater bevat meestal weinig zuurstof
3 Milieucrisissen:
Deadzones
Q = een gebied in een oceaan of meer waar te weinig zuurstof is voor het bestaan van
leven in deze wateren (= hypoxisch)
Q Oorzaken:
o Hoge concentratie nutriënten zoals fosfaten en nitraten eutrofiëring (= de
vergroting van de voedselrijkdom in water)
o Global warming
o (Overbevissing)
Q Oplossingen voor eutrofiëring:
o Nutriënten verwijderen
o Voorkomen door het Mest Actie Plan of oorlog tegen stikstof