Intercollegiale toetsing elementen van kwaliteitszorg
Intercollegiale toetsing is het beoordelen van de werkelijkheid aan de hand van criteria gevolgd door
het aanbrengen van veranderingen die systematisch worden geëvalueerd.
1. Onderwerpkeuze
2. Analyse onderwerp
3. Criteria opstellen
4. Gegevens verzamelen
5. Toetsen en interpreteren
6. Veranderen en evalueren van veranderingen
Stap 1 onderwerpkeuze
Bestaat uit inventarisatie, selectie en verduidelijking van onderwerp en begrippen.
- Inventarisatie: er wordt geïnventariseerd welke onderwerpen voor kwaliteitstoetsing in aanmerking
kunnen komen. Onderwerpen kunnen aangeleverd worden door: bijvoorbeeld problemen, nieuwe
behandelingen, gesignaleerde knelpunten, uit klachten, eigen ideeën, NRV kader (problemen op
gebied van organisatie, technisch, methodisch en attitude).
- Selectie: hier wordt het onderwerp gekozen uit de lijst van genoemde onderwerpen. Het onderwerp
moet aan de volgende eisen voldoen:
1. Handelingsgericht, een activiteit of reeks van samenhangende activiteiten
2. Kwaliteitsverbetering is mogelijk
3. Handelingen worden frequent uitgevoerd
4. Geen eenvoudige oplossing
5. Binnen de invloedsfeer en verantwoordelijkheden verpleegkundigen
6. Begrensd en niet te omvangrijk
7. Interesse (draagvlak) voor het onderwerp
Valkuilen kiezen onderwerp:
- Verkapt persoonlijk probleem in plaats van functioneel probleem
- Probleem van andere discipline
- Te omvangrijk probleem
- Verwarring tussen wetenschappelijke- en toetsingsvragen
o Wetenschappelijk: verkrijgen van nieuwe kennis; landelijk/instellingsoverstijgend.
o Toetsing: gericht op processen en praktische zaken; instelling- of afdelingsgebonden.
Stap 2 analyse onderwerp
Het systematische analyseren en beschrijven van een proces of product. Welke handeling, wie en
wanneer. De stap analyse wordt afgesloten met het vaststellen van wat men beoogt te bereiken met
de toetsing: het doel van de toetsing (SMART). Het is mogelijk dat je meerdere doelen opstelt, maar
maak het niet te omvangrijk. Je kunt ook een hoofddoel met subdoel opstellen. Doelen kunnen
worden bepaald vanuit het perspectief van de zorg- of hulpverlener en vanuit het perspectief van de
patiënt/cliënt. Voor het analyseren van een onderwerp zijn verschillende instrumenten te gebruiken:
1. Visgraatdiagram
2. Definitie en conceptverheldering
3. Stroomschema
4. Trendanalyse (statische procescontrole)
5. Paretogram
6. Benoemen kritische kwaliteitskenmerken
7. Verzamelen informatie
Stap 3 criteria opstellen
Intercollegiale toetsing is het beoordelen van de werkelijkheid aan de hand van criteria gevolgd door
het aanbrengen van veranderingen die systematisch worden geëvalueerd.
1. Onderwerpkeuze
2. Analyse onderwerp
3. Criteria opstellen
4. Gegevens verzamelen
5. Toetsen en interpreteren
6. Veranderen en evalueren van veranderingen
Stap 1 onderwerpkeuze
Bestaat uit inventarisatie, selectie en verduidelijking van onderwerp en begrippen.
- Inventarisatie: er wordt geïnventariseerd welke onderwerpen voor kwaliteitstoetsing in aanmerking
kunnen komen. Onderwerpen kunnen aangeleverd worden door: bijvoorbeeld problemen, nieuwe
behandelingen, gesignaleerde knelpunten, uit klachten, eigen ideeën, NRV kader (problemen op
gebied van organisatie, technisch, methodisch en attitude).
- Selectie: hier wordt het onderwerp gekozen uit de lijst van genoemde onderwerpen. Het onderwerp
moet aan de volgende eisen voldoen:
1. Handelingsgericht, een activiteit of reeks van samenhangende activiteiten
2. Kwaliteitsverbetering is mogelijk
3. Handelingen worden frequent uitgevoerd
4. Geen eenvoudige oplossing
5. Binnen de invloedsfeer en verantwoordelijkheden verpleegkundigen
6. Begrensd en niet te omvangrijk
7. Interesse (draagvlak) voor het onderwerp
Valkuilen kiezen onderwerp:
- Verkapt persoonlijk probleem in plaats van functioneel probleem
- Probleem van andere discipline
- Te omvangrijk probleem
- Verwarring tussen wetenschappelijke- en toetsingsvragen
o Wetenschappelijk: verkrijgen van nieuwe kennis; landelijk/instellingsoverstijgend.
o Toetsing: gericht op processen en praktische zaken; instelling- of afdelingsgebonden.
Stap 2 analyse onderwerp
Het systematische analyseren en beschrijven van een proces of product. Welke handeling, wie en
wanneer. De stap analyse wordt afgesloten met het vaststellen van wat men beoogt te bereiken met
de toetsing: het doel van de toetsing (SMART). Het is mogelijk dat je meerdere doelen opstelt, maar
maak het niet te omvangrijk. Je kunt ook een hoofddoel met subdoel opstellen. Doelen kunnen
worden bepaald vanuit het perspectief van de zorg- of hulpverlener en vanuit het perspectief van de
patiënt/cliënt. Voor het analyseren van een onderwerp zijn verschillende instrumenten te gebruiken:
1. Visgraatdiagram
2. Definitie en conceptverheldering
3. Stroomschema
4. Trendanalyse (statische procescontrole)
5. Paretogram
6. Benoemen kritische kwaliteitskenmerken
7. Verzamelen informatie
Stap 3 criteria opstellen
