College 1: Introductie
Data binnen onderzoek:
Empirische cyclus: observatie, inductie, deductie, toetsing en evaluatie;
Dataverzameling bevindt zich tussen deductie en toetsing;
Data-analyse bevindt zich in de toetsingsfase.
Onderzoeksvragen en data-analyse:
Beschrijvende en exploratieve vraagstellingen;
Vragen naar verbanden;
Causale vraagstellingen:
Verklarende vraagstellingen;
Meetniveaus:
Nominaal;
o Geen rankschikking mogelijk;
o Grafisch, modus en procenten;
Ordinaal;
o Rankschikking mogelijk, maar geen gelijke tussenstappen;
o Mediaan en range;
Interval;
o Rankschikking mogelijk en gelijke tussenstappen;
o Gemiddelde en standaarddeviatie;
Ratio;
o Rankschikking mogelijk, gelijke tussenstappen en vast nulpunt;
o Gemiddelde en standaardeviatie;
Na het coderen kan er een ander meetniveau aanwezig zijn dan nominaal
meetniveau;
Bij elke type onderzoeksvraag is het bepalen van het meetniveau de eerste stap.
Meetniveau bepalen hoe je de associatie kunt onderzoeken. Meetniveaus
bepalen de associatiemaat. Het bepalen van de associatiemaat is altijd de
tweede stap voor modelleren.
Kwalitatieve data:
Symbolen:
o Geschreven tekst;
o Gesproken tekst;
o Beelden;
Scenes.
Interpretatie speelt een rol – onderzoeker meetinstrument;
Met kwantitatieve data-analyse wordt de interpretatie verminderd of verplaatst
naar een ander stadium;
Woorden of beelden die vastgelegd zijn zonder tussenkomst of verzoek van een
onderzoeker;