100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

neuroembryologie samenvatting

Rating
-
Sold
1
Pages
16
Uploaded on
15-06-2023
Written in
2022/2023

Dit zijn alle oude examenvragen uitgewerkt, alsook begrippen. Het bevat zo goed als heel de cursus + tekeningen die gemaakt zijn in de les.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 15, 2023
Number of pages
16
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

* Bespreek functionele en structurele kenmerken van de fovea centralis
Het is de centrale ruimte in de centrale zone of macula lutea (waar zich geel
caroteenpigment bevindt). Er zijn enkel kegeltjes terug te vinden (dus geen
staafjes) en er zijn ook geen bloedvaten. De uitwendige korrellaag/ externe
granullaire laag is naar lateraalwaarts verschoven zodat er bijna een vrije
doorgang is voor lichstralen naar de fotoreceptoren waardoor dit de plaats is van
de retina waar het meest scherpe beeld gevormd wordt.

* Bespreek functionele en structurele kenmerken van de retina
De retina is eig de binnenste oogrok. Het bestaat uit 5 celtypes, die op hun beurt
10 cellagen vormen.
De retina is een lichtgevoelige zone van het oog (foto-receptor orgaan), en loopt
van de ora serrata tot de papilla vd nervus opticus.
Ze ontstaat uit een primair oogblaasje dat zich bilateraal ontwikkelt uit het
prosencephalon (embryonaal) en daarna groeit het uit naar een secudnair oogblaasje
Naar buiten gelegen is er het pigmentepitheel en naar binnen gelegen de neurale
retina of echte retina

5 celtypes:


1. Pigmentepitheelcellen
2. Fotoreceptoren (staafjes en kegeltjes)
3. Direct geleidende cellen (bipolair of ganglioncellen)
4. Associatie cellen (horizontale of amacriene cellen)
5. Steuncellen


10 cellagen


1. Pigmentepitheel
2. Dendrieten van staafjes en kegeltjes
3. Lamina limitans externa
4. Uitwendige korrellaag
5. Externe plexiforme laag
6. Inwendige korrellaag
7. Interne plexiforme laag
8. Ganglioncellen
9. N opticus zenuwvezellaag
10.Lamina limitans interna


* Bespreek functionele en structurele kenmerken van de limbus
Limbus = corneo-sclerale junctie
FUNCTIONEEL: Het vormt de verbinding tussen sclera en cornea:
De voorste laag van de sclera gaat over in de conjuctiva bulbae
Het membraan van B gaat over in conjuctivaal stroma (losmazig BW)
Collageen bundels van stroma (3e laag cornea) gaan over id sclera
STRUCTUREEL
Vormt een trabeculair netwerk; perifeer aan uiteinde membraan van
Descemet; afgeplatte gevensterde Bwtrabekels
Tussen de trabekels: ruimten van fontana
Filteren kamervocht
Draineren kamervocht naar kanaal van Schlemm (en van daaruit
naar venen van limbus en episclera)
Verbinding met voorste oogkamer

* Bespreek structurele en functionele kenmerken van de palpebrae
Palpebrae = oogleden
Dens collageen bindweefsel = tarsus

, Binnenkant: bedekt met conjuctiva palpebrae
Wordt geleidelijk aan dikker maar aantal cellagen vermindert
Buitenkant: bevat huid met een dunne dermis die weinig papillen bevat, op
het einde grote haren (de wimpers) met sebum en zweetklieren.

Tussen de follikels van de wimpers zitten de klieren van moll (apocriene klieren).
Er zijn ook nog de klieren van meiboom (sebumklieren).

Functie: zorgen dat het oog niet uitdroogt en dat het traanvocht aanwezig blijft
(dus niet verdampt), anderzijds zorgt het ook voor het niet aan elkaar vastkleven
van de twee palpebrae

Er zijn 2 spiertjes aanwezig
M orbicularis oculi: dwarsgestreepte spiervezels
M tarsalis superior van muller: I bovenrand tarsus met in het BW de klieren
van meiboom

Traankanaal:
Iedere palepbra heeft een puncta lacrimalis
De palpebrae komen samen (mediaal) in de lacus lacrimalis

* Bespreek de choroidea + teken de lagen en ligging
De choroidea is een laag van de middenste oogrok/uvea
- sterk gevasculariseerd
- grootste deel van uvea
- van ora serrata tot papilla van n opticus
- heeft 4 lagen
Suprachoroidea
Bevat macrofagen en stevormige melanocyten
Losmazig BW met collageenbundels en elastische vezels
Lamina vascularis/stroma
losmazig BW
Bevat veel fibroblasten, macrofagen, mastcellen en melanocyten
Capillairen en venen
Lamina choriocapillaris
Heeft capillairen, die komen van a. Van l. Vascularis
Eenlagig
Endotheel is gefenestreerd
Membraan van Bruch
Bevat oa lamina densa vh pigmentepitheel van retina
Hyalien, pas positief
Elastische vezels

Tekening:

, * bespreek en teken de structuren die instaan voor de productie van endolymfe
De productie van de endolymfe gebeurt door 2 structuren in het binnenoor.
Saccus endolymphaticus (zuivering en synthese van endolymfe) is verbonden
met het vestibulus (sacculus en utriculus) via de ductus utriculosaccularis.
Stria vascularis, een epitheel dat talrijke capillairen bevat en dat de
rechtopstaande zijde van de scala media aflijnt

* Bespreek waarom de functie van de iris gelijkaardig is aan die van het
diafragma van een camera (met tekening)
Het diafragma van een camera is het middel dat bepaalt hoeveel lichstralen er
zullen invallen op film (lichtinval bepalen).
De iris bestaat uit 3 lagen: stroma, gladde spiercellen, pigmentepitheel
Stroma: bestaat uit melanocyten en fibroblasten. De melanocyten (melanine)
zijn degene die het licht dat invalt zullen absorberen.
Gladde spiercellen:
m sphincter pupillae bij contractie zorgt voor een kleinere diameter
van de pupil (parasympatisch postganglionair bezenuwd);
m dilatator pupillae bij contractie zorgt voor een grotere diameter
van de pupil (orthosympatisch postganglionair bezenuwd).
Pigmentepitheel: bestaat uit pars iridis retinae = twee lagen
gepigmenteerde cellen
achterste cellaag: heeft 2 lagen kubische tot laagcilindrische
cellen met talrijk melanocyten en melanine en die zorgen ervoor dat de lichtinval
enkel gebeurt doorheen de pupil.
Voorste cellaag: gepigmenteerde myoëpitheelcellen

Tekening:




* Hoe gebeurt de axonogenese, hoe vinden de axonen hun bestemming (zoiets)
Als een neuroblast aanwezig is op zijn finale positie, dan differentieert deze en
zal die ook neurieten uitsturen, waarvan men het uiteinde de groeiconus noemt.
De groeiconus bevat integrines, die gaan interageren met laminine in de
extracellulaire matrix. Onderling kunnen groeiconi interageren met elkaar door
celadhesiemolecules (CAM).

Door middel van chemokines en de chemokinereceptoren op de groeiconi vindt er aan-
en afstoting plaats.
Attractieve chemokines: netrines
Afstotende chemokines: semaforines + eiwit Slit en receptor Robo

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lottestudent Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
24
Member since
2 year
Number of followers
15
Documents
12
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions