Directe kosten: Kosten waarvan we precies kunnen bepalen voor welk product ze zijn
gemaakt.
Voorbeeld: verbruik grondstoffen, arbeidskosten en productiemedewerkers
Indirecte kosten: Kosten waarvan we niet kunnen bepalen voor welk product ze zijn
gemaakt.
Voorbeeld: Huur van bedrijfsgebouw, afschrijvingskosten machines, arbeidskosten van
bijvoorbeeld magazijn personeel, en administratief personeel
Constante kosten: Constante kosten zijn kosten waarvan het totale bedrag niet verandert
als de productie en/of afzet stijgt of daalt en de maximale bezetting niet wordt gewijzigd.
Wordt ook wel vaste kosten genoemd. Constante kosten veranderen bij wijziging van de
productie/verkoopcapaciteit en prijswijziging.
Voorbeelden: Afschrijvingskosten, huurkosten, loonkosten vast personeel enz.
Variabele kosten: Variabele kosten zijn de kosten waarvan het totale bedrag toeneemt als
de productie en/of afzet stijgt en afneemt als de productie en/afzet daalt.
Voorbeelden: Grondstofkosten, verpakkingskosten, kosten uitzendkrachten enz.
Proportioneel variabele kosten: Variabele kosten die met hetzelfde percentage
toenemen/afnemen als de productie/afzet met dat percentage toeneemt/afneemt.
Voorbeeld: Nemen evenredig toe.
1 wekker € 2,50, 2 wekkers € 5,00, 3 wekkers € 7,50, 4 wekkers € 10,00.
Progressief variabele kosten: Variabele kosten die met een hoger percentage
toenemen/afnemen als de productie/afzet met een bepaald percentage toeneemt/afneemt.
Voorbeeld: Hoe meer je inkoopt hoe duurder.
,Degressief variabele kosten: Variabele kosten die met een lager percentage
toenemen/afnemen als de productie/afzet met een bepaalde percentage
toeneemt/afneemt.
Voorbeeld: Hoe meer je inkoopt hoe minder het wordt. (korting) 2 wekkers € 5,00, 4
wekkers € 8,00.
(Begrote) Werkelijke bezetting: Het aantal prestaties dat een onderneming voor een
komende periode begroot.
Normale bezetting: Het aantal prestaties dat een onderneming gemiddeld in een bepaalde
periode verricht.
Primitieve opslagmethode (eenvoudige of enkelvoudige opslagmethode): Methode waarbij
we de indirecte kosten met behulp van één opslagpercentage aan de producten
doorberekenen.
Directe grondstoffen Totale
Directe loonkosten directe kosten
Indirecte fabricage kosten
Indirecte fabricagekosten x 100 = opslagpercentage
Grondstoffen
________________________________________________________________+
Fabricagekostprijs
Verkoopkosten___+
Commerciële kostprijs
, Verfijnde opslagmethode: Methode waarbij we de indirecte kosten met behulp van
verschillende opslagpercentage aan de producten doorberekenen.
Directe grondstoffen Totale
Directe loonkosten directe kosten
Indirecte fabricage kosten (bestaat uit) – grondstofkosten – loonkosten – totale directe
kosten
Indirecte fabricagekosten x 100 = opslagpercentage grondstoffen
Grondstoffen
Indirecte fabricagekosten x 100 = opslagpercentage loonkosten
Directe lonen
Totaal directe kosten x 100 = opslagpercentage totaal directe fabricagekosten
Totaal directe kosten
________________________________________________________________+
Fabricagekostprijs
Verkoopkosten___+
Commerciële kostprijs
(Integrale) kostprijs: In de kostprijs per product/dienst nemen we alle noodzakelijke kosten
per product/dienst op. Daarom noemen we de kostprijs ook wel de integrale kostprijs. De
berekening van de kostprijs is een voorcalculatie.
(Integrale) commerciële kostprijs: De kostprijs waarin alleen fabricagekosten zijn
opgenomen, noemen we de fabricagekostprijs. Wanneer we daar de verkoopkosten per
product bijtellen, krijgen we de commerciële kostprijs.
C + V = Fabricagekostprijs
N W
Verkoopkosten___ € …____+
Commerciële kostprijs € …
Winstmarge_____________ € …____+
Verkoopprijs € …
Btw____________________ € …____+
Consumentenprijs € …