ON-2 Obstetrie: basis
Inhoud
ON2-1 Problemen tijdens de zwangerschap...........................................................................................2
ON2-2 Fysiologische baring....................................................................................................................8
ON2-3 Problemen tijdens de baring.....................................................................................................12
ON2-4 Zorg voor de kraamvrouw.........................................................................................................14
ON2-5 Problemen tijdens de kraamperiode.........................................................................................19
ON2-6 Psychische problemen in de kraamperiode...............................................................................22
ON2-7 Zorg na sectio caesarea.............................................................................................................24
ON2-8 Anticonceptie tijdens de kraamperiode....................................................................................26
ON2-9 Farmacologie.............................................................................................................................28
ON2-10 Obstetrische anamnese en controles......................................................................................29
ON2-11 Cardiotocografie......................................................................................................................31
ON2-12 individuele schriftelijke toets..................................................................................................34
1
,ON2-1 Problemen tijdens de zwangerschap
De student:
benoemt de meest voorkomende problemen tijdens de zwangerschap;
benoemt de oorzaak en de symptomen van de problemen;
benoemd de lichamelijke en de psychosociale gevolgen van de problemen;
benoemd de afkortingen en de Latijnse benamingen van de problemen.
De volgende ziektebeelden/problemen staan centraal:
hypertensieve aandoeningen;
fluxus ante partum en abruptio placentae;
vroeggeboorte;
voortijdig gebroken vliezen;
navelstrengprolaps;
diabetes mellitus/gravidarum;
meerlingzwangerschappen;
groeivertraging.
Leerboek O&G verpleegkunde deel Obstetrie (Kunkeler, 2018)
§ 1.4.3 ‘Tweede en derde trimester: vroeggeboorte’;
Vroeggeboorte als partus optreedt tussen 20-37wk (= ongeveer 10%)
Reden voor vroeggeboorte niet afneemt:
- toename meerlingenzwangerschappen door fertiliteitsbevorderende behandelingen
- hogere leeftijd van moeders
- toename aantal iatrogene (inleiding of primaire sectio caesarea)
- betere registratie door vroegtijdig echo
Contracturen = samentrekkingen die leiden tot ontsluiting
Contractions = ongecoördineerde samentrekkingen die niet lijden tot ontsluiting
(Braxtonhickcontracties)
Kenmerken Braxton-hickcontracties:
- duur tussen dertig seconden en twee minuten
- wisselende intensiteit
- geen toename van intensiteit of ritme
- onregelmatig
- niet-ritmisch
- oncomfortabel ipv pijnlijk
- onvoorspelbaar
- verdwijnen zelf
Hoe weet je of het dreigende vroeggeboorte is of braxton-hickcontracties?
Verweking, verstrijking en ontsluiting cervis > echte weeenactiviteit
Vaginaal echoscopisch onderzoek
Foetale fibronectinegehalte (eiwit dan vrijkomt bij veranderingen)
2
,Waardoor komt bevalling op gang?
- Uteruscontractiliteit
- Rijping van cervix
- Activatie van decidua (vliezen)
Risicofactoren vroeggeboorte:
- Meerlingenzwangerschap
- Eerdere vroeggeboorte
- Etniciteit
- Te weinig of te veel aankomen tijdens zwangerschap
- Roken
§ 1.5 ‘Vroegtijdig ‘preterm’gebroken vliezen (PPROM en PROM);
Preterm Premature Rupture Of Membranes (PPROM) = vroegtijdig gebroken vliezen
Breken van de vliezen is vaak eerste teken van baring
Complicaties van PPROM:
- Ontstaan van intra-uteriene infectie (in de baarmoeder)
- Vroeggeboorte
Infectieparameters:
- BSE (bezinkingssnelheid erytrocyten), tijdens zwangerschap altijd verhoogd en daarom niet
vaak als infectieparameter
- Leukocytenaantallen
- CRP (C-reactieve proteine)
§ 1.6 ‘Vaginaal bloedverlies in het tweede en derde trimester’;
Vaginaal bloedverlies vanaf 16 weken zwangerschap
- Vaginaal bloedverlies tijdens 1e trimester of de miskraamperiode
- Vaginaal bloedverlies in 2e en 3e trimester
Oorzaken vaginaal bloedverlies in 2e en 3e trimester
Ectropion: epitheel verspreid zich over de cervix (zit normaal alleen in baarmoederhals, uterus uteri)
Abruptio placentae = placentaloslating,
Symptomen:
- Foetale nood / sterfte
- Hypertensie, PE
- Ruim vaginaal bloedverlies
- Hypertone uterus (plankharde buik)
- Hypovolemische shock
- Intravasale stollig
Baring komt vaak binnen 24 uur
Oorzaken:
- Eerder doorgemaakte abruptio
- Pre-existente hypertensie
- Pre-eclampsie
- Roken
- Cocaïnegebruik
3
, - Hogere maternale leeftijd
- Trauma
Placenta praevia (voorliggende placenta) -> placenta ligt geheel of gedeeltelijk over het ostium
internum van de cervix (baarmoederhals)
4 vormen:
- Placenta praevia totalis -> volledig over ostium internum, geen vaginale partus mogelijk
- Placenta praevia centralis -> midden van placenta ligt over ostium internum, geen vaginale
partus mogelijk
- Placenta praevia lateralis -> gedeeltelijk over ostium internum
- Placenta peavia marginalis -> rand van placenta grenst aan ostium internum
Symptomen:
- Vaak recidiverend, pijnlijk vaginaal bloedverlies
- Liggingsafwijkingen van kind
- Niet indalen van voorliggend kindsdeel
Bloedverlies post partum:
Oorzaken:
- Atonie uterus
- Rupturen (van uterus of cervix)
- Placentarest
- Stollingsstoornissen (vooral ziekte von willebrand)
Behandeling:
- Katheteriseren van blaas
- Massen uterus
- Medicatie: oxytocine (syntiocinon) of sulproston (nalador)
§ 1.8 ‘Hypertensieve aandoeningen’;
Zwangerschapshypertensie
- Eenmalig diastolische RR van minstens 110 mmHg
- Of minstens tweemaal achtereen een diastolische bloeddruk van minimaal 90mmHg waarbij
minstens interval van vier uur
Zwangerschapshypertensie zonder eiwitverlies in tweede helft van zwangerschap, bij hiervoor
normale RR
Pre-eclampsie (toxicose)
Hoge RR + eiwitverlies in urine
Hier heb je geen milde of ernstige gradaties in
Bestaat vaak pas na 24e week
Complicaties PE:
- Longoedeem
- Leverruptuur
- Eclampsie
- Hersenbloeding
HELLP-syndroom
Zelfde klachten als PE + laboratoriumafwijkingen
Hemolysis: afbraak van rode bloedcellen
Elevated Liver Enzymens: verhoogde leverenzymen
Low Platelet count: verlagen van aantal bloedplaatjes (trombocyten)
4
Inhoud
ON2-1 Problemen tijdens de zwangerschap...........................................................................................2
ON2-2 Fysiologische baring....................................................................................................................8
ON2-3 Problemen tijdens de baring.....................................................................................................12
ON2-4 Zorg voor de kraamvrouw.........................................................................................................14
ON2-5 Problemen tijdens de kraamperiode.........................................................................................19
ON2-6 Psychische problemen in de kraamperiode...............................................................................22
ON2-7 Zorg na sectio caesarea.............................................................................................................24
ON2-8 Anticonceptie tijdens de kraamperiode....................................................................................26
ON2-9 Farmacologie.............................................................................................................................28
ON2-10 Obstetrische anamnese en controles......................................................................................29
ON2-11 Cardiotocografie......................................................................................................................31
ON2-12 individuele schriftelijke toets..................................................................................................34
1
,ON2-1 Problemen tijdens de zwangerschap
De student:
benoemt de meest voorkomende problemen tijdens de zwangerschap;
benoemt de oorzaak en de symptomen van de problemen;
benoemd de lichamelijke en de psychosociale gevolgen van de problemen;
benoemd de afkortingen en de Latijnse benamingen van de problemen.
De volgende ziektebeelden/problemen staan centraal:
hypertensieve aandoeningen;
fluxus ante partum en abruptio placentae;
vroeggeboorte;
voortijdig gebroken vliezen;
navelstrengprolaps;
diabetes mellitus/gravidarum;
meerlingzwangerschappen;
groeivertraging.
Leerboek O&G verpleegkunde deel Obstetrie (Kunkeler, 2018)
§ 1.4.3 ‘Tweede en derde trimester: vroeggeboorte’;
Vroeggeboorte als partus optreedt tussen 20-37wk (= ongeveer 10%)
Reden voor vroeggeboorte niet afneemt:
- toename meerlingenzwangerschappen door fertiliteitsbevorderende behandelingen
- hogere leeftijd van moeders
- toename aantal iatrogene (inleiding of primaire sectio caesarea)
- betere registratie door vroegtijdig echo
Contracturen = samentrekkingen die leiden tot ontsluiting
Contractions = ongecoördineerde samentrekkingen die niet lijden tot ontsluiting
(Braxtonhickcontracties)
Kenmerken Braxton-hickcontracties:
- duur tussen dertig seconden en twee minuten
- wisselende intensiteit
- geen toename van intensiteit of ritme
- onregelmatig
- niet-ritmisch
- oncomfortabel ipv pijnlijk
- onvoorspelbaar
- verdwijnen zelf
Hoe weet je of het dreigende vroeggeboorte is of braxton-hickcontracties?
Verweking, verstrijking en ontsluiting cervis > echte weeenactiviteit
Vaginaal echoscopisch onderzoek
Foetale fibronectinegehalte (eiwit dan vrijkomt bij veranderingen)
2
,Waardoor komt bevalling op gang?
- Uteruscontractiliteit
- Rijping van cervix
- Activatie van decidua (vliezen)
Risicofactoren vroeggeboorte:
- Meerlingenzwangerschap
- Eerdere vroeggeboorte
- Etniciteit
- Te weinig of te veel aankomen tijdens zwangerschap
- Roken
§ 1.5 ‘Vroegtijdig ‘preterm’gebroken vliezen (PPROM en PROM);
Preterm Premature Rupture Of Membranes (PPROM) = vroegtijdig gebroken vliezen
Breken van de vliezen is vaak eerste teken van baring
Complicaties van PPROM:
- Ontstaan van intra-uteriene infectie (in de baarmoeder)
- Vroeggeboorte
Infectieparameters:
- BSE (bezinkingssnelheid erytrocyten), tijdens zwangerschap altijd verhoogd en daarom niet
vaak als infectieparameter
- Leukocytenaantallen
- CRP (C-reactieve proteine)
§ 1.6 ‘Vaginaal bloedverlies in het tweede en derde trimester’;
Vaginaal bloedverlies vanaf 16 weken zwangerschap
- Vaginaal bloedverlies tijdens 1e trimester of de miskraamperiode
- Vaginaal bloedverlies in 2e en 3e trimester
Oorzaken vaginaal bloedverlies in 2e en 3e trimester
Ectropion: epitheel verspreid zich over de cervix (zit normaal alleen in baarmoederhals, uterus uteri)
Abruptio placentae = placentaloslating,
Symptomen:
- Foetale nood / sterfte
- Hypertensie, PE
- Ruim vaginaal bloedverlies
- Hypertone uterus (plankharde buik)
- Hypovolemische shock
- Intravasale stollig
Baring komt vaak binnen 24 uur
Oorzaken:
- Eerder doorgemaakte abruptio
- Pre-existente hypertensie
- Pre-eclampsie
- Roken
- Cocaïnegebruik
3
, - Hogere maternale leeftijd
- Trauma
Placenta praevia (voorliggende placenta) -> placenta ligt geheel of gedeeltelijk over het ostium
internum van de cervix (baarmoederhals)
4 vormen:
- Placenta praevia totalis -> volledig over ostium internum, geen vaginale partus mogelijk
- Placenta praevia centralis -> midden van placenta ligt over ostium internum, geen vaginale
partus mogelijk
- Placenta praevia lateralis -> gedeeltelijk over ostium internum
- Placenta peavia marginalis -> rand van placenta grenst aan ostium internum
Symptomen:
- Vaak recidiverend, pijnlijk vaginaal bloedverlies
- Liggingsafwijkingen van kind
- Niet indalen van voorliggend kindsdeel
Bloedverlies post partum:
Oorzaken:
- Atonie uterus
- Rupturen (van uterus of cervix)
- Placentarest
- Stollingsstoornissen (vooral ziekte von willebrand)
Behandeling:
- Katheteriseren van blaas
- Massen uterus
- Medicatie: oxytocine (syntiocinon) of sulproston (nalador)
§ 1.8 ‘Hypertensieve aandoeningen’;
Zwangerschapshypertensie
- Eenmalig diastolische RR van minstens 110 mmHg
- Of minstens tweemaal achtereen een diastolische bloeddruk van minimaal 90mmHg waarbij
minstens interval van vier uur
Zwangerschapshypertensie zonder eiwitverlies in tweede helft van zwangerschap, bij hiervoor
normale RR
Pre-eclampsie (toxicose)
Hoge RR + eiwitverlies in urine
Hier heb je geen milde of ernstige gradaties in
Bestaat vaak pas na 24e week
Complicaties PE:
- Longoedeem
- Leverruptuur
- Eclampsie
- Hersenbloeding
HELLP-syndroom
Zelfde klachten als PE + laboratoriumafwijkingen
Hemolysis: afbraak van rode bloedcellen
Elevated Liver Enzymens: verhoogde leverenzymen
Low Platelet count: verlagen van aantal bloedplaatjes (trombocyten)
4