ETHIEK
Emma Willems
,Inhoudsopgave
1
, 1 Moraal, ethiek en grondhouding
‘Gedicht: de uitnodiging’
Ethiek en beleid
Vroeger 2 aparte vakken verbinding: hoe moeten we handelen? – het goede doen
Ethiek = micro-niveau
Beleid = macro-niveau
Beiden bevruchten elkaar (denk aan wetgeving rond abortus en euthanasie, M-decreet, kinderrechten…)
1.1 Moraal en ethiek
Moraal
= het geheel van normen, waarden en deugden wat is goed en wat slecht
Latijn ‘mos/ mores’ = gewoonten, zeden en gebruiken van wat goed, juist, rechtvaardig is en wat
slecht, verkeerd en onrechtvaardig is
Via opvoeding en cultuur normen, waarden en deugden eigen maken die ons handelen
motiveren
Ethiek
= reflectie op moraal, zoekt antwoorden op de vraag hoe te handelen, het goede, het juiste
Grieks ‘ethos’ = vermogen om het vertrouwen van het publiek te winnen
Systematische reflectie op moraal
De vraag naar fundering moraal, soorten moraal en uitwerking van kaders die ons morele handelen
kunnen begrijpen en sturen
Waarden
= wat we waardevol vinden, waar we waarde aan hechten
Fundamentele richtsnoeren voor ons gedrag
Gaat over ernaar leven/ ertoe opvoeden (bv. veiligheid)
Normen
= manieren waarop waarden gerealiseerd worden
Vorm van geboden of verboden
Houden zich bezig met ‘wat mag ik doen’, ‘wat moet ik doen’ en ‘wat moet of mag ik niet doen’
Deugden
= goed ervaren morele eigenschappen
Belichaamde waarden/ verinnerlijkte waarden
Uitingen waarop het goede zich uitdrukt in dagdagelijkse omgang met elkaar
Kwaliteiten die je hebt ontwikkeld die jou in staat stellen juist te handelen – het gaat over zijn (bv.
voorzichtigheid)
Moreel probleem
= wat is de beste manier om het goede te realiseren? handelingsalternatieven naar het beste
Moreel dilemma
= keuze tussen 2 verschillende mogelijkheden/ waarden wat je ook kiest, je verliest steeds iets
Specifieke vorm van moreel probleem
Morele nood
= bewustwording dat iets niet behoort, maar niemand hoort je
Bv. weet van mishandeling, maar niemand gelooft je jij en mishandelde persoon = morele nood
2
Emma Willems
,Inhoudsopgave
1
, 1 Moraal, ethiek en grondhouding
‘Gedicht: de uitnodiging’
Ethiek en beleid
Vroeger 2 aparte vakken verbinding: hoe moeten we handelen? – het goede doen
Ethiek = micro-niveau
Beleid = macro-niveau
Beiden bevruchten elkaar (denk aan wetgeving rond abortus en euthanasie, M-decreet, kinderrechten…)
1.1 Moraal en ethiek
Moraal
= het geheel van normen, waarden en deugden wat is goed en wat slecht
Latijn ‘mos/ mores’ = gewoonten, zeden en gebruiken van wat goed, juist, rechtvaardig is en wat
slecht, verkeerd en onrechtvaardig is
Via opvoeding en cultuur normen, waarden en deugden eigen maken die ons handelen
motiveren
Ethiek
= reflectie op moraal, zoekt antwoorden op de vraag hoe te handelen, het goede, het juiste
Grieks ‘ethos’ = vermogen om het vertrouwen van het publiek te winnen
Systematische reflectie op moraal
De vraag naar fundering moraal, soorten moraal en uitwerking van kaders die ons morele handelen
kunnen begrijpen en sturen
Waarden
= wat we waardevol vinden, waar we waarde aan hechten
Fundamentele richtsnoeren voor ons gedrag
Gaat over ernaar leven/ ertoe opvoeden (bv. veiligheid)
Normen
= manieren waarop waarden gerealiseerd worden
Vorm van geboden of verboden
Houden zich bezig met ‘wat mag ik doen’, ‘wat moet ik doen’ en ‘wat moet of mag ik niet doen’
Deugden
= goed ervaren morele eigenschappen
Belichaamde waarden/ verinnerlijkte waarden
Uitingen waarop het goede zich uitdrukt in dagdagelijkse omgang met elkaar
Kwaliteiten die je hebt ontwikkeld die jou in staat stellen juist te handelen – het gaat over zijn (bv.
voorzichtigheid)
Moreel probleem
= wat is de beste manier om het goede te realiseren? handelingsalternatieven naar het beste
Moreel dilemma
= keuze tussen 2 verschillende mogelijkheden/ waarden wat je ook kiest, je verliest steeds iets
Specifieke vorm van moreel probleem
Morele nood
= bewustwording dat iets niet behoort, maar niemand hoort je
Bv. weet van mishandeling, maar niemand gelooft je jij en mishandelde persoon = morele nood
2