1
Kinderverpleegkunde
Bijeenkomst 1: Het herkennen en beoordelen van de respiratoir vitaal
bedreigde kind.
Belangrijke begrippen respiratie:
Ventilatie
Dit is de verplaatsing van lucht van buiten het lichaam
via de luchtwegen naar de longblaasjes (alveoli) waar
de gaswisseling plaatsvindt ; diffusie
Distributie
De verdeling van een geneesmiddel over het lichaam
is voornamelijk afhankelijk van de fysisch-chemische
eigenschappen, in het bijzonder de oplosbaarheid in
vet
Diffusie (1)
Diffusie is een proces waarmee in het lichaam vele stoffen worden vervoerd. Zo wordt zuurstof
via diffusie van de longblaasjes naar het bloed gediffundeerd, en diffundeert koolstofdioxide
vanuit het bloed richting de longblaasjes.
Diffusie (2)
Dat de stoffen zich verplaatsen van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een
lage concentratie, langs een concentratie-gradiënt.
Perfusie
De toevoer van een vloeistof door het bloedvatenstelsel of lymfevatenstelsel naar een bepaald
orgaan of weefsel.
Respiratie Functionele processen
, Respiratoir systeem Functionele processen
2
Voorbeeld hoge
obstructie: ontsteking
strottenhoofd
epiglottis of laryngitis
subglottica
Lage obstructie
Astma/ bronchiolitis
Respiratoir systeem Functionele processen
O2 grotendeels gebonden aan Hb, aan
het ijzerstenen in het centrum van de
haemgroepen
Hb+O2=HbO2. Afgifte van O2 in de
weefsels gaat onder
invloed van pO2 in
omgeving, pH en
temperatuur. Als een
skeletspier actief is
stijgt ter plaatse de
temperatuur, daalt
de pH en de pO2 ter
plaatse waardoor
meer O2 wordt
afgegeven.
CO2: 7% lost op in bloedplasma, 23% bindt aan globine
(carbaminohemoglobine), 70 % wordt als bicarbonaationen in het
bloedplasma vervoerd nadat het is omgezet is in koolzuur (H2CO3) via de formule CO2+H2O
Het grootste deel van de waterstof H+ ionen bindt zich aan Hb moleculen in de cel.
Bicarbonaationen verdwijnen het bloedplasma in voor inruilen van Cl- ( chlorideshift)
Zo zie je dat een verstoring in de ademhaling een direct gevolg heeft voor het zuur-base
evenwicht in het lichaam.
, Perfusie en ventilatie V/P ratio verlaagd
Pneunomie Atelectase
3
Actelase, door obstructie kan
er geen lucht in alveolie.
-Blauw = Zuurstofarm
-Rood = Zuurstofrijk
Perfusie en Ventilatie V/P ratio verhoogd
Trombus
Trombus-> Probleem in bloed,
dus geen toevoer vanuit het
bloed.
Atelectase of longatelectase is een aandoening waarbij (een deel van) de long geen lucht meer
krijgt en daardoor samenvalt (collaps). Atelectase wordt meestal veroorzaakt door een
obstructie (afsluiting) van een bronchus, een van de twee hoofdtakken van de trachea (luchtpijp)
die rechtstreeks naar de longen leiden.
Aspecten van de ademhaling die belangrijk zijn op jonge leeftijd
Surfactant: Is vloeibaar en bestaat uit eiwitten en vetten. Het wordt aangemaakt door speciale
cellen in je longblaasjes. Surfactant hecht zich aan het oppervlak van de longblaasjes en
verlaagt de oppervlaktespanning.
Compliantie ( mate van rekbaarheid )
Compliantie van de longen: is laag, dus de longen zijn niet rekbaar.
Compliantie van de thorax: Hoog, dwz de thorax is wel rekbaar (grotendeels kraakbeen)
Verschillen in anatomie en fysiologie
1. Anatomie luchtwegen: Groot achterhoofd, korte nek 1e 6 maanden neusademnhalers,
kraakbeen trachea maakt trachea nog slapper.
2. Luchtwegen zijn nauwer en daardoor sneller geobstrueerd.
, 4
3. Zuigelingen ademenen vooral met hun diafragma, minder type 1 spiervezels dus eerder
vermoeid.
4. Ribben liggen nog meer horizontaal en dragen daardoor minder bij aan thoraxexcursies.
5. Onrijpe aansturing van de ademhaling -> apneus
6. Kwetsbare longen, dus sneller longschade na beademing
7. Hoger metabolisme en hogere zuurstofbehoefte door snelle groei en relatief groot LO, bij
een gelijk terugvolume (5-7 ml/kg lichaamsgewicht)
Veel voorkomende oorzaken van respiratoire
insuf ciëntie op de kinderleeftijd.
1. Bronchopulmonale dysplasie
Hierbij zijn de longen beschadigd als gevolg van te vroeg geboren zijn (prematuriteit) samen
met schade door een ademhaling ondersteunende behandeling. -> Chronische
longaandoening
2. Bronchiolitis
Is een infectie van de lage luchtwegen. Dit zorgt voor ontstekingen en vernauwingen van de
kleine luchtwegen. Het geeft klachten als benauwdheid, een piepende ademhaling en koorts.
Bronchiolitis komt voornamelijk voor bij kinderen onder de 2 jaar, meestal in het herfst-
winterseizoen. -> Veel hoesten , maar nog geen pneunomie
3. Pneumonie
Een longontsteking van het longweefsel. Dit kan in een deel van de long (longkwab), in een
gehele long of soms in beide longen. Longontsteking wordt ook wel pneunomie genoemd.
4. Laryngitis subglottica
Dit is een medische term voor pseudo kroep. Door een virusinfectie raken de slijmvliezen van
de stembanden en bovenste luchtwegen ontstoken en zwellen op. Daardoor wordt het kind
hees. Gaat hoesten en kan moeite krijgen met inademden. Angst en huilen maken het
ademhalen nog moeilijker.
5. Epiglottitis
Is een ontsteking van een deel van de luchtwegen ( het strottenhoofd). De portaak is een
bacteriële infectie. Het strottenhoofd is het verbindingstuk tussen de keelholte en de luchtpijp.
fi
Kinderverpleegkunde
Bijeenkomst 1: Het herkennen en beoordelen van de respiratoir vitaal
bedreigde kind.
Belangrijke begrippen respiratie:
Ventilatie
Dit is de verplaatsing van lucht van buiten het lichaam
via de luchtwegen naar de longblaasjes (alveoli) waar
de gaswisseling plaatsvindt ; diffusie
Distributie
De verdeling van een geneesmiddel over het lichaam
is voornamelijk afhankelijk van de fysisch-chemische
eigenschappen, in het bijzonder de oplosbaarheid in
vet
Diffusie (1)
Diffusie is een proces waarmee in het lichaam vele stoffen worden vervoerd. Zo wordt zuurstof
via diffusie van de longblaasjes naar het bloed gediffundeerd, en diffundeert koolstofdioxide
vanuit het bloed richting de longblaasjes.
Diffusie (2)
Dat de stoffen zich verplaatsen van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een
lage concentratie, langs een concentratie-gradiënt.
Perfusie
De toevoer van een vloeistof door het bloedvatenstelsel of lymfevatenstelsel naar een bepaald
orgaan of weefsel.
Respiratie Functionele processen
, Respiratoir systeem Functionele processen
2
Voorbeeld hoge
obstructie: ontsteking
strottenhoofd
epiglottis of laryngitis
subglottica
Lage obstructie
Astma/ bronchiolitis
Respiratoir systeem Functionele processen
O2 grotendeels gebonden aan Hb, aan
het ijzerstenen in het centrum van de
haemgroepen
Hb+O2=HbO2. Afgifte van O2 in de
weefsels gaat onder
invloed van pO2 in
omgeving, pH en
temperatuur. Als een
skeletspier actief is
stijgt ter plaatse de
temperatuur, daalt
de pH en de pO2 ter
plaatse waardoor
meer O2 wordt
afgegeven.
CO2: 7% lost op in bloedplasma, 23% bindt aan globine
(carbaminohemoglobine), 70 % wordt als bicarbonaationen in het
bloedplasma vervoerd nadat het is omgezet is in koolzuur (H2CO3) via de formule CO2+H2O
Het grootste deel van de waterstof H+ ionen bindt zich aan Hb moleculen in de cel.
Bicarbonaationen verdwijnen het bloedplasma in voor inruilen van Cl- ( chlorideshift)
Zo zie je dat een verstoring in de ademhaling een direct gevolg heeft voor het zuur-base
evenwicht in het lichaam.
, Perfusie en ventilatie V/P ratio verlaagd
Pneunomie Atelectase
3
Actelase, door obstructie kan
er geen lucht in alveolie.
-Blauw = Zuurstofarm
-Rood = Zuurstofrijk
Perfusie en Ventilatie V/P ratio verhoogd
Trombus
Trombus-> Probleem in bloed,
dus geen toevoer vanuit het
bloed.
Atelectase of longatelectase is een aandoening waarbij (een deel van) de long geen lucht meer
krijgt en daardoor samenvalt (collaps). Atelectase wordt meestal veroorzaakt door een
obstructie (afsluiting) van een bronchus, een van de twee hoofdtakken van de trachea (luchtpijp)
die rechtstreeks naar de longen leiden.
Aspecten van de ademhaling die belangrijk zijn op jonge leeftijd
Surfactant: Is vloeibaar en bestaat uit eiwitten en vetten. Het wordt aangemaakt door speciale
cellen in je longblaasjes. Surfactant hecht zich aan het oppervlak van de longblaasjes en
verlaagt de oppervlaktespanning.
Compliantie ( mate van rekbaarheid )
Compliantie van de longen: is laag, dus de longen zijn niet rekbaar.
Compliantie van de thorax: Hoog, dwz de thorax is wel rekbaar (grotendeels kraakbeen)
Verschillen in anatomie en fysiologie
1. Anatomie luchtwegen: Groot achterhoofd, korte nek 1e 6 maanden neusademnhalers,
kraakbeen trachea maakt trachea nog slapper.
2. Luchtwegen zijn nauwer en daardoor sneller geobstrueerd.
, 4
3. Zuigelingen ademenen vooral met hun diafragma, minder type 1 spiervezels dus eerder
vermoeid.
4. Ribben liggen nog meer horizontaal en dragen daardoor minder bij aan thoraxexcursies.
5. Onrijpe aansturing van de ademhaling -> apneus
6. Kwetsbare longen, dus sneller longschade na beademing
7. Hoger metabolisme en hogere zuurstofbehoefte door snelle groei en relatief groot LO, bij
een gelijk terugvolume (5-7 ml/kg lichaamsgewicht)
Veel voorkomende oorzaken van respiratoire
insuf ciëntie op de kinderleeftijd.
1. Bronchopulmonale dysplasie
Hierbij zijn de longen beschadigd als gevolg van te vroeg geboren zijn (prematuriteit) samen
met schade door een ademhaling ondersteunende behandeling. -> Chronische
longaandoening
2. Bronchiolitis
Is een infectie van de lage luchtwegen. Dit zorgt voor ontstekingen en vernauwingen van de
kleine luchtwegen. Het geeft klachten als benauwdheid, een piepende ademhaling en koorts.
Bronchiolitis komt voornamelijk voor bij kinderen onder de 2 jaar, meestal in het herfst-
winterseizoen. -> Veel hoesten , maar nog geen pneunomie
3. Pneumonie
Een longontsteking van het longweefsel. Dit kan in een deel van de long (longkwab), in een
gehele long of soms in beide longen. Longontsteking wordt ook wel pneunomie genoemd.
4. Laryngitis subglottica
Dit is een medische term voor pseudo kroep. Door een virusinfectie raken de slijmvliezen van
de stembanden en bovenste luchtwegen ontstoken en zwellen op. Daardoor wordt het kind
hees. Gaat hoesten en kan moeite krijgen met inademden. Angst en huilen maken het
ademhalen nog moeilijker.
5. Epiglottitis
Is een ontsteking van een deel van de luchtwegen ( het strottenhoofd). De portaak is een
bacteriële infectie. Het strottenhoofd is het verbindingstuk tussen de keelholte en de luchtpijp.
fi
