1 Zorgblok 1: medicatietoediening en bloedafname
Basisbegrippen
Dosering/ de bepaalde hoeveelheid ervan
posologie
Standaarddosis/ De hoeveelheid stof die voor de gemiddelde zorgontvanger een optimaal effect geeft
gemiddelde dosis
Maximale dosis De dosis die maximaal mag toegediend worden vooraleer schadelijke effecten optreden
Minimale dosis De dosis die minimaal moet toegediend worden om een gunstig effect te verkrijgen
Therapeutische Is de marge tussen de minimale en maximale dosis (hoe groter de therapeutische breedte,
breedte hoe veiliger het geneesmiddel)
Toxische dosis De dosis die toxische verschijnselen veroorzaakt
Lethale dosis De dosis die de dood kan veroorzaken
Verloop van
plasmaconcentrati
e in de tijd
Dosering en leeftijd
Kinderen -> lagere dosis
- Lichaamsgewicht
- Lengte
Oudere zorgontvangers
- Snellere ophoping van geneesmiddelen met vergiftigingsverschijnselen
o Verminderde uitscheiding van afvalstoffen door een minder goede nierfunctie
o Lever minder goed functioneert -> trager verloopt dan normaal
, 2 Zorgblok 1: medicatietoediening en bloedafname
Farmacokinetiek vs farmacodynamiek
Farmacokinetiek Omschrijft wat het lichaam met het farmacon doet, de weg van het geneesmiddel.
-
Farmacodynamiek Omschrijft wat het farmacon met het lichaam doet
FARMACOKINETIEK
4 fasen:
- Eerste fase: de toediening van het geneesmiddel
- Tweede fase: de opname in het bloed
- Derde fase: de omzetting
- Vierde fase: de onvermijdelijke uitscheiding
Fase 1: toediening van het geneesmiddel
Vorm en toedieningswijze: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid: op de huid, in de huid, via slijmvliezen,
door de huid
Fase 2: opname in het bloed (resorptie)
Het actief bestanddeel van het geneesmiddel wordt via het bloed in het lichaam getransporteerd en
wordt naar de plaats gebracht waar zijn werkzaamheid vereist is.
Fase 3: omzetting (metabolisme)
Omzetting vindt hoofdzakelijk plaats in de lever, maar ook in spijsverteringsstelsel of het bloed zelf. ->
verklaard waarom het effect van het geneesmiddel steeds beperkt is in tijd.
Fase 4: de onvermijdelijke uitscheiding (excretie)
Bij omzetting van het actief bestanddeel ontstaan bepaalde producten die door het organismen
worden uitgescheiden, hetzij in de urine, hetzij in de ontlasting.
Cumulatie van geneesmiddelen
= wanneer er meer van het geneesmiddel wordt
toegediend dan dat er omgezet en uitgescheiden
wordt.
Basisbegrippen
Dosering/ de bepaalde hoeveelheid ervan
posologie
Standaarddosis/ De hoeveelheid stof die voor de gemiddelde zorgontvanger een optimaal effect geeft
gemiddelde dosis
Maximale dosis De dosis die maximaal mag toegediend worden vooraleer schadelijke effecten optreden
Minimale dosis De dosis die minimaal moet toegediend worden om een gunstig effect te verkrijgen
Therapeutische Is de marge tussen de minimale en maximale dosis (hoe groter de therapeutische breedte,
breedte hoe veiliger het geneesmiddel)
Toxische dosis De dosis die toxische verschijnselen veroorzaakt
Lethale dosis De dosis die de dood kan veroorzaken
Verloop van
plasmaconcentrati
e in de tijd
Dosering en leeftijd
Kinderen -> lagere dosis
- Lichaamsgewicht
- Lengte
Oudere zorgontvangers
- Snellere ophoping van geneesmiddelen met vergiftigingsverschijnselen
o Verminderde uitscheiding van afvalstoffen door een minder goede nierfunctie
o Lever minder goed functioneert -> trager verloopt dan normaal
, 2 Zorgblok 1: medicatietoediening en bloedafname
Farmacokinetiek vs farmacodynamiek
Farmacokinetiek Omschrijft wat het lichaam met het farmacon doet, de weg van het geneesmiddel.
-
Farmacodynamiek Omschrijft wat het farmacon met het lichaam doet
FARMACOKINETIEK
4 fasen:
- Eerste fase: de toediening van het geneesmiddel
- Tweede fase: de opname in het bloed
- Derde fase: de omzetting
- Vierde fase: de onvermijdelijke uitscheiding
Fase 1: toediening van het geneesmiddel
Vorm en toedieningswijze: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid: op de huid, in de huid, via slijmvliezen,
door de huid
Fase 2: opname in het bloed (resorptie)
Het actief bestanddeel van het geneesmiddel wordt via het bloed in het lichaam getransporteerd en
wordt naar de plaats gebracht waar zijn werkzaamheid vereist is.
Fase 3: omzetting (metabolisme)
Omzetting vindt hoofdzakelijk plaats in de lever, maar ook in spijsverteringsstelsel of het bloed zelf. ->
verklaard waarom het effect van het geneesmiddel steeds beperkt is in tijd.
Fase 4: de onvermijdelijke uitscheiding (excretie)
Bij omzetting van het actief bestanddeel ontstaan bepaalde producten die door het organismen
worden uitgescheiden, hetzij in de urine, hetzij in de ontlasting.
Cumulatie van geneesmiddelen
= wanneer er meer van het geneesmiddel wordt
toegediend dan dat er omgezet en uitgescheiden
wordt.