Les 7: Sociale psychologie
11.1. SOCIALE BEINVLOEDING
CONFORMISME (exp. van Asch)
= je gedrag naar dat van de groep voegen zonder dat er sprake is van een directe oproep om dit
te doen
Beïnvloedende factoren:
- grootte van de groep
- ambiguïteit van de situatie
- mate van expertise toegeschreven aan de groep
Redenen tot conformeren: accuraatheid x aanvaarding door de groep
! voor ieder van ons is het van vitaal belang om tot een groep te behoren
GEHOORZAAMHEID (proeven van Milgram)
= een reactie op een bevel en de meest rechtstreekse vorm van sociale beïnvloeding
Beïnvloedende factoren:
- aanwezigheid van medeweerstand
- fysieke aan/afwezigheid vd proe eider
- invloed graduele toename
! agentia shift: verantwoordelijkheid weggeven door het uitvoeren van iets ‘in opdracht’
in opstand komen tegen een autoriteits guur is niet iets waar veel mensen ervaring mee hebben
of zich goed bij voelen
DEÏNDIVIDUATIE
= groepsgedrag, individuele mensen die hun persoonlijke identiteit verliezen doordat ze een
onderdeel zijn van een massa
Beïnvloedende factoren:
- verhoogde opwinding
- anonimiteit
- verminderde individuele verantwoordelijkheid
! plunderen, vandalisme, wraak nemen, lynchen, lichamelijke risico’s nemen is gedrag dat
normaal geïndiceerd wordt maar in groep tot uiting kan komen
(Niet altijd negatieve gevolgen, doorgaans is in groep een positieve en waardevolle ervaring)
11.3. PERSOONSPERCEPTIE
Sociale cognitie = de studie van hoe mensen informatie over anderen waarnemen, onthouden en
interpreteren
a. De eerste indruk
waarneembare kenmerken roepen persoonlijkheidsverwachtingen op
- positieve indruk als mooi
- Gezicht: ‘babygezicht’/rijper gezicht
- Gelijkenis tussen de persoon en onszelf
- Ook stemmen
De impliciete persoonlijkheidstheorie: waarneembare kenmerken van de persoon koppelen aan
kennis die we in ons geheugen opgeslaan hebben over hoe mensen in elkaar zitten, die kennis;
het geheel van geheugenschema’s dat we hebben over verbanden tussen waarneembare
persoonseigenschappen en persoonlijkheidstrekken onderling
! vertekeningen in de impliciete persoonlijkheidstheorie:
fl fi
11.1. SOCIALE BEINVLOEDING
CONFORMISME (exp. van Asch)
= je gedrag naar dat van de groep voegen zonder dat er sprake is van een directe oproep om dit
te doen
Beïnvloedende factoren:
- grootte van de groep
- ambiguïteit van de situatie
- mate van expertise toegeschreven aan de groep
Redenen tot conformeren: accuraatheid x aanvaarding door de groep
! voor ieder van ons is het van vitaal belang om tot een groep te behoren
GEHOORZAAMHEID (proeven van Milgram)
= een reactie op een bevel en de meest rechtstreekse vorm van sociale beïnvloeding
Beïnvloedende factoren:
- aanwezigheid van medeweerstand
- fysieke aan/afwezigheid vd proe eider
- invloed graduele toename
! agentia shift: verantwoordelijkheid weggeven door het uitvoeren van iets ‘in opdracht’
in opstand komen tegen een autoriteits guur is niet iets waar veel mensen ervaring mee hebben
of zich goed bij voelen
DEÏNDIVIDUATIE
= groepsgedrag, individuele mensen die hun persoonlijke identiteit verliezen doordat ze een
onderdeel zijn van een massa
Beïnvloedende factoren:
- verhoogde opwinding
- anonimiteit
- verminderde individuele verantwoordelijkheid
! plunderen, vandalisme, wraak nemen, lynchen, lichamelijke risico’s nemen is gedrag dat
normaal geïndiceerd wordt maar in groep tot uiting kan komen
(Niet altijd negatieve gevolgen, doorgaans is in groep een positieve en waardevolle ervaring)
11.3. PERSOONSPERCEPTIE
Sociale cognitie = de studie van hoe mensen informatie over anderen waarnemen, onthouden en
interpreteren
a. De eerste indruk
waarneembare kenmerken roepen persoonlijkheidsverwachtingen op
- positieve indruk als mooi
- Gezicht: ‘babygezicht’/rijper gezicht
- Gelijkenis tussen de persoon en onszelf
- Ook stemmen
De impliciete persoonlijkheidstheorie: waarneembare kenmerken van de persoon koppelen aan
kennis die we in ons geheugen opgeslaan hebben over hoe mensen in elkaar zitten, die kennis;
het geheel van geheugenschema’s dat we hebben over verbanden tussen waarneembare
persoonseigenschappen en persoonlijkheidstrekken onderling
! vertekeningen in de impliciete persoonlijkheidstheorie:
fl fi