100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische kennis 1.2 $6.32   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische kennis 1.2

 5 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

medische kennis 1.2 samenvatting. alle leerdoelen uitgewerkt aan de hand van het boek en de hoorcolleges. zelf een 8,3 gehaald

Preview 4 out of 46  pages

  • Yes
  • June 2, 2023
  • 46
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Medische kennis 1.2

Hoorcollege 1, Het Hormoonstelsel
Hoofdstuk 10 anatomie en fysiologie, hoofdstuk 12 pathologie

De belangrijkste groepen hormonen noemen en de algemene mechanismen van de
werking van hormonen op doelorganen verklaren:
In totaal kan de hypofyse 9 hormonen afgeven. Ook weten wat hun effect is.
 ACTH  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt de
bijnier. De bijnier maakt adrenaline en noradrenaline. Hoe meer ACTH wordt
afgegeven hoe meer hormonen de bijnierschors gaat afgeven.
 TSH  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt de
schildklier. Ligt aan de hoeveelheid afgegeven TSH hoeveel hormonen (T3, T4) de
schildklier gaat afgeven.
 GH  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt bijna alle
cellen in je lichaam, maar vooral effect op skeletspiercellen en kraakbeencellen.
(Lever speelt een rol)
 PRL  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt de
klieren in de borst. Met name de melkklieren, en dus vooral bij vrouwen tijdens de
zwangerschap om melk te maken.
 FSH  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt de
geslachtsorganen van mannen en vrouwen. Invloed op de testes (zaadbal) bij de man
en op de ovaria (eierstok) bij de vrouw. Zorgt ervoor dat de eicel tot rijping komt en
dat zaadcellen worden gemaakt.
 LH  gemaakt en afgegeven door de hypofysevoorkwab en het beïnvloedt de
geslachtsorganen van mannen en vrouwen. Invloed op de testes bij de man en op de
ovaria bij de vrouw. 1 keer per 4 weken komt een eicel volledig tot rijping en dan heb
je een eisprong en dat gebeurt onder invloed van LH. LH zorgt ervoor dat er een
eisprong komt.
 MSH ........
 ADH  wordt afgegeven door de hypofyse-achterkwab. Invloed op je nier. Hoeveel
er wordt afgegeven bepaald hoeveel je plast. ADH remt het plassen.
 OXT  wordt afgegeven door de hypofyse-achterkwab. Bij de vrouw invloed op de
zwangerschap en geboorte. Spierweefsel samentrekken in de baarmoeder, heb je
nodig voor weeën. In de kraamtijd beïnvloedt het ook de melkklieren, het zorgt
ervoor dat de melkklieren samentrekken en dus de melk gaat stromen.

De ligging, de hormonen en functies van de hypofyse beschrijven:
Het hormonale stelsel wordt aangestuurd vanuit de hersenen (de hypofyse samen met de
hypothalamus).
De hypothalamus en de hypofyse geven samen voortdurend instructies aan de hormonale
klieren. En ze doen dat door zelf ook hormonen af te geven.



De hypofyse bestaat uit twee delen:

,  Hypofyse voorkwab (adenohypofyse). Adeno betekent klier, dus de voorkwab bevat
zelf klierweefsel en kan dus ook zelf hormonen maken en afgeven.
 Hypofyse achterkwab (neurohypofyse). Neuro betekent zenuw, dus het bevat
zenuwweefsel. Het kan niet zelf hormonen maken, maar het kan wel hormonen die
in de hypothalamus worden gemaakt via het zenuwweefsel doorgeven aan de
hypofyse achterkwab en op die manier hormonen afgeven.

De ligging, de hormonen, functies en aandoeningen van de bijnieren beschrijven:
De bijnier bestaat uit het bijniermerg en de bijnierschors. De bijnier maakt adrenaline en
noradrenaline en cortisol.
Hoe het werkt:
In je lichaam heb je bepaalde hormonale klieren (bijvoorbeeld de schildklier en de bijnier)
Op basis van instructie gaan ze hormonen afgeven aan het bloed en die hormonen kunnen
overal terecht komen.
Elk hormoon heeft een bepaalde receptor, waardoor die een specifiek celtype kan
herkennen. Het herkent bijvoorbeeld de receptoren van de skeletspieren, dan kan die eraan
binden en dan een boodschap of opdracht doorgeven.

Ziekte van Cushing
Het endocriene orgaan de bijnier werkt niet goed. De bijnierschors werkt te hard en het
geeft dan te veel hormonen af. Je hebt een verhoogde cortisol spiegel  vaak vetophoping,
dun haar, blauwe plekken, dunne huid
 Prednison (medicijn) lijkt heel erg op cortisol en dan krijg je ook deze klachten (als je
het veel gebruikt). Het is een ontstekingsremmer.

De ligging, de hormonen, functies van de schildklier beschrijven en de pathofysiologie van
hypothyreodie en hyperthyreoïdie beschrijven:
De schildklier geeft de hormonen T3 en T4 af aan het bloed. Deze hormonen regelen de
stofwisseling. Hoe je lichaam energie haalt uit het voedsel dat je eet.

Ziekte van Graves
Het endocriene orgaan de schildklier werkt niet goed. Het werkt te hard. Te veel hormonen
afgeven en bij patiënten die dit hebben werkt alles een beetje te snel omdat het de cel
metabolisme stimuleert.
 Behandelen met radioactief jodium want de schildklier gaat dat opnemen en dan
gaan schildkliercellen kapot en hopelijk gaan ze dan weer normaal werken.

Bloedonderzoek  TSH sterk verhoogd en het schildklierhormoon (thyroxine) verlaagd.
Dit wijst op een hypothyreoïdie (te langzaam werkende schildklier)
2 scenario’s mogelijk als oorzaak:
- Ligt het aan de schildklier
- Ligt het aan de hypofyse
TSH is sterk verhoogd door de hypofyse omdat het schildklierhormoon verlaagd is dus de
schildklier zou harder moeten gaan werken maar dat doet het niet dus het ligt aan de
schildklier zelf.

Oorzaken van een gestoorde schildklierwerking

,Hypothyreoïdie
- Chronische ontsteking
- Thryreoïditis (tijdelijk)
- Latrogeen: radioactief jodium, na radiotherapie/ chirurgie, door bepaalde medicatie
Hyperthyreoïdie
- Ziekte van Graves: auto-immuunziekte: 70-80%

Symptomen schildklierstoornis
Als de schildklier te langzaam werkt
 Traagheid, gewichtstoename, vermoeidheid
 Droog, koud, bleek
 Opgeblazen gezicht, uitpuilende ogen
 Stemverandering
 Bradycardie (verlaagde hartslag)

Als de schildklier te hard werkt
 Hoge hartslag (tachycardie)
 Gestrest
 Veel darmperistaltiek

Behandeling hypothyreoïdie
Medicijn dat werkt als schildklierhormoon
 Levothyroxine
Werking 3-5 dagen, regelmatig controle TSH en T4, leven lang behandelen

De functie van de endocriene pancreas beschrijven en de hormonale regulatie van de
bloedsuikerspiegel beschrijven:
Pancreas
 Endocriene functie (hormonaal). Eilandjes van Langerhans. Alfacellen: glucagon.
Bètacellen: insuline. Zorgen ervoor dat je glucosespiegel tussen de 4 en 8 mmol blijft.
 Exocriene functie (niet-hormonaal). Behoort tot het spijsverteringsstelsel. Het maakt
verteringsenzymen (amylase en lipase) en geeft dat aan het eerste deel van de dunne
darm.

Gegeten  eten wordt verteerd en koolhydraten worden afgebroken tot glucose.
Glucose wordt opgenomen in je bloed. Glucosegehalte in je bloed stijgt.
Als je een hoog bloedsuiker hebt dan gaat je pancreas insuline afgeven.
Insuline stimuleert de opname van glucose uit het bloed naar de cel.
Dan wordt de glucosespiegel weer lager. De glucose dient als brandstof in de cel en kan dus
verbruikt worden en er energie van gemaakt worden.
Er blijft nog wel glucose in je bloed zitten en dat ga je onder invloed van insuline opslaan.
De opslag van glucose heet glycogeen. Ook bij de opslag van vetten en eiwitten zien we
glycogeen.
DUS INSULINE LAAT JE BLOEDSUIKER DALEN

Niets gegeten voor een tijd  lage bloedsuikerspiegel. Je pancreas gaat glucagon afgeven.
Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt afgebroken tot glucose en dat wordt afgegeven

, aan je bloed. Kan ook zijn dat je vetten of eiwitten gaat afbreken en dat is een nadeel want
er kunnen stofjes vrijkomen waar je zuur van kan worden. Dat stofje heten ketonen.
Je verzuurt. GLUCAGON LAAT JE BLOEDSUIKER STIJGEN.

Diabetes mellitus  insuline te kort
Glucose = energiebron voor cellen
Insuline is nodig om glucose de cel in te krijgen
Bij diabetes heb je geen/ te weinig insuline of onvoldoende werking ervan  gevolg =
glucose kan niet vanuit het bloed de cel in en het glucose blijft dus in het bloed zitten en het
gehalte wordt dan veel te hoog = hyperglykemie.
Je cel heeft nu geen brandstof  gaat vetten en eiwitten verbranden en er komen ketonen
vrij. In het ernstigste geval kan je een zuur base stoornis in het evenwicht.
Patiënten merken dat de bloedsuikerspiegel heel hoog is omdat je de glucose gaat afvoeren,
je gaat het uitplassen en de glucose komt dus in je urine terecht = glucosurie. Je merkt dat
doordat ze heel veel dorst hebben omdat ze heel veel moeten plassen.

De pathofysiologie van Diabetes Mellitus type 1 en 2 beschrijven, en de symptomen,
diagnostiek, behandeling en complicaties van Diabetes Mellitus type 1 en 2 beschrijven:
Typen diabetes
DM type 1:
 Geen/ te weinig insuline
 Auto-immuunziekte
 Ontstaat < 40 jaar
 Altijd insulineafhankelijk
Klachten: verstoring zuur base evenwicht, veel plassen, veel dorst

DM type 2:
 Insulineresistentie
 Ouderdomsdiabetes
 Overgewicht
 Soms insulineafhankelijk
Geen klachten of langer termijn klachten (minimaal)

Het doel van de behandeling van diabetes is dat de glucosespiegel van het bloed weer
binnen de normaalwaarden komt.
Chronisch verhoogde bloedsuiker kan namelijk je bloedvaten beschadigen.
Schade aan grote bloedvaten: atherosclerose
Schade aan kleine bloedvaten: retinopathie (ogen), nefropathie (nieren), neuropathie
(zenuwen in je voeten of handen)
Door neuropathie ontstaat de diabetesvoet




Acute symptomen hyperglykemie (verhoogd bloedsuikerspiegel)
 Veel plassen (polyurie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosmarijnvdvoort. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.32  2x  sold
  • (0)
  Add to cart