Deel de Groot – Begrijpend lezen
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding
Hoofdstuk 4 Begrijpend lezen
Problemen zijn in twee hoofdtypen toe te schrijven:
- toegang tot de geschreven taal via decoderen, synthetiseren en herkennen van geschreven
woorden.
- problemen met het achterhalen van de betekenis en bedoelen van een geschreven tekst
Fonologische taalverwerkingsproblemen
Ja Nee
Niet-fonologische Ja Leerlingen met Zwakke begrijpers
taalverwerkingsproblemen specifieke
taalstoornissen
Nee Dyslectici Normale lezers
> Dyslectici hebben uitsluitend tekorten op de fonologische dimensie
> Bij sommige leerlingen is er sprake van een dubbel probleem: tekorten in fonologische verwerking
en tekorten in de taalverwerking. vorm van autisme of taalpathologie
> Zwakke begrijpers: leerlingen met een normaal ontwikkelde technische leesvaardigheid, maar met
problemen op het gebied van begrijpen, doorgronden, verdiepen, uitwerken en onthouden van de
informatie moeite met leren via teksten. Worden doorgaans pas laat ontdekt.
1. Wat is begrijpend lezen?
Doelgerichte activiteit. Inhoud van een tekst begrijpen. Manier waarop de opdracht is geformuleerd
en het soort vragen beïnvloeden de manier waarop ze te werk gaan.
1.1 Begrijpen: constructie van een situatiemodel
Kern leerproces = vormen van een situatiemodel. tekstbegrip. Situatiemodel = mentale
representatie die tijdens het leesproces wordt gevormd en wordt bijgesteld door de info die wordt
gelezen.
De tekst levert belangrijke bouwstenen voor de constructie van het situatiemodel. De lezer vult het
aan dmv eigen kennis of redeneren.
Belangrijke eigenschap situatiemodel: analoge, tijd-ruimtelijke representatie van de tekstinhoud.
Oorzaak-gevolg relaties zijn belangrijke elementen.
1.2 Bouwstenen
Woorden van een tekst: lexicale niveau
Woorden in zinsverband (syntactische niveau)
Zinnen in tekstverband (tekstniveau)
De vraag is hoe de relaties de constructie van het situatiemodel sturen.
Elementaire bouwsteen van begrijpend lezen = propositie. De lezer vormt een propositionele
representatie van de zinsbetekenis door woordbetekenissen uit het geheugen op te diepen en met
elkaar in verband te brengen.
Propositie bestaat uit relationele term (werkwoord) en één of meer argumenten. De samenhang
wordt deels bepaald door lexicale en grammaticale info die in de oppervlaktestructuur van de tekst
is vervat.
2. Begrijpend lezen als proces van constructie en integratie
Hoe wordt uit proposities een situatiemodel gemaakt dat het tekstbegrip van een lezer
representeert? inferentie-afleidingen, gevolgtrekking en redeneringen. Begrijpend lezen =
denken werkgeheugen!
Verschillende typen inferentieprocessen op basis van twee dimensies:
- automatisch/associatief <> bewust/gecontroleerd
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding
Hoofdstuk 4 Begrijpend lezen
Problemen zijn in twee hoofdtypen toe te schrijven:
- toegang tot de geschreven taal via decoderen, synthetiseren en herkennen van geschreven
woorden.
- problemen met het achterhalen van de betekenis en bedoelen van een geschreven tekst
Fonologische taalverwerkingsproblemen
Ja Nee
Niet-fonologische Ja Leerlingen met Zwakke begrijpers
taalverwerkingsproblemen specifieke
taalstoornissen
Nee Dyslectici Normale lezers
> Dyslectici hebben uitsluitend tekorten op de fonologische dimensie
> Bij sommige leerlingen is er sprake van een dubbel probleem: tekorten in fonologische verwerking
en tekorten in de taalverwerking. vorm van autisme of taalpathologie
> Zwakke begrijpers: leerlingen met een normaal ontwikkelde technische leesvaardigheid, maar met
problemen op het gebied van begrijpen, doorgronden, verdiepen, uitwerken en onthouden van de
informatie moeite met leren via teksten. Worden doorgaans pas laat ontdekt.
1. Wat is begrijpend lezen?
Doelgerichte activiteit. Inhoud van een tekst begrijpen. Manier waarop de opdracht is geformuleerd
en het soort vragen beïnvloeden de manier waarop ze te werk gaan.
1.1 Begrijpen: constructie van een situatiemodel
Kern leerproces = vormen van een situatiemodel. tekstbegrip. Situatiemodel = mentale
representatie die tijdens het leesproces wordt gevormd en wordt bijgesteld door de info die wordt
gelezen.
De tekst levert belangrijke bouwstenen voor de constructie van het situatiemodel. De lezer vult het
aan dmv eigen kennis of redeneren.
Belangrijke eigenschap situatiemodel: analoge, tijd-ruimtelijke representatie van de tekstinhoud.
Oorzaak-gevolg relaties zijn belangrijke elementen.
1.2 Bouwstenen
Woorden van een tekst: lexicale niveau
Woorden in zinsverband (syntactische niveau)
Zinnen in tekstverband (tekstniveau)
De vraag is hoe de relaties de constructie van het situatiemodel sturen.
Elementaire bouwsteen van begrijpend lezen = propositie. De lezer vormt een propositionele
representatie van de zinsbetekenis door woordbetekenissen uit het geheugen op te diepen en met
elkaar in verband te brengen.
Propositie bestaat uit relationele term (werkwoord) en één of meer argumenten. De samenhang
wordt deels bepaald door lexicale en grammaticale info die in de oppervlaktestructuur van de tekst
is vervat.
2. Begrijpend lezen als proces van constructie en integratie
Hoe wordt uit proposities een situatiemodel gemaakt dat het tekstbegrip van een lezer
representeert? inferentie-afleidingen, gevolgtrekking en redeneringen. Begrijpend lezen =
denken werkgeheugen!
Verschillende typen inferentieprocessen op basis van twee dimensies:
- automatisch/associatief <> bewust/gecontroleerd