100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting levenslooppsychologie

Rating
4.5
(2)
Sold
8
Pages
67
Uploaded on
23-05-2023
Written in
2022/2023

Samenvatting van de volledige samenvatting levenslooppsychologie. Aan de hand van powerpoint, cursus en notities gemaakt. Alles staat er duidelijk in! :)

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 23, 2023
Number of pages
67
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

H1: INLEIDING
1. EEN ORIËNTATIE OP DE LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE

1.1 EEN DEFINITIE VAN LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE

 Levenslooppsychologie= de wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering en
stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd, dus van conceptie tot aan de dood
 Definitie kan je opdelen in 3 delen
o Wetenschappelijke benadering: onderzoek, hypotheses, wetenschappelijke bewijzen
o Menselijke ontwikkeling: universeel? Culturele, raciale en etnische verschillen? Unieke
aspecten van individuen?
o Mens ontwikkelt in elke periode van zijn leven: groei en verandering tot einde van leven

1.2 WAT IS ONTWIKKELING

 Ontwikkelen= het veranderen van een aanwezige structuur
 Gedragsveranderingen
o Verwerven van nieuwe mogelijkheden (Bv: rond leeftijd van 1 begin je te lopen)
o Verliezen van bepaalde vaardigheid (Bv: opa wordt oud, heeft het moeilijk om te onthouden)
 Ontwikkeling is een levenslang proces  geen momentopname, geleidelijke verandering

1.3 ACTUELE VRAAGSTUKKEN EN ONDERWERPEN IN DE LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE


1.3.1 CONTINUE VERANDERING VERSUS DISCONTINUE VERANDERING

Continue verandering Discontinue verandering
 Ontwikkeling is geleidelijk aan en vloeien de  Aparte stappen of stadia
prestaties op een bepaald niveau voort uit  Ontwikkelen= beklimmen van trap, waarbij
die van vorige niveaus elke stap overeenkomt met rijpere of meer
 Kwantitatief georganiseerde manier van functioneren
 Lente en woordenschat  Kwantitatief en kwalitatief
 Denkontwikkeling, motorische ontwikkeling


1.3.2 KRITIEKE EN GEVOELIGE PERIODEN

Kritieke/ kritische periode Gevoelige periode
 = specifieke periode in de ontwikkeling  Organismen zijn extra ontvankelijk voor
waarin een bepaalde gebeurtenis de bepaalde soorten stimuli in hun omgeving
grootste consequenties heeft
 De aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli zijn noodzakelijk voor een
normale ontwikkeling
 Bv: ma tijdens begin zwangerschap rubella

,1.3.3 NATURE VS NURTURE

Nature Nurture
 Eigenschappen, vermogens en  De omgevingsinvloeden die bepalend
capaciteiten geërfd van de ouders zijn voor ons gedrag
 Geleidelijk ontvouwen van  Kunnen biologisch en sociaal van aard
voorbestemde genetische informatie zijn
(maturatie)  Resultaat van maatschappelijke factor


1.3.4 LEVENSLOOP PERSPECTIEF VERSUS FOCUS OP SPECIFIEKE PERIODEN

 Vroeger: vooral richten op babytijd en adolescentie
 Nu: kijken we naar totale levensloop (levenslooppsychologie)

1.4 HET LEVENSLOOP PERSPECTIEF: UITGANGSPUNTEN


1.4.1 ONTWIKKELING IS ENE LEVENSLANG PROCES

 In elke levensfase zijn er belangrijke ontwikkelingen
 Er kan verandering optreden op verschillende domeinen (cognitieve, emotionele, sociale)
 In elke levensfase zijn er verschillende ontwikkelingstaken


1.4.2 ONTWIKKELING IS MULTI-DIMENSIONELE EN MULTI-DIRECTIONEEL

 Multi-dimensioneel: ontwikkeling kan plaats hebben op verschillende domeinen (lichamelijk,
cognitief, sociale, emotioneel)
 Multi-directioneel: de ontwikkeling van je vaardigheden is niet oneindig. In elke levensfase, zie je een
toename en afname van vaardigheden en kennis op verschillende domeinen


1.4.3 ONTWIKKELING IS PLASTISCH (VERANDERBAAR)

 Ontwikkeling is plastisch in elke leeftijdsfase (ook op oudere leeftijd)


1.4.4 ONTWIKKELING WORDT BEÏNVLOED DOOR MEERDERE, INTRAGERENDE FACTOREN

 Ieder mens behoort tot een cohort= groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren
 Belangrijke sociale gebeurtenissen (oorlogen, hongersnoden…) hebben bepaalde invloed op alle leden
 Normatieve gebeurtenissen= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken
 Soorten normatieve gebeurtenissen
o Normatieve historisch bepaalde invloeden: 9/11, oorlog
o Normatieve leeftijdsgebonden invloeden: menopauze
o Normatieve socio-culturele bepaalde invloeden: immigrantenkinderen
 Niet-normatieve gebeurtenissen= specifieke, atypische gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meest andere mensen niet
overkomen (Bv: borstkanker)

,2. DE REIKWIJDTE VAN HET VAKGEBIED

2.1 ONTWIKKELINGSFASEN EN -DOMEINEN

 Ontwikkelingsfasen:
o Prenatale ontwikkeling
o Geboorte en pasgeborene
o Babytijd (eerste levensjaar)
o Peutertijd (1 tot 3 jaar)
o Kleutertijd (3 tot 6 jaar)
o Lagere schooltijd (6 tot 12 jaar)
o Adolescentie (12 tot 20 jaar)
o Jongvolwassenheid (20 tot 40 jaar)
o Volwassenheid (40 tot 60 jaar)
o Ouderdom (60 jaar tot dood)
 Ontwikkelingsdomeinen:
o Lichamelijke ontwikkeling: lichamelijke groei
o Motorische ontwikkeling: motoriek en bewegingen
o Tekenontwikkeling
o Perceptuele ontwikkeling: ontwikkeling van zintuigen
o Seksuele ontwikkeling: seksualiteit, verkennen van eigen lichaam
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Cognitieve ontwikkeling: ontwikkeling van het denken
o Taalontwikkeling: leren praten
o Morele ontwikkeling: wat is goed en kwaad
o Spelontwikkeling: spelen
o Persoonlijkheidsontwikkeling: eigen identiteit
 Horizontale samenhang= ontwikkelingsgebieden binnen één leeftijdsfase
 Verticale samenhang= samenhang binnen één ontwikkelingsdomein

2.2 THEORETISCHE PERSPECTIEVEN

Psychodynamisch Het onbewuste of crisissen als drijfkracht Freud en Erikson
van ontwikkeling
Behavioristisch Ontwikkeling enkel te begrijpen vanuit Pavlov en Skinner
waarneembaar gedrag
Cognitief Bestudeert vooral hoe mensen informatie Piaget
verwerken
Contextueel/ecologisch Benadrukt de onderlinge verbanden Vygotsky en Bronfenbrenner
tussen ontwikkelingsgebieden en het
belang van culturele factoren bij de
menselijke ontwikkeling
Evolutionair of Schrijft gedrag toe aan genetische erfenis Bowlby
ethologisch van onze voorouders

, H2: PRENATALE ONTWIKKELING
1. PRENATALE GROEI EN VERANDERING

1.1 BEVRUCHTING: HET MOMENT VAN DE CONCEPTIE

 Vanaf begin wordt kind beïnvloed door omgevingsfactoren
 Vanaf puberteit hebben vrouwen eiersprong  eicel wordt bevrucht door zaadcel (= conceptie)
 Eicel en zaadcel komen samen tot ééncellige zygote
 In prenatale fase onderscheiden we 3 perioden

1.2 DE STADIA VAN DE PRENATALE ONTWIKKELING

1.2.1 DE GERMINALE PERIODE OF KIEMSTADIUM (EERSTE TWEE WEKEN)
 Begin van zygote (bevruchte eicel)  beweegt zich verder om in baarmoeder te nestelen
 Methodische celdeling: de cellen van het organisme nemen toe in aantal en krijgen
functies
 Vorming van:
o Moederkoek (placenta): voedingsstoffen
o Navelstreng: verbinding
o Vruchtzak: bescherming
 Innesteling van zygote in baarmoeder is cruciaal moment  mislukking is niet
zeldzaam en wordt vaak niet opgemerkt
 Tijdens innestelingsperiode wordt zwangerschapshormoon afgescheiden  menstruatie blijft uit

1.2.2 DE EMBRYONALE PERIODE (2 TOT 8 WEKEN)
 We spreken over een embryo
 In- en uitwendige structuren zullen gevormd worden
 We onderscheiden 3 cellagen
o Endoderm: meeste inwendige organen (lever, darmen…)
o Mesoderm: skelet, spierstelsel, hart, bloed, geslacht
o Ectoderm: huid, haar, tanden, zintuigen
 Eind derde week: kloppend hart
 Vanaf 5e week: snelle groei hoofd en begin van ledematen
 8e week: menselijke vormen duidelijk te worden
 Organogenese: orgaansysteem begint zich te ontwikkelen
 Kind is extra kwetsbaar in deze periode
 Teratogenen= alle externe schadelijke invloeden

1.2.3 DE FOETALE PERIODE (8 TOT 38 WEKEN)
 Foetus ondergaat veranderingen
 Kwetsbare fase is voorbij  minder kans op spontane abortus
 Gekenmerkt door groei en verdere ontwikkeling
 Eind 3e maand: gelslachtsontwikkeling zichtbaar
 Vanaf 3e maand: foetus gaat bewegen en reageren op prikkels  spieren worden
geoefend, ook reflexen zoals zuigreflex en grijpreflex
 Vanaf 4e maand  bewegingen zijn voelbaar voor moeder  belangrijk
psychologisch moment

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
6 months ago

6 months ago

4.5

2 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
jillstudent2022 Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
26
Member since
3 year
Number of followers
13
Documents
13
Last sold
6 months ago

4.7

3 reviews

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions