ASWidP werkgroep 4
Ecologische problemen hebben ook veel raakvlakken met maatschappelijke aspecten.
Duurzaamheid / ecologische transformatie is misschien wel het grootste sociale probleem;
door de verwoestijning zullen er hele volkeren op de vlucht slaan. De technologie is er, maar
we willen het niet. Ik wil het, jij wil het, maar de abstracte ‘we’ wil het niet. Politiek gezien is er
geen wereldgemeenschap.
Duurzaamheid betekent dat de huidige generatie in zijn behoeften wordt voorzien, maar
hierbij moet ook op de behoeften van de volgende generatie worden gelet. Hoe praktisch dat
ook klink, er is een empirisch probleem: hoe weet/waardeer/definieer je de behoeften van
huidige en volgende behoeften?
Max-neef: er is een scheiding tussen wat mensen willen en wat mensen kunnen.
Technologisch kan het, maar politiek niet.
Gebrek aan gemeenschappelijkheid: je kan niks meer bereiken, tenzij het via de wet gaat.
Wat mensen willen, hangt af van je waardeoriëntatie: wat vind je belangrijk? Wat mensen
kunnen, hangt af van persoonlijke omstandigheden en sociale omstandigheden.
Brundtland Commission: gelijkheid tussen huidige en toekomstige generaties is vrijwel
onmogelijk door een generatiekloof. Daarbij worden de beperkingen steeds groter,
Twee niveaus van denken
Waardeoriëntaties: doelen die we na willen streven met zijn allen, voor zijn allen, ‘the good
life’. Deze hangen samen met een wereldbeeld wat we met zijn allen delen. Dit is een
resultaat van socialisatie: individuele of collectieve lens. Duurzaamheid is heel lastig, want
het begint wel bij jou als individu, maar je hebt er nog niet ‘direct’ last van.
Capabilities: wat we kunnen, economische omstandigheden.
Big world = collectief
Small world = individueel
Het model is geen fantasie, geen hersenspinsel, het is een indeling van groepen
(geven/nemen en big world/small world) op basis van empirisch onderzoek.
Hedonist = genotsgedreven persoon.
Wereldbeelden worden gedomineerd door de meerderheid en invloedrijke personen.
Centrifugal forces: er ontstaat een eenheidsgat in het midden omdat de centrifugale krachten
het gedeelde wereldbeeld steeds meer uiteen drijven.
Identification-pull: mensen willen graag ergens bijhoren, want dit heel allerlei voordelen.
Mensen worden naar de buitenkant getrokken door die identificatie.
Responsibility-push: in het midden blijven vraagt teveel verantwoordelijkheden, dus mensen
worden uit het midden geduwd naar de buitenkant.
Reinforcement:een nieuw wereldbeeld gaat gepaard met organisaties en instituties die regels
richtlijnen opstellen.
Ecologische problemen hebben ook veel raakvlakken met maatschappelijke aspecten.
Duurzaamheid / ecologische transformatie is misschien wel het grootste sociale probleem;
door de verwoestijning zullen er hele volkeren op de vlucht slaan. De technologie is er, maar
we willen het niet. Ik wil het, jij wil het, maar de abstracte ‘we’ wil het niet. Politiek gezien is er
geen wereldgemeenschap.
Duurzaamheid betekent dat de huidige generatie in zijn behoeften wordt voorzien, maar
hierbij moet ook op de behoeften van de volgende generatie worden gelet. Hoe praktisch dat
ook klink, er is een empirisch probleem: hoe weet/waardeer/definieer je de behoeften van
huidige en volgende behoeften?
Max-neef: er is een scheiding tussen wat mensen willen en wat mensen kunnen.
Technologisch kan het, maar politiek niet.
Gebrek aan gemeenschappelijkheid: je kan niks meer bereiken, tenzij het via de wet gaat.
Wat mensen willen, hangt af van je waardeoriëntatie: wat vind je belangrijk? Wat mensen
kunnen, hangt af van persoonlijke omstandigheden en sociale omstandigheden.
Brundtland Commission: gelijkheid tussen huidige en toekomstige generaties is vrijwel
onmogelijk door een generatiekloof. Daarbij worden de beperkingen steeds groter,
Twee niveaus van denken
Waardeoriëntaties: doelen die we na willen streven met zijn allen, voor zijn allen, ‘the good
life’. Deze hangen samen met een wereldbeeld wat we met zijn allen delen. Dit is een
resultaat van socialisatie: individuele of collectieve lens. Duurzaamheid is heel lastig, want
het begint wel bij jou als individu, maar je hebt er nog niet ‘direct’ last van.
Capabilities: wat we kunnen, economische omstandigheden.
Big world = collectief
Small world = individueel
Het model is geen fantasie, geen hersenspinsel, het is een indeling van groepen
(geven/nemen en big world/small world) op basis van empirisch onderzoek.
Hedonist = genotsgedreven persoon.
Wereldbeelden worden gedomineerd door de meerderheid en invloedrijke personen.
Centrifugal forces: er ontstaat een eenheidsgat in het midden omdat de centrifugale krachten
het gedeelde wereldbeeld steeds meer uiteen drijven.
Identification-pull: mensen willen graag ergens bijhoren, want dit heel allerlei voordelen.
Mensen worden naar de buitenkant getrokken door die identificatie.
Responsibility-push: in het midden blijven vraagt teveel verantwoordelijkheden, dus mensen
worden uit het midden geduwd naar de buitenkant.
Reinforcement:een nieuw wereldbeeld gaat gepaard met organisaties en instituties die regels
richtlijnen opstellen.