100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - ethiek en levensbeschouwing

Rating
-
Sold
-
Pages
26
Uploaded on
17-05-2023
Written in
2022/2023

In dit document kan je een samenvatting van de theorie van ethiek en levensbeschouwing vinden.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 17, 2023
Number of pages
26
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING ETHIEK EN LEVENSBESCHOUWING
 Menselijke identieit of persoonidentiteit
o We ervaren onszelf als een persoon met verleden, heden en
toekomst
o Soms zijn er ingrijpende veranderingen in ons leven
o Lichaam en gesst zijn voortdurend in verandering, maar het gaat
steeds om het lichaam en geest van dezelfde persoon
o Persoonsidentiteit wordt in het dagelijkse leven niet als een
probleem ervaren:
 Filosofische probleem: we veranderen zoveel tijdens het
leven, hoe komt het dan dat we niet twijfelen da we 1 zelfde
persoon blijven?
 We ervaren onszelf als dezelfde persoon omdat iedereen
overeenstemt met een ziel
o Een persoon is zijn ziel; ziel is onstergelijk en met deze ziel staat
ieders identiteit vast
 Wat is filosofie
o Vertaling uit het grieks= liefde voor wijsheid
o Antwoorden formuleren op belangrijke vragen
o Gebruik van rede (rationeel denken), argumentatie is belangrijk
o Op zoek naar ‘ware kennis’
o Ethiek of moraalfilosofie: ‘wat is goed handelen?’

Voorbeeld:
Iemand begaat een misdaad op 20 jaar en wordt veroordeeld als die 80 jaar is. Is
A nog A?
 Ja, identiteit heeft niets te maken met leeftijd. Identiteit wortelt zich in het
bewijstzijn. De mens weet dat hij nog altijd diegene is dat hij ooit is
geweest. Iederen persoon stemt overeen met zijn ziel. Een persoon is zijn
ziel en omdat zijn ziel onsterfelijk is, staat de identiteit en diepste weze
voor eeuwig vast.
 Of; identiteit is het bewustzijn dat iemand heeft van handelingen en
gedachten uit het verleden. We zijn dezelfde persoon als in eerdere
perioden in ons leven doordat onze herinneringen ons met ons eerdere zelf
verbinden.

EEN HISTORISCH-FILOSOFISCHE BLIK OP HET CONCEPT
IDENTITEIT
 Tot einde 17e eeuw (substantialisten)
o Antwoord op de vraag: we ervaren onszelf als 1 en dezelfde persoon
omdat iederen persoon overeenstemt met een ziel. Deze ziel is
onsterfelijk en op die manier staat ieders identiteit voor eeuwig vast.
o Substantialisten= geloven in een (onveranderlijke) ziel
 we zijn onze ziel en niet ons lichaam
 vaste kern in een veranderde context
o Ziel is onsterfelijk, na de dood:
 Reincarnatie: overgaan naar een ander lichaam na de dood



1

,  Ziel blijft bestaan zonder lichaam

o Probleemstelling: ‘het idee van de ziel’
 Contradicitie= Immateriële substantie= hoe kan iets zowel
substantieel als immaterieel zijn?
 Hoe kunnen we een substantie voor stellen die geen vorm,
afmeting of gewicht heeft?
 Ziel is gebasseerd op een veronderstelling, dus GELOOF
 De onveranderlijke ziel in een veranderlijke wereld (je blijft
altijd jezelf, de wereld verandert voortdurend)
Voorbeeld: Plato (427-347V;C)= mens= lichaam+ ziel
 ziel(=onstefelijke kern van de mens) bestaat uit 3 delen:
- Begerende deel = dierlijk (verlangens, pleziertjes, genot)
- Het vurige deel (of het strevende deel)= bron van daden
- Redelijke deel= bron van denken
 Welk deel neemt de overhand
- Begerende deel= arbeidsklasse (laagste klasse)
- Vurige deel= miltairen of middenklasse (strevende deel)
- Redelijke deel= besturende functie (wijsheid)
1+2+3= ideale staat


 Tot einde 18e eeuw= de verlichting (materialisten)
o Onder invloed van filosofen verander het wereldbeeld
o De religeuze bril wordt ingeruild voor de wetenschappelijke bril
o De verlichting= de wetenschappelijke revolutie
o Materialisme  geen ziel
 Identiteit is een illusie (reductionisme)
 Identiteit: ons brein= substantie die verantwoordelijk is voor
de eenheid in het menselijk leven
 Identiteit filosofisch bekeken: David Hume
o Rivier van Herclitus
 Een rivier is op 2 momenten nooit gelijk aan zichzelf, maar
ziet er hetzelfde uit. Illusie dat er onder het stromende water
een diepe identiteit bestaat
 Volgens hume toepasbaar op persoonidentiteit
 In ons bewustzijn stroomt steeds een mentale stroom met
telkens andere gedachten, gevoelens, verlangens, wensen
 Menatel rivier van vandaag lijkt op deze van gisteren
 Hierdoor wordt de illusie gevormd dat er zoeits zou bestaan
als een diepere identiteit of ziel
 Het zelf (persoonsidentiteit) is volgens Hume dus een illusie=
het is niet meer dan een constante stroom van indrukken die
we tot een samenhangend ‘ik’ smeden


 Historsiche blik op concept identiteit: 19e eeuw



2

, o Charles darwin: bioloog, the origin of species, evolutietheorie: door
middel van natuurlijke selectie ontstonden er verschillende soorten
in het dierenrijk en de mens is een diersoort onder vele anderen
o Mens is een dier en heeft ook dierlijke driften die het denken en het
gedrag beïnvloeden
 Evolutie en aanpassingen aan voeding van de mens
 Lactoseintolerantie= bij geboorte universeel, bij
jongeren en volwassenen= enkel in bepaalde gebieden
in de wereld
 7500jaar geleden ontstaan= door sedentaire
levenswijze en veeteelt
 Nood aan betrouwbare drank (minder kans infectie)
 Selectief voordeel voor personen die melk konden
verdragen
 Evolutie voedingsvoorkeuren
 Voorkeur voor vet en suiker= belangrijke
energiebronnen
 vet snelle verzadiging en geven een vol gevoel
 Bij verre voorouders= suiker en vet schaars
 halen uit vlees en rijp fruit
 Overlevingsdrang: sterke motivatie om vet- en
suikerrijke voedingsmiddelen te eten
 Evolutietheorie
o Spaarzame genenhypothese
 Bij langdurige voedseltekorten
 aanpassing genen voor maximale vetafzetting
 Nu= overvloed
 maladaptief= overgewicht en obesitas (samenspel tussen
genen en milieu, overschatting van genen en te weinig door
de invloed van het milieu)
o Opgroeien in optimale omstandigheden= optimale voeding…
 als volwassene fysiologisch aangepast aan deze optimale
omstandigheden
o Opgroeien in suboptimale omstandigheden= vroeger
voedselarmoeden nu voedselrijkdom
 minder goed fysiologisch aangepast en meer kans op overgewicht
en obesitas


 Evolutietheorie en gedrag
o Misvattingen evolutietheorie
 Gedrag is genetisch bepaald
 nature (genen) en nuture (opvoeding, milieu)
 zowel genen als milieu zijn van belang om gedrag te
bepalen
 Geëvolueerde zaken zoals gedrag kunnen niet worden
veranderd

 Charles Darwin
o The descent of men: seksuele selectie



3
$10.32
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
laradesutter

Get to know the seller

Seller avatar
laradesutter Odisee Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
8
Last sold
3 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions