Gebruik van geneesmiddelen:
- Neemt met leeftijd toe
o Multimorbiditeit
o Polyfarmacie (> 5 geneesmiddelen
5 % van de 65+ ouderen >5 geneesmiddelen
20% van de 75+ ouderen >9 geneesmiddelen
o Bijwerkingen
Frequenter bij ouderen dan bij jongeren
- Invloed op bewegend functioneren patiënt alsook op risico’s van medicatie
(bv. valrisico)
- Belangrijk weten wat effect en mogelijke bijwerkingen van verschillende
medicatie
- Bijwerkingen kunnen sterk verschillen tussen ouderen
o Afgenomen homeostatische mechanismen
Norm van intrinsieke capaciteit
Minder en minder intrinsieke capaciteiten van
reservecapaciteit aanwezig naarmate we ouder worden
Functie systeem afnemen
minder naar homeostase kunnen streven
Variabiliteit in effecten/ gevolgen van medicatie bij
ouderen groter
, o Biologische variatie van ouderen is hoger dan bij jongeren
- Polyfarmacie verhoogt kans op bijwerkingen
o Meer medicatie = meer bijwerkingen
o Meer medicatie = meer kans op interacties
Geneesmiddelen beïnvloeden elkaars werking
- Farmacokinetiek verschilt tussen ouderen en jongvolwassenen
o 4 dimensies
Absorptie
Verloopt langzamer, maar is weinig klinisch relevant
↓ Bloedvoorziening splanchnicusgebied
↓ Motiliteit gastro-intestinal stelsel
Distributie
Afhankelijk van lichaamssamenstelling
↓ Spiermassa
normale dosering voor jongeren, kan leiden tot
overdosering bij ouderen
↓ Lichaamswater (dehydratatie) = ↓
verdelingsvolume voor hydrofiele medicatie
↑ Vetmassa = ↑ verdelingsvolume voor lipofiele
medicatie
Metabolisme
Neemt af
Lever wordt kleiner
↓ bloedvoorziening in lever
Hogere concentraties medicatie in systemische
circulatie (bv. paracetamol)
Excretie van medicatie