In deze samenvatting staan 5 modellen die je goed voor het tentamen moet kennen
(aan het einde v/d samenvatting een overzicht van deze modellen) . Ook zijn de
begrippen die in de samenvatting voorkomen erg belangrijk om te weten! Na sommige
onderwerpen staat er “vraag:…” dit is een voorbeeld vraag die in het tentamen kan
komen volgens de docent.
Tijdens IFM zijn er 5 modellen behandeld:
1. Porter Generic Supply Chain
2. Needle Business in Context
3. Whiteley The IS Business Model
4. Anthony Levels of Decision Making
5. Kaplan & Norton Balanced Scorecard
Week 1
Bricks and clicks
Bricks: de fysieke winkel
Clicks: virtuele winkel (website)
Een bedrijf kan ook een combinatie zijn van bricks en clicks. Denk maar aan Albert Heijn, eerst alleen
een winkel en later is daar ook een webshop bijgekomen
EPOS
EPOS = Electronic point of sale. Zoals een kassa in een winkel.
Dit werkt dus alleen in een bricks-omgeving/winkel
EPOS-systeem
Een EPOS-systeem in een PC-terminal wat barcodes kan scannen, en:
- de productcode met de daarbij behorende productinformatie matchen (zoal prijs, beschrijving en
speciale aanbiedingen)
- de hoeveelheid cash bijhouden en het verwerken van betalingen met een pinpas
- het verwerken van loyalty card details (zoals de AH-bonuskaart)
E-shop (webshop)
Wat heeft een e-shop allemaal nodig? :
- login of registratie voor bezoekers van de site
- product database
- shopping card software
- veilige betaalmogelijkheid online (paypal, iDeal)
IS = information system
Een informatiesysteem is essentieel voor een organisatie. Veel organisaties zijn afhankelijk van hun
IS. Als de IS stopt, stopt de gehele organisatie.