Jaar 1, periode 1: Station 1 - Identificeren en lokaliseren

Station 1: Identificeren en lokaliseren

Tibiaschacht
- Tuberositas tibiae
- Margo anterior tibiae
- Margo medialis tibiae
o Vanaf de malleolus medialis naar boven
o Facies medialis benoemen  tussen margo anterior en medialis
- Malleolus medialis tibia  half rondje
- Condylus medialis en lateralis  twee strepen

Proximale uiteinde van de tibia
- Tuberositas tibiae
- Condyli medialis en lateralis

Fibula
- Caput fibula  half rondje
- Malleolus lateralis
o Stippelen corpus fibula

Gewrichtsspleet van de art. metatarsophalangeae I-V
- Tenen in etensie
- 5 pezen komen tevoorschijn, spleten ertussen zijn de gewrichtsspleten

Gewrichtsspleet van de art. talocruralis (bovenste spronggewricht)
- Malleoli mediale en laterale (half rondje)
- Voorrand van de facies articularis inferios tibiae
o Voet in middenstand, pt mag weerstand geven
o Pezen vallen weg  stippellijntje bij de pezen
- Ventrolaterale hoek van de facies superior van de trochlea tali
o Plantair flexie  hij komt tevoorschijn
o In de hoek van de malleolus lateralis
- Gewrichtsspleet stippelen onder de lijn

Gewrichtsspleet van de art. talocalcaneonavicularis (onderste spronggewricht)
- Tuberositas oss navicularis  schuin langs malleolus medialis naar beneden
- Mediale en laterale hoekpunt van caput tali
o Supinatie  laterale hoekpunt  een hoek / half rondje  L
 Als het niet zichtbaar is, dorsaalflexie  pees naar kleine pees
loopt over laterale hoekpunt  kruisje
o Pronatie  mediale hoekpunt
 Stippellijn tussen deze twee hoekpunten (spleet is niet te voelen)
- Sustentaculum tali  recht onder malleolus medialis
- Tuberculum mediale van de processus posterior tali  knobbel achter
sustentaculum tali
o Voet in dorsaalflexie voel je hem, plantairflexie niet