Noordelijk zeekleilandschap
De vorming van het land
Op een zandgrondgrond werd klei en zand afgezet en dit vormde veen --> basis noordelijk
zeekleilandschap.
Dit is ontstaan tijdens een aanhoudend proces van kustvorming. Door smelten van ijswater
steeg de zeespiegel. Ongeveer 5000 jaar gelede zwakte zeespiegelstijging af en won de
sedimentatie. Hierdoor ontstonden dikke kleipakketten en ontstonden slikken en kwelders. De
getijdenwerking werd sterker, slikken gingen steeds verder over in zandplaten en de kleien van
de kwelders werden steeds zanderiger. Via kreken en prielen was de zee overal in het
kwelderlandschap aanwezig, maar overstroomde vaak. Er ontstonden langs de kust relatief
hoge kwelderwallen en kwelders en langs de kreken slibten oeverwallen op.
Ontwikkeling van het cultuurlandschap
Bewoning: 6e eeuw voor chr verschenen eerste mensen in het kwelderland --> op zoek naar
weidegronden. Zij bouwden de huizen op hoogste kweldergronden in de buurt van een geul of
priel. Zij leefden van landbouw, visserij en jacht.
Overstromingen kwamen regelmatig voor. Echter, ene noordelijk zeekleigebied beter
bewoonbaar dan de andere. Bewoners verhoogden hun steden met zoden --> ontstaan
huisterpjes --> op sommige huisterpjes stonden hele dorpen --> ontstaan terpen, wierden of
Wurten. Oudste terpen dateren uit 5e en 4e eeuw voor chr.
In het centrum van terpen werd vaak een zoetwatervijver aangelegd (fehting, feit, dobbe).
Terpengebied kwam tot grote bloei rond het jaar 0. Afwatering van het kwelderland ging steeds
moeizamer. Hierdoor ontstonden moerasgebieden. Veel mensen verlieten daarom dit gebied
(rond 476 na chr).
5e eeuw was eeuw van volksverhuizing. Maar vanuit oosten nieuwe mensen. Men begint met
aanleg van grafvelden. In 8e eeuw namen karolingen macht in het kweldergebied. Hierdoor
gebied weer intensief bewoond. Dit is ook een periode van wapengraven. Samen met de
franken kwamen ook missionarissen naar het gebied. De kerstening veranderde de
gezagsverhoudingen.
Door relatief lage dijkjes werd landbouw mogelijk gemaakt. Rond 1000 ging men hogere dijken
maken. Deze beschermden grotere gebieden tegen overstromingen.
Vanaf de 13e eeuw werden steenhuizen gebouwd door personen van invloedrijke geslachten.
Sommige steenhuizen werden op kleine verhogingen gebouwd --> stinswier.
Economie: 1e schiftelijke berichten over bewoners uit noordelijk zeekleigebied komen uit
Romeinse tijd --> bewoond door stam Frisii. Zij namen deel aan bovenregionale handel -->
gunstige ligging zorgde voor ontstaan handelscentra. In de middeleeuwen was er in dit gebied
sprake van langeafstandshandel (lichte, kostbare goederen). Handelaren handelden vanaf veel
verschillende terpen. Pas in late middeleeuwen gingen enkele terpen zich specialiseren in een
goed. Deze terpen zijn langwerpig van vorm, lange zijde grensde aan een kreek of rivier.