Les 1
Een balans is een momentopname, er staat dus een datum bij. Verder is een balans
altijd in evenwicht.
Een investeringsbegroting (= je zet op een rij welke investeringen nodig zijn /
hoeveel geld je minimaal nodig hebt om te starten) bestaat uit:
Vaste activa: Bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn.
Bv. machines, computers, gereedschap, inventaris, bedrijfsauto etc.
Vlottende activa: Bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn.
Bv. voorraden (grondstoffen, eindproducten, vorderingen.
Liquide middelen: Geld of middelen die direct in tastbaar geld om te zetten zijn.
Bv. kasgeld en bank (betaalrekening). Geen spaarrekening!
Met je eigen vermogen en je vreemd vermogen financier je de benodigde investeringen:
Eigen vermogen: Het deel van de investeringen dat je zelf financiert. Dit is het geld
dat je zelf beschikbaar hebt (bv. spaargeld) of bedrijfsmiddelen die je al hebt
aangeschaft (bv. bedrijfsauto).
Vreemd vermogen: Het geld dat zakelijke financiers (banken en leveranciers) aan je
willen (uit)lenen.
Schulden op de korte termijn: Schulden op de lange termijn:
Rekening-courantkrediet (= in rood staan) Hypotheek voor gebouw
Leverancierskrediet (= crediteuren) Lening voor inventaris
Te betalen belastingen
De solvabiliteit is de verhouding van je eigen vermogen ten opzichte van het totaal
benodigde vermogen. De bank eist dat een startende ondernemer ook eigen vermogen
inbrengt, wat meestal 20% moet zijn. Dan is het pas rendabel.
Crediteuren = Leveranciers van wie je wel al goederen (of diensten) hebt ontvangen,
maar aan wie je nog niet hebt betaald. Je hebt dus een schuld aan je leverancier, een
nog te betalen bedrag. Dit staat rechts op de balans, het is iets passiefs.
Debiteuren = Klanten die van jou al wel goederen (of diensten) hebben ontvangen,
maar die aan jou nog niet hebben betaald. Je hebt een vordering, een te ontvangen
bedrag. Dit staat links op de balans, het is iets actiefs.
Afschrijvingen = De waardevermindering van vaste activa (gereedschappen, gebouwen,
machines, transportmiddelen, computers). Afschrijvingen zijn geen betalingen maar wel
kosten. De inventaris gaat dan omlaag. Door op vaste activa af te schrijven, spaar je geld
om later een nieuwe te kunnen kopen.