̶ Cursusmateriaal (klemtoon ligt op lessen)
̶ Examen
o Schriftelijk: 3u
o Wetboek
Inhoudsopgave
Wettelijke erfrecht ......................................................................................................................................... 3
De wettelijke erfgenamen ................................................................................................................................. 3
Het recht van wettelijke terugkeer van art 4.24 BW ........................................................................................ 8
Het wettelijk erfrecht van de langstlevende echtgenoot ............................................................................... 12
Het wettelijk erfrecht van de wettelijk samenwonende: ............................................................................... 16
Testament .................................................................................................................................................... 18
Kenmerken en definitie .................................................................................................................................... 18
Grondvereisten................................................................................................................................................. 18
Testamentvormen ............................................................................................................................................ 24
Inhoud van het testament ............................................................................................................................... 29
Wie is legataris................................................................................................................................................. 36
Andere bepalingen ........................................................................................................................................... 36
Fiscaal geïnspireerde testamenten ................................................................................................................. 37
De herroeping van het testament door de testator ........................................................................................ 38
Nietigheid, gerechtelijke herroeping en verval van het testament of legaat ................................................ 41
Schenking ..................................................................................................................................................... 42
Begrip ............................................................................................................................................................... 42
Vormvereisten .................................................................................................................................................. 43
De gift van hand tot hand ................................................................................................................................ 45
De onrechtstreekse schenking ......................................................................................................................... 50
De vermomde schenking.................................................................................................................................. 51
Schenking van tegenwoordige goederen tussen echtgenoten ....................................................................... 52
Schenkingen aan rechtspersonen .................................................................................................................... 53
Grondvereisten................................................................................................................................................. 54
Inhoud van de schenkingsakte ........................................................................................................................ 58
Ontbinding van een schenking ........................................................................................................................ 59
Contractuele erfstellingen ............................................................................................................................... 60
Erf- en schenkbelasting ................................................................................................................................. 61
1
, Erfbelasting ...................................................................................................................................................... 61
Schenkbelasting ............................................................................................................................................... 62
Huwelijkscontracten ..................................................................................................................................... 65
Voor- en nadelen van het wettelijk stelsel en het stelsel van scheiding van goederen ................................. 67
Lijst van de eigen roerende goederen voor het wettelijk stelsel .................................................................... 70
Lijst van de eigen roerende goederen voor het stelsel van scheiding van goederen..................................... 81
Stelsel van algehele gemeenschap .................................................................................................................. 83
Bekwaamheid .................................................................................................................................................. 83
Opstellen akte .................................................................................................................................................. 83
Wijziging huwelijksvermogensregeling tijdens het huwelijk ......................................................................... 84
Inbreng en inkorting ..................................................................................................................................... 86
Inbreng ............................................................................................................................................................. 86
De reserve en de vordering tot inkorting ........................................................................................................ 94
De verdeling ................................................................................................................................................... 115
Erfovereenkomsten .................................................................................................................................... 117
2
, Wettelijke erfrecht
De wettelijke erfgenamen
• Wettelijke devolutie:
• Boek 2 en 4
- 3 periodes: elke periode heeft nog belang
o Voor 1 september 2018
o Tussen 1 september 2018 en 1 juli 2022
o Vanaf 1 juli 2022 à wij focussen op deze periode
• Wie zijn de wettelijke erfgenamen (art. 4.2 jo. 4.10, § 1 BW):
- Bloedverwanten van de erflater
o Adoptie kan voor gehele (volle adoptie: identiek aan echte afstammelingen + geen
erfaanspraken in oorspronkelijke familie: uitz = stiefouderadoptie) of gedeeltelijke
(gewone adoptie: geen erfaanspraken in de nalatenschap van verwanten van de
adoptant + nog erfaanspraken in oorspronkelijke familie) gelijkstelling zorgen
o Onderverdeling in orde en graden
- Langstlevende echtgenoot
o Geen onderverdeling in orden en graden: aparte categorie
o Kan wel in samenloop komen met iedere verwant, behalve die van de vierde orde
- Wettelijk samenwonende (hoeft niet de partner te zijn)
- Anomale erfgenamen: de Staat en het OCMW: pas als bovenstaande er niet zijn
• Het wettelijk erfrecht van de bloedverwanten:
- Er zijn vier orden. De eerste orde komt voor de tweede, de tweede voor de derde, de
derde voor de vierde (uitz. bij kloving) (art. 4.10, § 2 BW)
o Trapsgewijs.
- Binnen elke orde erft de dichtste in graad (uitz. plaatsvervulling) ) (art. 4.11 jo. 4.16 BW)
- Orde is gebaseerd op de aard en hoedanigheid van de verwantschap
- Zijn er meerdere erfgenamen die aldus tot de nalatenschap komen, dan krijgen ze in
principe een gelijk aandeel (uitz. kloving en plaatsvervulling)
- Bloedverwanten tot en met de vierde graad erven (uitz. plaatsvervulling) (art. 4.11, § 6
BW)
-
- 1. De orde van de afstammelingen
o Ook de ten volle geadopteerde kinderen en hun afstammelingen (art. 353-12 oud
BW)
o Ook de gewoon geadopteerde kinderen en hun afstammelingen (art. 356-1 oud
BW)
o Let op: gewone adoptie doet slechts een familierelatie ontstaan met de adoptant,
dus erven niet: de gewoon geadopteerde kinderen van de afstammelingen (art.
4.12 BW)
3
, - 2. De orde van de nauwe bloedverwanten in de zijlijn en de opgaande lijn
o a. De ouders
§ Ook degene die de decujus ten volle heeft geadopteerd
§ Elk een vast ¼ à de rest gaat naar categorie b
§ (Voor het erfrecht van de adoptant bij gewone adoptie gelden bijzondere
regels)
§ Staan enkel in tweede orde als ook b aanwezig is
o b. De broers en zusters
§ Ook de kinderen die door de ouder(s) van de decujus ten volle geadopteerd
werden
• Als de erflater overlijdt en die heeft een vader en moeder en is enig
kind, maar de ouders adopteren een tweede kind à als het volle
adoptie is, dan erft de volle geadopteerd (1/2). Bij gewone adoptie is
dit anders.
§ (Voor het erfrecht van de kinderen die door de ouder(s) van de decujus
gewoon werden geadopteerd, gelden bijzondere regels)
§ Ook de halfbroers en halfzusters
§ De afstammelingen van broers en zusters en van de halfbroers en halfzusters
o Wie krijgt wat binnen de tweede orde (art. 4.26, lid 3 en 4 BW):
§ De ouders krijgen elk een vast één vierde
§ De rest wordt verdeeld tussen de nauwe zijverwanten
§
o
o
- 3. De orde der ascendenten
o = Alle bloedverwanten in de opgaande lijn
o Ook de ouders, als zij opkomen zonder broers en zusters of afstammelingen van
broers en zusters
o à niet omdat je een ouder ziet, dat je in tweede orde zit
4