Samenvatting Maatschappijleer H1
1.1 Het doel van maatschappijleer
In iedere samenlevingsvorm zijn regels. De waardering voor regels kan verschillen.
Verhoudingen zie je terug in de hele samenleving. De regels die daarin gelden hangen af van:
o De opvattingen van degenen die de meeste macht hebben.
o De invloed van degenen die een minder belangrijke positie hebben.
o De machtsmiddelen die beide groepen hebben.
In Nederland worden de belangrijkste regels democratisch vastgesteld. Zo krijgen burgers
ook invloed op de aanpak van de maatschappijke problemen. Maatschappijleer gaat over
maatschappelijke problemen en niet persoonlijke problemen! We spreken hiervan als:
o Het gevolgen heeft voor grote groepen
o Het onstaat door maatschappelijke ontwikkeling
o Het te maken heeft met tegengestelde belangen
o Het om een gemeenschappelijke oplossing vraagt
Ze ontstaan omdat een samenleving dynamisch is, en sommige ontwikkelingen onbedoelde
en onverwachte gevolgen hebben. Bv. het fileprobleem dat ontstaan is door de toegenomen
welvaart. De vergrijzing is een gevolg van de medische vooruitgang.
Er zijn vaak verschillende belangen: veel belangentegenstellingen ontstaan door verschillen
in politieke visie, geloof, levensovertuiging en in sociaaleconomische positie.
o Dit kan ook binnen 1 persoon zijn, dat bv. een automobilist zich ergert aan files, maar
tegelijkertijd tegen nieuwe snelwegen wilt maar natuur wilt houden: een dilemma.
Maatschappelijke problemen = sociale problemen = politieke problemen
o Sociaal: de problemen betrekken vaak grote groepen mensen.
o Politiek: het oplossen van de problemen brengen nieuwe wetten etc. met zich mee.
Hoe lossen we problemen op? Hoe gaan we met elkaar om? In het boek behandelen we vier
thema’s, namelijk Nederland als:
o Rechtstaat: Wat is de essentie van de rechtstaat en hoever mag de overheid gaan om
onze vrijheid en veiligheid te garanderen?
o Parlementaire democratie: Op welke manier word Nederland bestuurd en hoe
functioneert de politieke besluitvorming in de praktijk?
o Pluriforme samenleving: Wat is de beste manier om in een pluriforme samenleving
met andere mensen en culturen om te gaan?
o Verzorgingstaat: In welke situaties moeten mensen hun problemen zelf oplossen en
wanneer moet de overheid helpen?
1.1 Het doel van maatschappijleer
In iedere samenlevingsvorm zijn regels. De waardering voor regels kan verschillen.
Verhoudingen zie je terug in de hele samenleving. De regels die daarin gelden hangen af van:
o De opvattingen van degenen die de meeste macht hebben.
o De invloed van degenen die een minder belangrijke positie hebben.
o De machtsmiddelen die beide groepen hebben.
In Nederland worden de belangrijkste regels democratisch vastgesteld. Zo krijgen burgers
ook invloed op de aanpak van de maatschappijke problemen. Maatschappijleer gaat over
maatschappelijke problemen en niet persoonlijke problemen! We spreken hiervan als:
o Het gevolgen heeft voor grote groepen
o Het onstaat door maatschappelijke ontwikkeling
o Het te maken heeft met tegengestelde belangen
o Het om een gemeenschappelijke oplossing vraagt
Ze ontstaan omdat een samenleving dynamisch is, en sommige ontwikkelingen onbedoelde
en onverwachte gevolgen hebben. Bv. het fileprobleem dat ontstaan is door de toegenomen
welvaart. De vergrijzing is een gevolg van de medische vooruitgang.
Er zijn vaak verschillende belangen: veel belangentegenstellingen ontstaan door verschillen
in politieke visie, geloof, levensovertuiging en in sociaaleconomische positie.
o Dit kan ook binnen 1 persoon zijn, dat bv. een automobilist zich ergert aan files, maar
tegelijkertijd tegen nieuwe snelwegen wilt maar natuur wilt houden: een dilemma.
Maatschappelijke problemen = sociale problemen = politieke problemen
o Sociaal: de problemen betrekken vaak grote groepen mensen.
o Politiek: het oplossen van de problemen brengen nieuwe wetten etc. met zich mee.
Hoe lossen we problemen op? Hoe gaan we met elkaar om? In het boek behandelen we vier
thema’s, namelijk Nederland als:
o Rechtstaat: Wat is de essentie van de rechtstaat en hoever mag de overheid gaan om
onze vrijheid en veiligheid te garanderen?
o Parlementaire democratie: Op welke manier word Nederland bestuurd en hoe
functioneert de politieke besluitvorming in de praktijk?
o Pluriforme samenleving: Wat is de beste manier om in een pluriforme samenleving
met andere mensen en culturen om te gaan?
o Verzorgingstaat: In welke situaties moeten mensen hun problemen zelf oplossen en
wanneer moet de overheid helpen?