Hoorcollege embryologie
Website: www.embryology.ch/genericpages/moduleorganoen.html: module 20 en 21.
Embryonale ontwikkeling van het urogenitaalstelsel
Na bevruchting:
Na bevruchting gaat de eicel, nu zygote
genoemd, zich delen en daalt in de tuba
uterina af naar de uterus. Tijdens deze
delingen, de klievingsdelingen, neemt
het aantal cellen toe, maar niet het
totale volume van de cellen. Na
ongeveer 3 tot 4 dagen wordt de zygote
morula genoemd, omdat deze er dan
uitziet als een moerbei (morus is
moerbei).
De cellen beginnen zich nu voor het eerst te differentiëren. Op dag 4 gaat zich vloeistof in de morula
ophopen en ontstaat er een excentrisch gelegen holte, de blastocystholte of blastocoel. Er kunnen nu
twee celgroepen onderscheiden worden: een perifeer gelegen laag cellen, de trofoblast en een
compacte groep centraal gelegen cellen, de inner cell mass of embryoblast.
Uit de embryoblast zal het embryo zich ontwikkelen, uit de trofoblast een deel van de
extraembryonale membranen en de placenta.
Het embryo wordt nu blastocyst genoemd. Rond de 6e dag vindt implantatie in de uteruswand plaats.
Differentiatie:
Al voor implantatie gaan de centraal gelegen cellen
zich differentiëren en zijn er in de embryoblast
twee lagen te onderscheiden; de epiblast en de
hypoblast. Deze beide lagen vormen een platte
schijf, de tweebladige kiemschijf. Tussen de cellen
van de epiblast en trofoblast ontstaat een holte, de
amnionholte. Vanuit de hypoblast wordt de
blastocystholte bekleed. De omsloten holte wordt
de primitieve dooierzak genoemd.
Aan de oppervlakte van de epiblast wordt rond dag
14-15 een nauwe groeve zichtbaar, de primitieve
streep.
Gastrulatie: vorming van een 3-lagige kiemschijf
Cellen van de epiblast aan weerszijde van de
primitief-streep prolifereren, maken zich los van
elkaar en migreren door de primitief-streep naar
binnen. Dit proces wordt gastrulatie genoemd.
De migrerende cellen van de epiblast verplaatsen en
vervangen in eerste instantie de hypoblast. Deze
laag wordt nu het endoderm genoemd.
De epiblastcellen migreren vervolgens in laterale en
craniale richting tussen de epiblast en het
endoderm. Deze nieuwe laag wordt het mesoderm
genoemd.
Website: www.embryology.ch/genericpages/moduleorganoen.html: module 20 en 21.
Embryonale ontwikkeling van het urogenitaalstelsel
Na bevruchting:
Na bevruchting gaat de eicel, nu zygote
genoemd, zich delen en daalt in de tuba
uterina af naar de uterus. Tijdens deze
delingen, de klievingsdelingen, neemt
het aantal cellen toe, maar niet het
totale volume van de cellen. Na
ongeveer 3 tot 4 dagen wordt de zygote
morula genoemd, omdat deze er dan
uitziet als een moerbei (morus is
moerbei).
De cellen beginnen zich nu voor het eerst te differentiëren. Op dag 4 gaat zich vloeistof in de morula
ophopen en ontstaat er een excentrisch gelegen holte, de blastocystholte of blastocoel. Er kunnen nu
twee celgroepen onderscheiden worden: een perifeer gelegen laag cellen, de trofoblast en een
compacte groep centraal gelegen cellen, de inner cell mass of embryoblast.
Uit de embryoblast zal het embryo zich ontwikkelen, uit de trofoblast een deel van de
extraembryonale membranen en de placenta.
Het embryo wordt nu blastocyst genoemd. Rond de 6e dag vindt implantatie in de uteruswand plaats.
Differentiatie:
Al voor implantatie gaan de centraal gelegen cellen
zich differentiëren en zijn er in de embryoblast
twee lagen te onderscheiden; de epiblast en de
hypoblast. Deze beide lagen vormen een platte
schijf, de tweebladige kiemschijf. Tussen de cellen
van de epiblast en trofoblast ontstaat een holte, de
amnionholte. Vanuit de hypoblast wordt de
blastocystholte bekleed. De omsloten holte wordt
de primitieve dooierzak genoemd.
Aan de oppervlakte van de epiblast wordt rond dag
14-15 een nauwe groeve zichtbaar, de primitieve
streep.
Gastrulatie: vorming van een 3-lagige kiemschijf
Cellen van de epiblast aan weerszijde van de
primitief-streep prolifereren, maken zich los van
elkaar en migreren door de primitief-streep naar
binnen. Dit proces wordt gastrulatie genoemd.
De migrerende cellen van de epiblast verplaatsen en
vervangen in eerste instantie de hypoblast. Deze
laag wordt nu het endoderm genoemd.
De epiblastcellen migreren vervolgens in laterale en
craniale richting tussen de epiblast en het
endoderm. Deze nieuwe laag wordt het mesoderm
genoemd.