Sector Bestuursrecht
Zitting: vrijdag 11-12-2015
om 10.00 uur
PLEITAANTEKENINGEN
inzake:
P.J. VLAM
wonende te: Amsterdam
gemachtigde: mw. M. Engelen
contra:
BELASTINGDIENST AMSTERDAM
verweerder: inspecteur H.Wolzak
Edelachtbaar college,
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om een aantal punten onder uw aandacht te
brengen. Ik ga ervan uit dat de feiten u bekend zijn uit het dossier.
Verbouwingskosten
Uit de jurisprudentie blijkt dat het bewijs ten aanzien van aanwezige aftrekposten op alle
manieren kan worden geleverd (BNB 2006/205). Bovendien brengt de vrije bewijsleer met
zich dat alle middelen mogen worden aangevoerd om de verbouwingskosten aannemelijk te
maken. Uit de foto’s van de verbouwing samen met het bankafschrift blijkt dat het
bedrijfspand is verbouwd. Ook verantwoorden de genoemde bewijsmiddelen de gemaakte
verbouwingskosten aangezien de gemaakte kosten redelijk zijn en in verhouding staan tot de
verrichte werkzaamheden.
Buitenlandse bankrekening
De inspecteur bedient zich in deze zaak van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs. De
Hoge Raad heeft in 1992 geoordeeld dat strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs
toelaatbaar is in belastingzaken. Dit is alleen anders indien de inspecteur hierdoor in strijd zou
handelen met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, of als de wijze waarop het
bewijsmateriaal is verkregen zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende
overheid mag worden verwacht dat het gebruik daarvan onder alle omstandigheden
ontoelaatbaar moet worden geacht (hierna: het zozeer indruist-criterium). Aangezien het hier
om gestolen informatie gaat, waarvan onduidelijk is hoe de Fiod hieraan is gekomen is de
betrouwbaarheid en toelaatbaarheid van deze informatie te betwisten. Door enkel op basis van
gestolen en zeer waarschijnlijk onbetrouwbaar informatie aan te nemen dat de
belanghebbende rente heeft genoten in verband met een buitenlandse rekening heeft de
inspecteur gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel van art. 3:2 Awb. De
inspecteur heef namelijk deze beslissing niet wel overwogen genomen.
Verder is het opmerkelijk dat de inspecteur zelf in zijn verweerschrift aangeeft dat zijn bron
de informatie heeft verkregen op een wijze die indruist tegen hetgeen van een behoorlijk
handelende overheid mag worden verwacht. Aangezien de inspecteur zelf aan geeft dat er