Belangrijkste punten psychopathologie
Hoorcollege 1: introductie
Omgeving is belangrijk voor gedrag cultuur, leefsituatie, familie
DSM:
1880 maar 7 diagnoses: manie, melancholie (depressie),
monomanie (hyperfocus), paresis (verlamming door hysteria),
dementie, dipsomanie (verslaving gekoppeld aan seizoenen) en
epilepsie
2013 DSM 5: 491 diagnoses
Stromingen:
Psychodynamisch subjectief: gericht op oerdriften en introspectie
Behaviorisme alleen kijken naar gedrag
Humanistisch geen labels plakken en kijken naar de persoon (niet
alleen gedrag)
Cognitief focus op cognitie en manier van denken (denkfouten)
Biologisch alles is de begrijpen doormiddel van brein en
zenuwstelsel
^ sociale context is een belangrijke toevoeging aan gedrag, gedachten,
emoties, enz.
Symptomen zijn een uitingsvorm (blijf afvragen waarom symptomen
plaatsvinden)
^ voorbeeld:
,DSM limitaties:
Comorbiditeit is de regel
Afbakening onduidelijk, omdat er zoveel overlap is in symptomen
Versnippering een paar symptomen van de een, maar ook een
paar van de ander (wat is het dan?)
Puur gericht op symptomen en niet onderliggende aetiologie
Ideaal beeld DSM
Iedere classificatie is uniek
Iedere classificatie is stabiel
Ze verklaren alles wat er is
Alternatieve manieren om naar symptomen te kijken:
Research domain criteria (RDOC)
Problemen clusteren
Niet op stoornis niveau of individuele symptoom niveau kijken, maar
in clusters
Limitaties:
Neurologische constructen zijn niet specifiek
Constructen verklaren maar een klein deel
Dimensies zijn te vaag/complex
Maar 2,5% van een stoornis wordt verklaard door genetica
(wel goede basis voor onderzoek naar onderliggende neurobiologie)
,Hierarchical taxonomy of psychopathology (HiTOP)
General factor of psychopathology (p-factor) ernst-maat dus hoe ernstig
de psychopathologie is
Limitaties:
Combinaties van uitersten op een spectrum niet mogelijk
Verschil van symptomen en maladaptive traits is onduidelijk
(wel goed overzicht van samenhang tussen stoornissen)
Netwerk theorie
De samenhang van individuele symptomen in kaart brengen
Classificatie moet niet gezien worden als de oorzaak van de
symptomen
Er is geen achterliggend construct, zoals een diagnose/ziekte/latente
factor + focus op symptomen en de onderlinge samenhang
, Limitaties:
Gaat puur om onderlinge correlaties tussen symptomen
Geen causaliteit
(wel inzichtgevend voor samenhang, overlap en individuele
aangrijppunten)
Beschrijvende diagnoses inhoud:
Kwetsbaarheden van iemand
Oorzaken van problemen
Instandhoudende factoren
Gevolgen van probleem
Hoorcollege 1: introductie
Omgeving is belangrijk voor gedrag cultuur, leefsituatie, familie
DSM:
1880 maar 7 diagnoses: manie, melancholie (depressie),
monomanie (hyperfocus), paresis (verlamming door hysteria),
dementie, dipsomanie (verslaving gekoppeld aan seizoenen) en
epilepsie
2013 DSM 5: 491 diagnoses
Stromingen:
Psychodynamisch subjectief: gericht op oerdriften en introspectie
Behaviorisme alleen kijken naar gedrag
Humanistisch geen labels plakken en kijken naar de persoon (niet
alleen gedrag)
Cognitief focus op cognitie en manier van denken (denkfouten)
Biologisch alles is de begrijpen doormiddel van brein en
zenuwstelsel
^ sociale context is een belangrijke toevoeging aan gedrag, gedachten,
emoties, enz.
Symptomen zijn een uitingsvorm (blijf afvragen waarom symptomen
plaatsvinden)
^ voorbeeld:
,DSM limitaties:
Comorbiditeit is de regel
Afbakening onduidelijk, omdat er zoveel overlap is in symptomen
Versnippering een paar symptomen van de een, maar ook een
paar van de ander (wat is het dan?)
Puur gericht op symptomen en niet onderliggende aetiologie
Ideaal beeld DSM
Iedere classificatie is uniek
Iedere classificatie is stabiel
Ze verklaren alles wat er is
Alternatieve manieren om naar symptomen te kijken:
Research domain criteria (RDOC)
Problemen clusteren
Niet op stoornis niveau of individuele symptoom niveau kijken, maar
in clusters
Limitaties:
Neurologische constructen zijn niet specifiek
Constructen verklaren maar een klein deel
Dimensies zijn te vaag/complex
Maar 2,5% van een stoornis wordt verklaard door genetica
(wel goede basis voor onderzoek naar onderliggende neurobiologie)
,Hierarchical taxonomy of psychopathology (HiTOP)
General factor of psychopathology (p-factor) ernst-maat dus hoe ernstig
de psychopathologie is
Limitaties:
Combinaties van uitersten op een spectrum niet mogelijk
Verschil van symptomen en maladaptive traits is onduidelijk
(wel goed overzicht van samenhang tussen stoornissen)
Netwerk theorie
De samenhang van individuele symptomen in kaart brengen
Classificatie moet niet gezien worden als de oorzaak van de
symptomen
Er is geen achterliggend construct, zoals een diagnose/ziekte/latente
factor + focus op symptomen en de onderlinge samenhang
, Limitaties:
Gaat puur om onderlinge correlaties tussen symptomen
Geen causaliteit
(wel inzichtgevend voor samenhang, overlap en individuele
aangrijppunten)
Beschrijvende diagnoses inhoud:
Kwetsbaarheden van iemand
Oorzaken van problemen
Instandhoudende factoren
Gevolgen van probleem