Bioanalyse technieken (LC/MS)
Les 1
Bioanalyse = ‘’ het identificeren en/of kwantificeren van chemische en farmaceutische componenten
in biologisch materiaal
Identificeren = het bealen van de exacte identiteit vna het analiet
Kwantificeren = bepalen van de concentratie in het biologisch materiaa van het analiet
Onderzoeksgebied = farmaceutische industrie, ziekenhuislaboratoria, forensisch laboratorium en
doping controle labs
Waarom belangrijk:
Controle van aanwezigheid of de concentratie analiet in het menselijk lichaam. Analieten zijn:
geneesmiddelen, doping, drug of biomarker.
Medicijnen moeten toegediend worden met een werkende concentratie (therapeutische range). Bij
te hoge concentractie kan het toxisch zijn.
Verschillende matrixen
Vaste matrix:
- Ontlasting; Wordt alleen gebruikt als er geen andere mogelijkheden zijn
- Weefsel; : Bevat veel eiwitten, en daarom voor onderzoek naar biomarkers (hoge
concentratie eiwit).
- Nagels/haar; Worden gebruik om gebruiksgeschiedenis te bepalen. Drug of doping verleden.
Volbloed, plasma en serum
- Volbloed; 55% plasma + 45% cellen
- Bloed plasma; volbloed zonder cellen (stollingsfactoren nog aanwezig) (wel anti-coagulans)
- Bloed serum; volbloed zonder cellen en zonder stollingsfactoren (geen anti-coagulans)
Plasma/serum wordt bij voorkeur gebruikt over volboed, behalve:
Analiet zit vast of in de bloedcellen
/
Urine
Voordeel: ongelimiteerde hoeveelheid monster, metabolisme van de lever en nieren meteen
zichtbaar in de urine, minder last op de patiënt, relatief laag eiwit conc. In urine.
Nadeel: lager concentratie analieten in urine, maar grote variatie tussen patiënten.
Interne standaard
Toevoegen van een bekende hoeveelheid andere componenten. Het is ter compensatie van
fluctuaties van de opwerkin en analyse.
Eisen aan de interne standaard
, Goede scheiding tussen component en IS (chromotografie)
Gevoloeig voor verschillende golflengten (spectroscopie)
Chemische gelijksoortig
Concentratie IS ~ concentratie standaard
Isotopen zijn zwaarder dan normale molceulcen, meest gebruikte:
H H2 = D (deuterium) (minst stabiele)
12
C 13C
14
N 15N
16
O 18O
Bij deze isotopen zijn 1 of 2 extra neutronen. Hebben een Hogere sensitiviteit, specificiteit en high
troughput. D = goedkoop, maar kans op verlies van D
C, N, O = stabieler, maar lastig te synthetiseren (duurder)
Voorbeeld:
Les 2
Chromatografie (H4 + H7 t/m 7.8)
LC (liquid chromatografie)
Grafiek scheid de componenten, hierdoor verschillende
analyses tegelijekrteijd. Hoe meer het componenent
interactie heeft met het kolom hoelanger het duurt
voor het van de kolom af is.
Selectiviteit; de scheiding van de componenten
(resolutie).
Van deemtercurve;
Beinvloed door A,B en C term en de deeltjes in de kolom.
A = Eddy diffusion
B = longitudinaal diffusie
C = massa transport
Hoe Kleiner de deeltjes, hoe kleiner a, hoe optimaler een kolom
Les 1
Bioanalyse = ‘’ het identificeren en/of kwantificeren van chemische en farmaceutische componenten
in biologisch materiaal
Identificeren = het bealen van de exacte identiteit vna het analiet
Kwantificeren = bepalen van de concentratie in het biologisch materiaa van het analiet
Onderzoeksgebied = farmaceutische industrie, ziekenhuislaboratoria, forensisch laboratorium en
doping controle labs
Waarom belangrijk:
Controle van aanwezigheid of de concentratie analiet in het menselijk lichaam. Analieten zijn:
geneesmiddelen, doping, drug of biomarker.
Medicijnen moeten toegediend worden met een werkende concentratie (therapeutische range). Bij
te hoge concentractie kan het toxisch zijn.
Verschillende matrixen
Vaste matrix:
- Ontlasting; Wordt alleen gebruikt als er geen andere mogelijkheden zijn
- Weefsel; : Bevat veel eiwitten, en daarom voor onderzoek naar biomarkers (hoge
concentratie eiwit).
- Nagels/haar; Worden gebruik om gebruiksgeschiedenis te bepalen. Drug of doping verleden.
Volbloed, plasma en serum
- Volbloed; 55% plasma + 45% cellen
- Bloed plasma; volbloed zonder cellen (stollingsfactoren nog aanwezig) (wel anti-coagulans)
- Bloed serum; volbloed zonder cellen en zonder stollingsfactoren (geen anti-coagulans)
Plasma/serum wordt bij voorkeur gebruikt over volboed, behalve:
Analiet zit vast of in de bloedcellen
/
Urine
Voordeel: ongelimiteerde hoeveelheid monster, metabolisme van de lever en nieren meteen
zichtbaar in de urine, minder last op de patiënt, relatief laag eiwit conc. In urine.
Nadeel: lager concentratie analieten in urine, maar grote variatie tussen patiënten.
Interne standaard
Toevoegen van een bekende hoeveelheid andere componenten. Het is ter compensatie van
fluctuaties van de opwerkin en analyse.
Eisen aan de interne standaard
, Goede scheiding tussen component en IS (chromotografie)
Gevoloeig voor verschillende golflengten (spectroscopie)
Chemische gelijksoortig
Concentratie IS ~ concentratie standaard
Isotopen zijn zwaarder dan normale molceulcen, meest gebruikte:
H H2 = D (deuterium) (minst stabiele)
12
C 13C
14
N 15N
16
O 18O
Bij deze isotopen zijn 1 of 2 extra neutronen. Hebben een Hogere sensitiviteit, specificiteit en high
troughput. D = goedkoop, maar kans op verlies van D
C, N, O = stabieler, maar lastig te synthetiseren (duurder)
Voorbeeld:
Les 2
Chromatografie (H4 + H7 t/m 7.8)
LC (liquid chromatografie)
Grafiek scheid de componenten, hierdoor verschillende
analyses tegelijekrteijd. Hoe meer het componenent
interactie heeft met het kolom hoelanger het duurt
voor het van de kolom af is.
Selectiviteit; de scheiding van de componenten
(resolutie).
Van deemtercurve;
Beinvloed door A,B en C term en de deeltjes in de kolom.
A = Eddy diffusion
B = longitudinaal diffusie
C = massa transport
Hoe Kleiner de deeltjes, hoe kleiner a, hoe optimaler een kolom
