Psychopathologie en
psychiatrie
Inleiding: hoe kijken we naar
psychopathologie?
Madness
Hippocrates van Kos (460-370 v.C.) - humores – temperamenten
Onevenwicht in lichaamssappen => gek
lichaamssappen controleren persoonlijkheid
• Beschrijft gedrag(sveranderingen)
• Persoonlijkheidsveranderingen
• Beïnvloed van buitenaf
o Giftige stoffen
o ‘bezeten’- demonologie (gek zijn komt door het bezeten zijn door geesten (was een
theorie die lang stand hield)
➔ madness naar illness
Thomas Sydenham (UK, 1624-1689)
• Vader moderne medische nosologie, classificatie-leer
• Concept afzonderlijke ziekten met eigen
o Symptomen
o Verloop
o Prognose
• Beschreef ziekten als afzonderlijk entiteiten, die hadden een specifiek verloop etc.
Medisch model
Ziekte begrip is beïnvloed door 2 ontdekkingen:
1. Correlatie klinisch syndroom met post-mortem afwijkingen
2. ontdekking van micro-organismen als ziekte-verwekkers - microbetheorie (>1850)
~ Louis Pasteur
➔ vb. somatogenen hypothese: syphilis
o SOA
o ulcera - necrose - gebrekkige coördinatie - apathie - dementie
o spirocheet - Treponema pallidum
o psychiatrische ziekte - biologische oorzaak
Philippe Pinel: Franse psychiater: 1 van de eerste die mensen die opgesloten waren en bestempeld
als gek terug waardigheid gaf → ging ook praten met die mensen
1
,→ raakte geïnteresseerd in wat er aan de hand was
→ onderscheidde een aantal grote ziektebeelden
Jozef Guislain: richtte ziekenhuis op voor psychiatrie (Pinel van België)
eind 18e - begin 19e eeuw
• oprichting asielen
• ‘insane asylum’, ‘lunatic asylum’
• ‘insanity’
o nu ‘psychose’ - EPA (= patiënten met ernstige psychiatrische aandoening)
1844
• ‘statistical classification of institutionalised mental patients’
• beperkt aantal diagnosen, o.a. manie en melancholia
• voorloper DSM
Emil Kraepelin (1856-1926)
→ eerste vorm van classificatiesystemen
groepeert ziektebeelden obv gemeenschappelijke patronen van symptomen (syndroom)
→ afzonderlijke entiteiten (natürliche Krankheitseinheiten)
→ eigen (biologische) oorzaak
→ prognose-gericht 1883 (geneeslijk van ongeneeslijk onderscheiden)
Begin 20ste eeuw
• andere settings
o ambulante psychotherapeutische praktijken
• niet-psychotische aandoeningen
o ‘neurosen’, persoonlijkheidsproblematiek...
1948
• Eerste classificatiesysteem van psychiatrische stoornissen uitgegeven
• Overzicht van lichamelijke en psychiatrische aandoeningen
DSM I (1952)
• Eerste editie DSM
• gebaseerd op etiologische theorieën (in 1952, nu niet meer)
o ‘impairment of brain tissue function’
o psychogeen (psycho-analyse)
opkomst medicatie ➔ nood aan verband tussen diagnose en behandeling
DSM II (1968)
• Psycho-analyse
o Nadruk op context
o Ervaringen jeugd
o Geen empirische data
• Psychobiologie van Meyer
o Anti-kraepeliniaans - biologisch reductionisme
o Invloed van sociale en psychologische factoren - reactie-typen
2
, o Geen empirische data
Diagnose is subjectief => nood aan internationale afspraken voor diagnostiek eenduidige
diagnostische criteria
→ Amerikaanse collega’s stelden dubbel zo vaak de diagnose van schizofrenie als Britse collega’s
DSM III (1980)
• Ze wilden a-theoretisch zijn → wilden geen etiologische theorie, geen psycho-analytisch
denken → gewoon heel droog beschrijven wat de symptomen zijn
o Observeerbaar
o Descriptief
o Categoriaal
• Meerassige beoordeling toegevoegd
o As 1: syndromale stoornissen
o As 2: persoonlijkheidsstoornissen, zwakzinnigheid
o As 3: somatische aandoeningen
o As 4: psychosociale en omgevingsproblemen
o As 5: algeheel beoordeling van functioneren
Diagnose
DOEL:
• Vaststellen van symptomen
o Symptoom = ziekteteken = een teken dat er een ziekte is
o Samenhang en verloop
• Beschrijven van toestand
• Verklaren/begrijpen van toestand
o Symptomen en hun samenhang
o Lichamelijke en psychische oorzaken
o Sterke / kwetsbare kanten van persoonlijkheid
o Invloed van gedrag - onderhouden/oplossen van problemen
• Instellen van behandeling
SOORTEN:
syndroomdiagnose structuurdiagnose
• descriptieve diagnose • Struktuurdiagnose
• louter beschrijvend • wel info over etiopathogenese
• geen info over etiopathogenese • waardoor en op welke wijze is het
syndroom ontstaan
• beïnvloedende factoren
• neuro-biologisch
• psychologisch
• Structuurdiagnose
o predisponerende factoren
▪ factoren die iemand kwetsbaar maken
o luxerende factoren
▪ factoren die de stoornis uitlokken
o onderhoudende factoren
3
, ▪ factoren die de stoornis onderhouden of versterken
Classificatie
DOEL:
• identificeren van groep patiënten met vergelijkbare (klinische) kenmerken
o om behandeling in te stellen
o om prognose te voorspellen
Communicatie:
• psychiatrisch esperantó → iedereen over de hele wereld gebruikt hetzelfde → criteria voor
ziekte is hetzelfde
• hulpverleners onderling
• onderzoek
• administratieve registratie, terugbetaling
Classificatie is idealiter gebaseeerd op etiopathogenese en prognose
→ in psychiatrie doorgaans niet met zekerheid vast te stellen
➔ grotendeels syndroomdiagnose
➔ descriptief
KRITIEK (op medisch model en DSM)
1. Ziekte-concept
2. Categoriaal vs dimensionaal
3. Validiteit en betrouwbaarheid
4. Stigma
DSM is niet a-theoretisch
• diagnostische categorieën gepresenteerd als ziekteentiteiten, hersenziektes
o ‘neurobiologische theorie’ impliciet aanwezig
• psychologische problemen zijn niet ‘hetzelfde’ als lichamelijke ziekten
• indruk van wetenschappelijkheid - nauwelijks eenduidige bevindingen
Kritiek op DSM-denken
• DSM-diagnose is niet een ‘natürliche Krankheitseinheit’
• Diagnose is construct
• Diagnose is een overeenkomst ontstaan rond de vergadertafel
• Met een pennentrek vergroot aantal patiënten met bepaalde diagnose
4
psychiatrie
Inleiding: hoe kijken we naar
psychopathologie?
Madness
Hippocrates van Kos (460-370 v.C.) - humores – temperamenten
Onevenwicht in lichaamssappen => gek
lichaamssappen controleren persoonlijkheid
• Beschrijft gedrag(sveranderingen)
• Persoonlijkheidsveranderingen
• Beïnvloed van buitenaf
o Giftige stoffen
o ‘bezeten’- demonologie (gek zijn komt door het bezeten zijn door geesten (was een
theorie die lang stand hield)
➔ madness naar illness
Thomas Sydenham (UK, 1624-1689)
• Vader moderne medische nosologie, classificatie-leer
• Concept afzonderlijke ziekten met eigen
o Symptomen
o Verloop
o Prognose
• Beschreef ziekten als afzonderlijk entiteiten, die hadden een specifiek verloop etc.
Medisch model
Ziekte begrip is beïnvloed door 2 ontdekkingen:
1. Correlatie klinisch syndroom met post-mortem afwijkingen
2. ontdekking van micro-organismen als ziekte-verwekkers - microbetheorie (>1850)
~ Louis Pasteur
➔ vb. somatogenen hypothese: syphilis
o SOA
o ulcera - necrose - gebrekkige coördinatie - apathie - dementie
o spirocheet - Treponema pallidum
o psychiatrische ziekte - biologische oorzaak
Philippe Pinel: Franse psychiater: 1 van de eerste die mensen die opgesloten waren en bestempeld
als gek terug waardigheid gaf → ging ook praten met die mensen
1
,→ raakte geïnteresseerd in wat er aan de hand was
→ onderscheidde een aantal grote ziektebeelden
Jozef Guislain: richtte ziekenhuis op voor psychiatrie (Pinel van België)
eind 18e - begin 19e eeuw
• oprichting asielen
• ‘insane asylum’, ‘lunatic asylum’
• ‘insanity’
o nu ‘psychose’ - EPA (= patiënten met ernstige psychiatrische aandoening)
1844
• ‘statistical classification of institutionalised mental patients’
• beperkt aantal diagnosen, o.a. manie en melancholia
• voorloper DSM
Emil Kraepelin (1856-1926)
→ eerste vorm van classificatiesystemen
groepeert ziektebeelden obv gemeenschappelijke patronen van symptomen (syndroom)
→ afzonderlijke entiteiten (natürliche Krankheitseinheiten)
→ eigen (biologische) oorzaak
→ prognose-gericht 1883 (geneeslijk van ongeneeslijk onderscheiden)
Begin 20ste eeuw
• andere settings
o ambulante psychotherapeutische praktijken
• niet-psychotische aandoeningen
o ‘neurosen’, persoonlijkheidsproblematiek...
1948
• Eerste classificatiesysteem van psychiatrische stoornissen uitgegeven
• Overzicht van lichamelijke en psychiatrische aandoeningen
DSM I (1952)
• Eerste editie DSM
• gebaseerd op etiologische theorieën (in 1952, nu niet meer)
o ‘impairment of brain tissue function’
o psychogeen (psycho-analyse)
opkomst medicatie ➔ nood aan verband tussen diagnose en behandeling
DSM II (1968)
• Psycho-analyse
o Nadruk op context
o Ervaringen jeugd
o Geen empirische data
• Psychobiologie van Meyer
o Anti-kraepeliniaans - biologisch reductionisme
o Invloed van sociale en psychologische factoren - reactie-typen
2
, o Geen empirische data
Diagnose is subjectief => nood aan internationale afspraken voor diagnostiek eenduidige
diagnostische criteria
→ Amerikaanse collega’s stelden dubbel zo vaak de diagnose van schizofrenie als Britse collega’s
DSM III (1980)
• Ze wilden a-theoretisch zijn → wilden geen etiologische theorie, geen psycho-analytisch
denken → gewoon heel droog beschrijven wat de symptomen zijn
o Observeerbaar
o Descriptief
o Categoriaal
• Meerassige beoordeling toegevoegd
o As 1: syndromale stoornissen
o As 2: persoonlijkheidsstoornissen, zwakzinnigheid
o As 3: somatische aandoeningen
o As 4: psychosociale en omgevingsproblemen
o As 5: algeheel beoordeling van functioneren
Diagnose
DOEL:
• Vaststellen van symptomen
o Symptoom = ziekteteken = een teken dat er een ziekte is
o Samenhang en verloop
• Beschrijven van toestand
• Verklaren/begrijpen van toestand
o Symptomen en hun samenhang
o Lichamelijke en psychische oorzaken
o Sterke / kwetsbare kanten van persoonlijkheid
o Invloed van gedrag - onderhouden/oplossen van problemen
• Instellen van behandeling
SOORTEN:
syndroomdiagnose structuurdiagnose
• descriptieve diagnose • Struktuurdiagnose
• louter beschrijvend • wel info over etiopathogenese
• geen info over etiopathogenese • waardoor en op welke wijze is het
syndroom ontstaan
• beïnvloedende factoren
• neuro-biologisch
• psychologisch
• Structuurdiagnose
o predisponerende factoren
▪ factoren die iemand kwetsbaar maken
o luxerende factoren
▪ factoren die de stoornis uitlokken
o onderhoudende factoren
3
, ▪ factoren die de stoornis onderhouden of versterken
Classificatie
DOEL:
• identificeren van groep patiënten met vergelijkbare (klinische) kenmerken
o om behandeling in te stellen
o om prognose te voorspellen
Communicatie:
• psychiatrisch esperantó → iedereen over de hele wereld gebruikt hetzelfde → criteria voor
ziekte is hetzelfde
• hulpverleners onderling
• onderzoek
• administratieve registratie, terugbetaling
Classificatie is idealiter gebaseeerd op etiopathogenese en prognose
→ in psychiatrie doorgaans niet met zekerheid vast te stellen
➔ grotendeels syndroomdiagnose
➔ descriptief
KRITIEK (op medisch model en DSM)
1. Ziekte-concept
2. Categoriaal vs dimensionaal
3. Validiteit en betrouwbaarheid
4. Stigma
DSM is niet a-theoretisch
• diagnostische categorieën gepresenteerd als ziekteentiteiten, hersenziektes
o ‘neurobiologische theorie’ impliciet aanwezig
• psychologische problemen zijn niet ‘hetzelfde’ als lichamelijke ziekten
• indruk van wetenschappelijkheid - nauwelijks eenduidige bevindingen
Kritiek op DSM-denken
• DSM-diagnose is niet een ‘natürliche Krankheitseinheit’
• Diagnose is construct
• Diagnose is een overeenkomst ontstaan rond de vergadertafel
• Met een pennentrek vergroot aantal patiënten met bepaalde diagnose
4