100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Goederenrecht samenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
21-04-2023
Written in
2021/2022

Een samenvatting van het vak Privaatrecht 1: Goederenrecht. Dit vak wordt gegeven in jaar 1 van HBO-Rechten aan Hogeschool Utrecht. Dit document bevat een samenvatting van alle leerdoelen van goederenrecht.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 21, 2023
Number of pages
8
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

{ GOEDERENRECHT PERIODE B }
- Leerdoelen –

Week 1: H1 & H2 (excl. 2.5 & 2.6)
1. De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, vruchten,
goederen, hoofdzaak, bestanddelen en goede trouw in een casus.
- Het vermogensrecht wordt omschreven in art. 3:6 BW. Een vermogensrecht is een recht met
een bepaalde waarde die in geld is uit te drukken.
- Goederen wordt omschreven in art. 3:1 BW. Hieruit is af te leiden dat er twee soorten
goederen bestaan: zaken (art. 3:2 BW) en vermogensrechten (art. 3:6 BW).
* Zaken zijn stoffelijke (materiële) objecten waar de mens controle over kan uitoefenen.
* Zaken zijn te verdelen onder roerende en onroerende zaken.
- Het begrip bestanddeel staat beschreven in art. 3:4 BW. Een bestanddeel is iets waarvan wij
als maatschappij vinden dat het deel uitmaakt van een andere zaak. Die andere zaak wordt
daarmee de hoofdzaak.
- Vruchten zijn te verdelen onder natuurlijke en burgerlijke vruchten. Art. 3:9 lid 1 BW
omschrijft natuurlijke vruchten. Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens maatschappelijk
verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt. Een voorbeeld hiervan
is een appel van een appelboom. Art. 3:9 lid 2 BW omschrijft burgerlijke vruchten.
Burgerlijke vruchten zijn vermogensrechten die volgens maatschappelijk verkeersopvatting
als vruchten van goederen worden aangemerkt. Een voorbeeld hiervan is de huuropbrengst
van een woning of de rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat.
- Art 3:11 BW legt uit in welke gevallen goede trouw van een persoon ontbreekt. Iemand is te
goeder trouw wanneer hij niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of het recht waarop zijn
goede trouw betrekking heeft niet juist waren.
2. De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute en
relatieve rechten.
- Absolute rechten zijn rechten die een persoon op een goed kan hebben. Het kan dus zowel
een zaak als een vermogensrecht zijn. Absolute rechten zijn het belangrijkst voor
goederenrecht. Absolute rechten zijn te verdelen onder volledige en beperkte rechten.
- Er zijn in totaal 8 absolute rechten:
Boek 3 BW:
1. Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
2. Pand (art. 3:227 BW)
3. Hypotheek (art. 3:227 BW)
Boek 5 BW:
4. Eigendom (art. 5:1 BW)
5. Erfdienstbaarheid (5:70 BW)
6. Erfpacht (art. 5:85 BW)
7. Opstal (art. 5:101 BW)
8. Appartement (art. 5:106 BW)
- Het eigendomsrecht is het enige volledig recht. De overige absolute rechten zijn beperkte
rechten.
- Wanneer iemand een absoluut recht heeft op een goed, dan wil dat zeggen dat hij dat recht
tegenover iedereen kan uitoefenen: een ander mag geen inbreuk maken op een absoluut recht
dat de rechthebbende op een goed heeft.

, 2. Vervolg.
- Relatieve rechten worden ook wel persoonlijke rechten genoemd. Het zijn rechten die
slechts tegenover een bepaald persoon werken: relatieve rechten gelden dus niet ten opzichte
van iedereen.
- Een verschil tussen absolute en relatieve rechten is dat absolute rechten tegenover iedereen
werkt, en relatieve rechten alleen tegenover een bepaald persoon werkt.
3. De student duidt de beginselen van het goederenrecht binnen een casus aan.
- Naast het feit dat absolute rechten tegenover iedereen werken, zijn er nog andere
rechtsgevolgen verbonden aan deze rechten:
- Zaaksgevolg houdt in dat het absolute recht op een goed blijft bestaan, ook al
bevindt dat goed zich niet meer in de macht van de rechthebbende: het recht volgt de
zaak.
- Het prioriteitsbeginsel houdt in dat het eerst gevestigde absolute recht voorrang
heeft over later gevestigd absoluut recht.
- Bij het voorrangsrecht geldt dat als een persoon of een bedrijf failliet gaat, in
beginsel al zijn of haar goederen in het faillissement vallen.
$7.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
josefienht

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
josefienht Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
10
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions