Sociologie hoofdstuk 5 samenvatting
Cognitieve bindingen
Cognitieve bindingen zijn afhankelijkheden die voorkomen uit processen van kennisvorming en
overdracht van kennis. Kennis is alle voorstellingen van de werkelijkheid waarmee mensen zich kunnen
oriënteren
Kennis: alle voorstellingen van de werkelijkheid waarmee mensen zich oriënteren:
- Alledaagse
- Religieuze
- Ideologische
- Wetenschappelijke
Je bent afhankelijkheid van al die kennis die je neemt, omgangsnormen, sociologische kennis, wat voor
jou verzamelt is.
Wat is nou kennis? Kennis is het gene dat helpt om je door het leven te helpen. Kennis is ook taal.
5.1 Alledaagse kennis
Men heeft kennis nodig om deel te nemen aan een sociaal leven. Een begrijpende reactie houdt in dat
men de veronderstelling bevestigd van een gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid. En
daarmee dan ook het beeld zelf. Een niet begrijpende reactie ontmijnt beide.
Alledaagse kennis van sociale werkelijkheid maakt deel uit van die werkelijkheid. Het is er ook mede
bepalend voor. Mensen ontlenen een groot deel van de kennis die ze opdoen aan de sociale omgeving.
Tegenwoordig is er sprake van een toename in het aantal communicatienetwerken en middelen.
Tevens maken deze grote ontwikkelingen door.
Daarnaast gaat men zich steeds meer specialiseren om bepaalde kennis te krijgen.
- Veel kennis is volstrekt vanzelfsprekend: autorijden. Je vaart op een gegeven moment op
automatische piloot.
- Ontwikkeling communicatiemiddelen; schrift, boek, telefoon, radio, tv, internet).
verruiming communicatienetwerken.
- Kennisspecialisatie loopt parallel met arbeidsdeling.
- Alle daagse kennis als allochtoon; kan soms gebeuren dat er iets mis opgevat wordt.
- Vroeger was het face-to-face en tegenwoordig meer via boeken/internet ect. Je bent minder
afhankelijk van de kennis van iemand.
5.2 Religie
Religie kunnen we zien als een geheel aan denkbeelden, symbolen en rituele waarin een geloof
ontstaat aan het bovennatuurlijke. De oorsprong volgens Durkheim; men wilde collectief een ritueel
uitvoeren. Daarnaast is er een sociale oorsprong; dit is dwang die mensen (of de samenleving) op
anderen uitoefenen en dit is best voelbaar in gezamenlijke rituelen. Men gaf betekenis aan het
menselijke bestaan door het te plaatsen in een geordende kosmos.
In agrarische samenlevingen werden religieuze specialisten gezien als elite; ze streven naar een
kennismonopolie (dit is over het algemeen geldend als ingang), In de middeleeuwen werd het
onderwijs beheerst door priesters. In de Europese middeleeuwen ontstond er een strijd tussen kerk en
universiteit over de interpretatie van de leer.
In de hedendaagse geïndustrialiseerde samenlevingen is de rol van religie vooral een proces van
secularisering; de betekenis en invloed van religie in de samenleving neemt af. Dit is het duidelijkst te
zien in de afname van de invloed in organisaties als scholen.
In de 20e eeuw was er sprake van een ontkerkelijking; het kerkbezoek daalde af. Tevens is de kerk
meer een privé aangelegenheid in plaats van een maatschappelijke.
Tegenwoordig komen er veel nieuwe culturen bij, ook in de tal gevestigde godsdiensten.
Van tijd tot tijd ontstaan er nieuwe bewegingen die streven naar een versterking en verdieping van die
al bestaande godsdiensten.
Tussen de verschillende landen zit ook een groot verschil in de betekenis van de religie.
Cognitieve bindingen
Cognitieve bindingen zijn afhankelijkheden die voorkomen uit processen van kennisvorming en
overdracht van kennis. Kennis is alle voorstellingen van de werkelijkheid waarmee mensen zich kunnen
oriënteren
Kennis: alle voorstellingen van de werkelijkheid waarmee mensen zich oriënteren:
- Alledaagse
- Religieuze
- Ideologische
- Wetenschappelijke
Je bent afhankelijkheid van al die kennis die je neemt, omgangsnormen, sociologische kennis, wat voor
jou verzamelt is.
Wat is nou kennis? Kennis is het gene dat helpt om je door het leven te helpen. Kennis is ook taal.
5.1 Alledaagse kennis
Men heeft kennis nodig om deel te nemen aan een sociaal leven. Een begrijpende reactie houdt in dat
men de veronderstelling bevestigd van een gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid. En
daarmee dan ook het beeld zelf. Een niet begrijpende reactie ontmijnt beide.
Alledaagse kennis van sociale werkelijkheid maakt deel uit van die werkelijkheid. Het is er ook mede
bepalend voor. Mensen ontlenen een groot deel van de kennis die ze opdoen aan de sociale omgeving.
Tegenwoordig is er sprake van een toename in het aantal communicatienetwerken en middelen.
Tevens maken deze grote ontwikkelingen door.
Daarnaast gaat men zich steeds meer specialiseren om bepaalde kennis te krijgen.
- Veel kennis is volstrekt vanzelfsprekend: autorijden. Je vaart op een gegeven moment op
automatische piloot.
- Ontwikkeling communicatiemiddelen; schrift, boek, telefoon, radio, tv, internet).
verruiming communicatienetwerken.
- Kennisspecialisatie loopt parallel met arbeidsdeling.
- Alle daagse kennis als allochtoon; kan soms gebeuren dat er iets mis opgevat wordt.
- Vroeger was het face-to-face en tegenwoordig meer via boeken/internet ect. Je bent minder
afhankelijk van de kennis van iemand.
5.2 Religie
Religie kunnen we zien als een geheel aan denkbeelden, symbolen en rituele waarin een geloof
ontstaat aan het bovennatuurlijke. De oorsprong volgens Durkheim; men wilde collectief een ritueel
uitvoeren. Daarnaast is er een sociale oorsprong; dit is dwang die mensen (of de samenleving) op
anderen uitoefenen en dit is best voelbaar in gezamenlijke rituelen. Men gaf betekenis aan het
menselijke bestaan door het te plaatsen in een geordende kosmos.
In agrarische samenlevingen werden religieuze specialisten gezien als elite; ze streven naar een
kennismonopolie (dit is over het algemeen geldend als ingang), In de middeleeuwen werd het
onderwijs beheerst door priesters. In de Europese middeleeuwen ontstond er een strijd tussen kerk en
universiteit over de interpretatie van de leer.
In de hedendaagse geïndustrialiseerde samenlevingen is de rol van religie vooral een proces van
secularisering; de betekenis en invloed van religie in de samenleving neemt af. Dit is het duidelijkst te
zien in de afname van de invloed in organisaties als scholen.
In de 20e eeuw was er sprake van een ontkerkelijking; het kerkbezoek daalde af. Tevens is de kerk
meer een privé aangelegenheid in plaats van een maatschappelijke.
Tegenwoordig komen er veel nieuwe culturen bij, ook in de tal gevestigde godsdiensten.
Van tijd tot tijd ontstaan er nieuwe bewegingen die streven naar een versterking en verdieping van die
al bestaande godsdiensten.
Tussen de verschillende landen zit ook een groot verschil in de betekenis van de religie.
