Beleid les 1: introles
Inleiding
Beleid = vertaling van ethiek op macroniveau
Start is een kritische ethische grondhouding
à Kijken naar beleid
à mee creëren van beleid
Een goed beleid is rechtvaardig en dus ethisch.
= beleid voeren
– management/ leiding geven
= beleid ondersteunen
– bewust en kritisch meedraaien in een organisatie
= beleid maken
– ondernemen
1. Management
1.1 Wat is management?
• Management
– Plannen, organiseren, controleren en beslissen
Alles verloopt vlot, problemen oplossen, coördineren
• Leidinggeven
– Verandering en innovatie
– Werken met groepen en mensen
– Inspireren
Wat kunnen we verbeteren
Hoe kunnen we mensen inspireren om er meer uit te halen
Langetermijn zaken uitwerken
Coachen
– Grotere betrokkenheid
– Beter functioneren
– Optimale ontwikkeling
Dicht bij medewerkers staan, luisteren naar wat leeft, wat ze nodig hebben
• Ondernemer
– Zoekt opportuniteiten en nieuwe ideeën
– Heeft oog voor maatschappelijke meerwaarde
– Bouwt netwerken uit
– Stimuleert medewerkers om hetzelfde te doen
Hoe kunnen we samenwerkingen aangaan om nog meer voor onze cliënten te
doen, netwerkgericht werken, medewerkers motiveren om mee hun
schouders hieronder te zetten
Leiderschap: aangeboren of aangeleerd?
30% aangeboren
70% aangeleerd
,1.2 Takenpakket in de sociale sector
Mogelijks takenpakket (hoofdbegeleider, teamcoördinator)
• Verantwoordelijke dagelijkse werking
– Monitoren dagelijkse werking
– Aanspreekpunt
– Opmaken uurroosters
– Teamvergaderingen leiden
Alles dat gebeurt op de voet volgen (bv. melden dat lamp niet werkt, melden van conflict
tussen personeelsleden)
Eerste aanspreekpunt voor zowel cliënten als voor collega’s
Belangrijk om streng en rechtvaardig te zijn, je kan niet voor iedereen goed doen.
Maak dat het eerlijk is
• Personeelszaken: teamverantwoordelijke
– Selectie, aanwerving en ontslag
– Coaching personeel (in dialoog)
• Teamdynamisch
• Inhoudelijk
– Functionerings-/evaluatiegesprekken
– Organisatie groepsdynamische activiteiten, bvb teambuilding
Team die zich goed voelt, voldoende bijgeschoold zijn, zorgen voor duidelijkheid. Belangrijk
dat je team aan elkaar hangt, goeie dynamiek
• Eindverantwoordelijke voor de bewoners/cliënten en hun netwerk
– Opvolging algemeen welzijn
– Planning en uitvoering begeleidingsbesprekingen
– Communicatie netwerk
Ervoor zorgen dat doelstellingen bereikt worden en dat ze geëvalueerd worden
• Projectleider
• Vorming en bijscholing
• Verschil orthopedagoog en teamcoach/hoofdbegeleider: ortho staat verder af van
een team dan hoofdbegeleider. Ortho is vaak leidinggevende van verschillende
groepen
1.3 Elementen van goede leiderschap
1. Voorbeeldfunctie opnemen
2. Verantwoordelijkheidsgevoel bezitten
3. Rechtvaardig zijn
4. Inspraak geven
5. Flexibel zijn, een open geest hebben
6. Daadkrachtig zijn, beslissingen nemen
7. Communicatief zijn
8. Initiatief tonen
, 9. Loyaal zijn
10. Organisatorisch sterk zijn
11. Transparant zijn waar het kan
12. Evenwicht vinden in afstand en nabijheid
13. Teamdynamiek bevorderen
14. Privacy respecteren
15. Blijf “menselijk”
Valkuilen bij leidinggevend coachen
• Authenticiteit verliezen
• Te snel willen doorgroeien
• Vergeten delegeren/verantwoordelijkheden ontnemen (durf dingen uit hangen
geven aan collega’s, neem niet alles zelf op)
• Geen inspraak geven
• Teveel afstand/teveel nabijheid
• Nooit nee durven zeggen
1.4 Evolutie in managementmodellen
SOWIESO EXAMENVRAAG OVER DIT DEEL!!!
• Reductie van complexe werkelijkheid
• Afspiegeling van samenleving
• Constante vernieuwing
– Levenslang leren
JAREN 1920 (100J GELEDEN): ROARING TWENTIES
Inleiding
Beleid = vertaling van ethiek op macroniveau
Start is een kritische ethische grondhouding
à Kijken naar beleid
à mee creëren van beleid
Een goed beleid is rechtvaardig en dus ethisch.
= beleid voeren
– management/ leiding geven
= beleid ondersteunen
– bewust en kritisch meedraaien in een organisatie
= beleid maken
– ondernemen
1. Management
1.1 Wat is management?
• Management
– Plannen, organiseren, controleren en beslissen
Alles verloopt vlot, problemen oplossen, coördineren
• Leidinggeven
– Verandering en innovatie
– Werken met groepen en mensen
– Inspireren
Wat kunnen we verbeteren
Hoe kunnen we mensen inspireren om er meer uit te halen
Langetermijn zaken uitwerken
Coachen
– Grotere betrokkenheid
– Beter functioneren
– Optimale ontwikkeling
Dicht bij medewerkers staan, luisteren naar wat leeft, wat ze nodig hebben
• Ondernemer
– Zoekt opportuniteiten en nieuwe ideeën
– Heeft oog voor maatschappelijke meerwaarde
– Bouwt netwerken uit
– Stimuleert medewerkers om hetzelfde te doen
Hoe kunnen we samenwerkingen aangaan om nog meer voor onze cliënten te
doen, netwerkgericht werken, medewerkers motiveren om mee hun
schouders hieronder te zetten
Leiderschap: aangeboren of aangeleerd?
30% aangeboren
70% aangeleerd
,1.2 Takenpakket in de sociale sector
Mogelijks takenpakket (hoofdbegeleider, teamcoördinator)
• Verantwoordelijke dagelijkse werking
– Monitoren dagelijkse werking
– Aanspreekpunt
– Opmaken uurroosters
– Teamvergaderingen leiden
Alles dat gebeurt op de voet volgen (bv. melden dat lamp niet werkt, melden van conflict
tussen personeelsleden)
Eerste aanspreekpunt voor zowel cliënten als voor collega’s
Belangrijk om streng en rechtvaardig te zijn, je kan niet voor iedereen goed doen.
Maak dat het eerlijk is
• Personeelszaken: teamverantwoordelijke
– Selectie, aanwerving en ontslag
– Coaching personeel (in dialoog)
• Teamdynamisch
• Inhoudelijk
– Functionerings-/evaluatiegesprekken
– Organisatie groepsdynamische activiteiten, bvb teambuilding
Team die zich goed voelt, voldoende bijgeschoold zijn, zorgen voor duidelijkheid. Belangrijk
dat je team aan elkaar hangt, goeie dynamiek
• Eindverantwoordelijke voor de bewoners/cliënten en hun netwerk
– Opvolging algemeen welzijn
– Planning en uitvoering begeleidingsbesprekingen
– Communicatie netwerk
Ervoor zorgen dat doelstellingen bereikt worden en dat ze geëvalueerd worden
• Projectleider
• Vorming en bijscholing
• Verschil orthopedagoog en teamcoach/hoofdbegeleider: ortho staat verder af van
een team dan hoofdbegeleider. Ortho is vaak leidinggevende van verschillende
groepen
1.3 Elementen van goede leiderschap
1. Voorbeeldfunctie opnemen
2. Verantwoordelijkheidsgevoel bezitten
3. Rechtvaardig zijn
4. Inspraak geven
5. Flexibel zijn, een open geest hebben
6. Daadkrachtig zijn, beslissingen nemen
7. Communicatief zijn
8. Initiatief tonen
, 9. Loyaal zijn
10. Organisatorisch sterk zijn
11. Transparant zijn waar het kan
12. Evenwicht vinden in afstand en nabijheid
13. Teamdynamiek bevorderen
14. Privacy respecteren
15. Blijf “menselijk”
Valkuilen bij leidinggevend coachen
• Authenticiteit verliezen
• Te snel willen doorgroeien
• Vergeten delegeren/verantwoordelijkheden ontnemen (durf dingen uit hangen
geven aan collega’s, neem niet alles zelf op)
• Geen inspraak geven
• Teveel afstand/teveel nabijheid
• Nooit nee durven zeggen
1.4 Evolutie in managementmodellen
SOWIESO EXAMENVRAAG OVER DIT DEEL!!!
• Reductie van complexe werkelijkheid
• Afspiegeling van samenleving
• Constante vernieuwing
– Levenslang leren
JAREN 1920 (100J GELEDEN): ROARING TWENTIES