Thema 1: Wat is trainen? Wat is leren?
Wanneer men breinkennis gaat toepassen in een trainingstraject is het belangrijk iets te weten over
de neurowetenschap: deze wetenschap bestudeert hoe de hersenen van binnen- en buitenaf
worden beïnvloed.
Volgens Brein in training zijn er vijf breinprincipes; veiligheid, voeding, emotie, verbinding en
verwerking
Leren = een blijvende verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde
ervaring.
Er wordt pas van leren gesproken als er een blijvende verandering in gedrag is. Dit geldt niet voor
reflexmatige reacties zoals opspringen bij een onverwacht geluid. Ten tweede moet er sprake zijn
van en verandering in gedrag of mentale processen. Zonder leren zou de mens volledig afhankelijk
zijn van instincten.
Habituatie = leren niet te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus, bijv. het negeren
van het verkeer wanneer je in een drukke straat woont
Mere exposure-effect = aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn blootgesteld
Stimulus-responsleren = vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en
responsen, zoals klassieke en operante conditionering
Thema 2: Hersenen zijn plastisch en dat vormt de basis van het leren
Breinleren = een methodiek voor het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van leerinterventies,
waarbij de werking van hersenen als uitgangspunt wordt genomen
Er zijn tien kerninzichten van breinleren, deze worden per thema (mits ze voorkomen) behandeld.
Hersenen zijn plastisch en dat vormt de basis van het leren
Hersenen zijn opgebouwd uit zo’n honderd miljard hersencellen: neuronen. Waarbij iedere
individuele neuron zich kan verbinden met tienduizenden anderen. Deze neuronen communiceren
d.m.v. een elektrochemisch proces. Een actieve neuron geeft een elektrische impuls af, ook wel
vuren genoemd. Zo komen er chemische stoffen vrij, oftewel neurotransmitters. Onder het mom van
‘neurons that fire together wire together’ wordt duidelijk dat neuronen naarmate ze vaker samen
vuren, dit steeds makkelijker gaan doen. Zo worden neurale netwerken gevormd die zorgen dat de
mens complexe zaken kunnen doen, begrijpen en bedenken. ‘Use it or lose it’ houdt in dat neuronale
verbindingen die niet gebruikt worden steeds zwakker worden. Dit dynamische gebeuren heet
neuroplasticiteit.
Zo ontstaat er nog een andere definitie voor leren: leren is het vormen van sterke en uitgebreide
neurale netwerken.