P2 – Recht
Goederenrecht = gaat over de regels die betrekking hebben op de relatie tussen personen en goederen.
Goederen: (art. 3:1 BW)
1. Zaken (art. 3:2 BW)
De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten omvat de hoofdzaak en haar bestanddelen
2. Vermogensrechten (art. 3:6 BW)
Afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar
Strekt tot stoffelijk voordeel
Is verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel
Bijv. beperkte rechten, aandelen, vorderingen of auteursrechten
Onroerend = de grond en alles wat er mee vast verbonden is: lantaarnpalen, huizen, olie etc. (art. 3:3 lid 1 BW)
Roerende zaken = alles wat niet onroerend is (art. 3:3 lid 2 BW)
Registergoederen zijn goederen waarvoor bij overdracht of vestiging een inschrijving in de openbare registers
nodig is: (art. 3:10 BW)
– Alle onroerende zaken
– Teboekgestelde schepen (stelen voorkomen, woonboot valt anders alleen
– Teboekgestelde vliegtuigen onder pandrecht dus i.v.m. hypotheek)
– Beperkte rechten op voormelde onroerende zaken, schepen en vliegtuigen
Beperkte recht eigendom: Je mag anderen er niet mee lastig vallen.
Eigenaar kan beperkte rechten op het absoluut recht vestigen.
Eigendom is meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1 BW)
De eigenaar mag de zaak naar zijn eigen inzicht gebruiken.
– Eigenaar auto
Bezitter houdt het goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1 BW)
– Eigenaar auto, middellijk
– Dief van een fiets, onmiddellijk
Houder houdt het goed voor een ander (art. 3:109 BW)
– Huurder van dvd
– Leent een fiets
Goederenrecht = gaat over de regels die betrekking hebben op de relatie tussen personen en goederen.
Goederen: (art. 3:1 BW)
1. Zaken (art. 3:2 BW)
De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten omvat de hoofdzaak en haar bestanddelen
2. Vermogensrechten (art. 3:6 BW)
Afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar
Strekt tot stoffelijk voordeel
Is verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel
Bijv. beperkte rechten, aandelen, vorderingen of auteursrechten
Onroerend = de grond en alles wat er mee vast verbonden is: lantaarnpalen, huizen, olie etc. (art. 3:3 lid 1 BW)
Roerende zaken = alles wat niet onroerend is (art. 3:3 lid 2 BW)
Registergoederen zijn goederen waarvoor bij overdracht of vestiging een inschrijving in de openbare registers
nodig is: (art. 3:10 BW)
– Alle onroerende zaken
– Teboekgestelde schepen (stelen voorkomen, woonboot valt anders alleen
– Teboekgestelde vliegtuigen onder pandrecht dus i.v.m. hypotheek)
– Beperkte rechten op voormelde onroerende zaken, schepen en vliegtuigen
Beperkte recht eigendom: Je mag anderen er niet mee lastig vallen.
Eigenaar kan beperkte rechten op het absoluut recht vestigen.
Eigendom is meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1 BW)
De eigenaar mag de zaak naar zijn eigen inzicht gebruiken.
– Eigenaar auto
Bezitter houdt het goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1 BW)
– Eigenaar auto, middellijk
– Dief van een fiets, onmiddellijk
Houder houdt het goed voor een ander (art. 3:109 BW)
– Huurder van dvd
– Leent een fiets