P4 – Consumentengedrag
Consumentengedrag: Al het gedrag dat een consument vertoont bij het zoeken naar / het kopen / het
gebruiken / het evalueren / het afdanken van producten, diensten en ideeën.
6 fasen in het consumentenbeslissingsproces
1. Vaststellen ontstaan of behoefte consument
2. Informatie verzamelen over producten / diensten en aanbieders
3. Evaluatie alternatieven
4. Beslissingen nemen
5. Gebruiken
6. Evalueren
De marketeer heeft alleen invloed in de 2e fase.
De Rossiter- en Percymatrix: betrokkenheid van het product.
Informationeel: probleemoplossende functie (lost mijn problemen op)
Transformationeel: waarde toevoegende functie (alles wat een merk toe kan voegen, bv. een biermerk)
Verschillende soorten consumenten (visie op de consument):
Rationeel (nutsmaximalisatie, het geld dat je hebt het beste besteden): doet alles op basis van
verstandige logica.
Passief (manipuleerbaar): de consument danst naar jou pijpen
Cognitief (informatieverwerker en probleemoplosser): op basis van kennis en kunde
Emotioneel (geneigd om emotionele en affectieve waarde toe te voegen aan “dingen”): gevoel komt er
bij kijken
Experiencer (keuze voor belevenissen boven materiele behoeften): staat boven emotioneel en
cognitief.
4 soorten beslissingsprocessen, afhankelijk van belangrijkheid van product en mate waarin men bekend is
met product
1. Uitgebreid probleemoplossend (informationeel, hoge betrokkenheid)
2. Beperkt probleemoplossend (informationeel, lage betrokkenheid)
3. Routinematig (transformationeel)
4. Impulsief (transformationeel)
Klantwaarde: Kwaliteit + extra voordelen + positieve emoties
Prijs + extra kosten + negatieve emoties
, Innovatiespiraal Marketingspiraal
Communicatiespiraal: roepen over je product, steeds weer nieuwe dingen roepen als het andere is
uitgewerkt.
Distributiespiraal (als communicatiespiraal niet meer werkt): andere plek aanbieden waar je te koop bent.
Prijsspiraal: aanbieden met de prijs (als distributiespiraal niet meer werkt).
Soorten macro-omgevingsinvloeden:
o Technische omgeving
o Sociaal-maatschappelijke omgeving
o Infrastructurele omgeving
o Fysische omgeving
o Demografische omgeving
o Politiek-juridische omgeving
o Economische omgeving
Politiek-juridische factoren
Consumentenbescherming
Consumentisme, bijv.: consumentenbond
Consumentenbeleid
Wetgeving
Inkomensbeleid
Prijsbeleid, bijv. 6% btw ipv 21%, zodat mensen duurzaam hun huis verbouwen.
Consumenteneducatie, consumenten wijzer maken, te zorgen dat de consumenten slimmer
worden.
Voorlichting
Technische factoren
Effect voor de consument:
1. Producten en diensten veranderen.
2. Het koopproces verandert.
3. Interactie tussen de consument en zijn omgeving verandert.
4. De rol van de consument in zijn omgeving verandert.
Consumentengedrag: Al het gedrag dat een consument vertoont bij het zoeken naar / het kopen / het
gebruiken / het evalueren / het afdanken van producten, diensten en ideeën.
6 fasen in het consumentenbeslissingsproces
1. Vaststellen ontstaan of behoefte consument
2. Informatie verzamelen over producten / diensten en aanbieders
3. Evaluatie alternatieven
4. Beslissingen nemen
5. Gebruiken
6. Evalueren
De marketeer heeft alleen invloed in de 2e fase.
De Rossiter- en Percymatrix: betrokkenheid van het product.
Informationeel: probleemoplossende functie (lost mijn problemen op)
Transformationeel: waarde toevoegende functie (alles wat een merk toe kan voegen, bv. een biermerk)
Verschillende soorten consumenten (visie op de consument):
Rationeel (nutsmaximalisatie, het geld dat je hebt het beste besteden): doet alles op basis van
verstandige logica.
Passief (manipuleerbaar): de consument danst naar jou pijpen
Cognitief (informatieverwerker en probleemoplosser): op basis van kennis en kunde
Emotioneel (geneigd om emotionele en affectieve waarde toe te voegen aan “dingen”): gevoel komt er
bij kijken
Experiencer (keuze voor belevenissen boven materiele behoeften): staat boven emotioneel en
cognitief.
4 soorten beslissingsprocessen, afhankelijk van belangrijkheid van product en mate waarin men bekend is
met product
1. Uitgebreid probleemoplossend (informationeel, hoge betrokkenheid)
2. Beperkt probleemoplossend (informationeel, lage betrokkenheid)
3. Routinematig (transformationeel)
4. Impulsief (transformationeel)
Klantwaarde: Kwaliteit + extra voordelen + positieve emoties
Prijs + extra kosten + negatieve emoties
, Innovatiespiraal Marketingspiraal
Communicatiespiraal: roepen over je product, steeds weer nieuwe dingen roepen als het andere is
uitgewerkt.
Distributiespiraal (als communicatiespiraal niet meer werkt): andere plek aanbieden waar je te koop bent.
Prijsspiraal: aanbieden met de prijs (als distributiespiraal niet meer werkt).
Soorten macro-omgevingsinvloeden:
o Technische omgeving
o Sociaal-maatschappelijke omgeving
o Infrastructurele omgeving
o Fysische omgeving
o Demografische omgeving
o Politiek-juridische omgeving
o Economische omgeving
Politiek-juridische factoren
Consumentenbescherming
Consumentisme, bijv.: consumentenbond
Consumentenbeleid
Wetgeving
Inkomensbeleid
Prijsbeleid, bijv. 6% btw ipv 21%, zodat mensen duurzaam hun huis verbouwen.
Consumenteneducatie, consumenten wijzer maken, te zorgen dat de consumenten slimmer
worden.
Voorlichting
Technische factoren
Effect voor de consument:
1. Producten en diensten veranderen.
2. Het koopproces verandert.
3. Interactie tussen de consument en zijn omgeving verandert.
4. De rol van de consument in zijn omgeving verandert.