Samenvatting verbintenissenrecht
Week 1:
Rechtshandeling: een handeling met een beoogd rechtsgevolg, art. 3:33 BW.
- Eenzijdig: verricht door één persoon
- Tweezijdig: verricht door twee of meer personen
Feitelijke handeling: handelingen die niet op rechtsgevolg zijn gericht, maar
waar het recht wel rechten en plichten aan verbindt.
Rechtsfeiten: gebeurtenissen waaraan het recht gevolgen verbindt.
Bloot rechtsfeit: er is geen sprake van een menselijke handeling waarbij de
menselijke wil betrokken is, maar er treedt een rechtsgevolg in door verjaring,
tijdsverloop, overlijden, geboorte of naburigheid.
Verbintenis: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer
personen, op grond waarvan de ene persoon recht heeft op een prestatie en de
ander is daartoe verplicht.
Bronnen van verbintenissen:
- Een overeenkomst, art 6:213 BW
- Een onrechtmatige daad, art. 6:162 BW
- Een rechtmatige daad, bv art. 6:198 BW
Rechtssubject: drager van rechten en plichten (natuurlijke personen en
rechtspersonen).
Nietigheid: het beoogde rechtsgevolg treedt niet in, omdat de wet dit verbiedt.
Vernietigbaarheid: de rechtshandeling is geldig, maar de nietigheid ervan kan
achteraf worden ingeroepen.
Handelingsbekwaamheid: de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten.
- Iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam, tenzij de wet anders
bepaalt.
- Minderjarigen en onder curatele gestelden zijn niet altijd
handelingsbekwaam.
Week 2:
Totstandkoming overeenkomst:
- Aanbod en aanvaarding? Art. 6:217 BW
o Persoon
Handelingsbekwaamheid art. 3:32 BW
Minderjarigen art. 1:233 BW
Onder curatele gestelden art. 1:378 BW
o De totstandkoming
Wil en verklaring 3:33 BW
Gerechtvaardigd vertrouwen art. 3:35 BW
Wilsgebrek art. 3:44 en 6:228 BW
Week 1:
Rechtshandeling: een handeling met een beoogd rechtsgevolg, art. 3:33 BW.
- Eenzijdig: verricht door één persoon
- Tweezijdig: verricht door twee of meer personen
Feitelijke handeling: handelingen die niet op rechtsgevolg zijn gericht, maar
waar het recht wel rechten en plichten aan verbindt.
Rechtsfeiten: gebeurtenissen waaraan het recht gevolgen verbindt.
Bloot rechtsfeit: er is geen sprake van een menselijke handeling waarbij de
menselijke wil betrokken is, maar er treedt een rechtsgevolg in door verjaring,
tijdsverloop, overlijden, geboorte of naburigheid.
Verbintenis: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer
personen, op grond waarvan de ene persoon recht heeft op een prestatie en de
ander is daartoe verplicht.
Bronnen van verbintenissen:
- Een overeenkomst, art 6:213 BW
- Een onrechtmatige daad, art. 6:162 BW
- Een rechtmatige daad, bv art. 6:198 BW
Rechtssubject: drager van rechten en plichten (natuurlijke personen en
rechtspersonen).
Nietigheid: het beoogde rechtsgevolg treedt niet in, omdat de wet dit verbiedt.
Vernietigbaarheid: de rechtshandeling is geldig, maar de nietigheid ervan kan
achteraf worden ingeroepen.
Handelingsbekwaamheid: de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten.
- Iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam, tenzij de wet anders
bepaalt.
- Minderjarigen en onder curatele gestelden zijn niet altijd
handelingsbekwaam.
Week 2:
Totstandkoming overeenkomst:
- Aanbod en aanvaarding? Art. 6:217 BW
o Persoon
Handelingsbekwaamheid art. 3:32 BW
Minderjarigen art. 1:233 BW
Onder curatele gestelden art. 1:378 BW
o De totstandkoming
Wil en verklaring 3:33 BW
Gerechtvaardigd vertrouwen art. 3:35 BW
Wilsgebrek art. 3:44 en 6:228 BW