§ 3.1 Bloed
Een volwassen mens heeft 5 tot 6 liter bloed in zijn lichaam. Bloed vervoert zuurstof
en koolstofdioxide door je lichaam, en
nog vele andere stoffen.
Bloedplasma =
Deel van het bloed dat bestaat uit water,
plasma-eiwitten en opgeloste stoffen.
Hiernaast zie je de samenstelling van
bloed.
Bloedplasma vervoert:
Zuurstof
Voedingsstoffen
Antistoffen
Koolstofdioxide
Andere afvalstoffen
Rode bloedcellen =
Deel van het bloed dat bestaat uit cellen zonder
celkern met hemoglobine.
Cellen zonder kern.
Rode bloedcellen bevatten de rode
kleurstof hemoglobine.
Functie: zuurstof vervoeren.
Bloedarmoede: Het bloed bevat te weinig
hemoglobine. Daardoor kan iemand zicht voortdurend zwak en moe voelen.
Witte bloedcellen =
Deel van het bloed dat bestaat uit cellen met een celkern, zonder vaste vorm.
Cellen met een celkern.
Geen vaste vorm
Functie: afweer tegen ziekteverwekkers
Bloedplaatsje =
Deel van het bloed dat bestaat uit delen van uiteengevallen cellen zonder celkern.
Delen van uiteengevallen cellen.
Functie: bloedstolling.
Trombose: een bloedstolsel binnen een bloedvat.
§ 3.2 de bloedsomloop
, Het bloed vervoert nuttige stoffen naar alle cellen. Afvalstoffen uit de cellen worden
door het bloed afgevoerd. Een sterk vertakt netwerk van bloedvaten bereikt alle
plaatsen in je lichaam.
Bloedvaten:
Bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten. Bloedvaten lopen door het
hele lichaam. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. Dit noem je de
bloedsomloop.
Bloedsomloop =
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
Van het hart naar de organen zijn slagaders en worden genoemd naar het
orgaan waar ze naar toe gaan.
Van orgaan naar het hart zijn aders en worden genoemd naar het orgaan van
waar ze vertrekken.
Er zijn 3 typen bloedvaten: slagaders, haarvaten en aders
Slagaders
- Hierdoor stroomt bloed van het hard weg
- Hoge bloeddruk
- Bloed stroomt naar de organen
- Alleen halvemaanvormige kleppen
- Meestal dieper in het lichaam gelegen
- ‘Slag’ merkbaar o.a. in de polsen
- Wand: laag dekweefsel, dikke laag spierweefsel, bindweefsel
Haarvaten
- Wand is maar 1 cellaag dik
- Lage stroomsnelheid
- Groot totaaloppervlak
Aders
- Hierdoor stroomt het bloed naar het hart
toe
- Lage bloeddruk
- Meestal ondiep in het lichaam gelegen
- Geen ‘slag’ merkbaar
- Kleppen verhinderen dat het bloed terugstroomt
- Wand: laag dekweefsel, dikke laag spierweefsel, bindweefsel
Bloedvatenstelsel:
In de roodgekleurde bloedvaten is het bloed zuurstofrijk.
In de blauwgekleurde bloedvaten is het bloed zuurstofarm.