LES 5: BOUWELEMENTEN
Deel 1
FUNDERINGEN
Functies:
▪ Opnemen van lasten komende van structuur van gebouw
▪ Lasten overdragen naar ondergrond ter hoogte van funderingsaanzet met een
veiligheidsmarge t.o.v. de draagkracht van de grond
▪ Voorzien in ondergrondse kelders, garages, kruipruimtes
Factoren bepalen keuze van funderingsmethode, funderingssysteem en funderingstype
INVLOED VAN GRONDSAMENSTELLING
ALLUVIALE GROND
Bestaat in België en Nederland uit:
▪ Klei
▪ Zand
▪ Water
- Factor die draagvermogen van grond bepaald
- Als water wordt weggenomen-> grond indrukken
Extra op drukken -> lucht wordt weggedrukt
Zandkorrels/kleischilfers worden dan ingedrukt
1
, - Opnieuw water toevoegen
Grond -> uitzetten in alle richtingen
Ontstaat op-en-neerbeweging
Invloed op stabiliteit van het gebouw
▪ Lucht
Zandgrond
= best funderen op zandgrond
▪ Minder onderhevig aan uitzetting/krimpen onder invloed van water
- Laat water goed door
▪ Korrels liggen zeer compact samen
- Stabiel
Niet-samenhangende soorten
▪ Grind en zand
- Niet samendrukbaar
- Praktisch geen zetting
Wel-samenhangende soorten
▪ Klei, leem en veen
- Onderhevig aan vormverandering onder
invloed van water
Hoeveelheid water bepaalt hoe grond
zich gedraag onder belasting van
gebouw
Uitzetting/krimp i.f.v. meer/minder
water
-> voorzichtigheid om te funderen op
de lagen
- Draagkracht niet altijd dezelfde
▪ Veen en humus
- Organische resten van planten
ROTSGROND Samendrukbaar
▪ Vaste grondsoort Niet geschikt om gebouw op te laten
▪ Komt bij ons niet vaak voor rusten
▪ Mag niet golvend zijn
- Kans tot afglijden van funderingsconstructie
▪ Kan zettingen ontstaan
- Scheuren, barsten, breuken…
- Integraal
Van hele gebouw -> gebouw op foute ondergrond te funderen
- Differentieel
Door verschil in last binnen het gebouw -> zwaarder belaste deel grotere zetting
dan het minder belaste deel van hetzelfde gebouw
Draagvermogen
= Verticale tegendruk van bouwgrond tegen fundering
▪ Lasten van grond = tegendruk die de ondergrond kan bieden
2
, Verschillende factoren die draagvermogen van grond bepalen
▪ Eigenschappen van grond
▪ Diepte, soort en dikte van verschillende grondlagen
▪ Veenlagen beïnvloeden draagvermogen grond nadelig -> grote samendrukbaarheid
▪ Vorm, afmetingen en stijfheid van de fundering
▪ Watergehalte en stand van het grondwater
Verschillende manieren om draagvermogen
van ondergrond te bepalen/berekenen:
▪ Bepalen
- Graven van putten.
- Gebruik van sondeerstaaf
- Uitvoeren van
oppervlaktesonderingen
- Uitvoeren van grondboringen
- Uitvoeren van diepsonderingen
- Uitvoeren van proefbelastingen
- Laboratoriumonderzoek
▪ Berekenen
- Kleine constructies
- Toelaatbare gronddruk in daN/cm²
Gronddruk aangenomen voor het bepalen van afmetingen van funderingsaanzet
Afgeleid uit grensdraagvermogen van grond
Geen proeven = waarden in tabel aannemen
Diepsondering/sonderingsproef
= geeft een goed beeld van de samenstelling van de bodem tot een grote diepte
▪ Proef
- Met constante snelheid, een sondeerpunt + aantal staven in de grond te duwen
- Meerdere sonderingspunten
Breder beeld van ondergrond (dia 21)
▪ Kracht die nodig is om sondeerpunt in grond te duwen -> continu gemeten
- Weergegeven in een conusweerstand (volle lijn linkerkant dia 20)
▪ Kracht die nodig is om staven in grond te duwen -> continu gemeten
- Weergegeven in de wrijvingsweerstand (stippellijn linkerkant dia 20)
3
Deel 1
FUNDERINGEN
Functies:
▪ Opnemen van lasten komende van structuur van gebouw
▪ Lasten overdragen naar ondergrond ter hoogte van funderingsaanzet met een
veiligheidsmarge t.o.v. de draagkracht van de grond
▪ Voorzien in ondergrondse kelders, garages, kruipruimtes
Factoren bepalen keuze van funderingsmethode, funderingssysteem en funderingstype
INVLOED VAN GRONDSAMENSTELLING
ALLUVIALE GROND
Bestaat in België en Nederland uit:
▪ Klei
▪ Zand
▪ Water
- Factor die draagvermogen van grond bepaald
- Als water wordt weggenomen-> grond indrukken
Extra op drukken -> lucht wordt weggedrukt
Zandkorrels/kleischilfers worden dan ingedrukt
1
, - Opnieuw water toevoegen
Grond -> uitzetten in alle richtingen
Ontstaat op-en-neerbeweging
Invloed op stabiliteit van het gebouw
▪ Lucht
Zandgrond
= best funderen op zandgrond
▪ Minder onderhevig aan uitzetting/krimpen onder invloed van water
- Laat water goed door
▪ Korrels liggen zeer compact samen
- Stabiel
Niet-samenhangende soorten
▪ Grind en zand
- Niet samendrukbaar
- Praktisch geen zetting
Wel-samenhangende soorten
▪ Klei, leem en veen
- Onderhevig aan vormverandering onder
invloed van water
Hoeveelheid water bepaalt hoe grond
zich gedraag onder belasting van
gebouw
Uitzetting/krimp i.f.v. meer/minder
water
-> voorzichtigheid om te funderen op
de lagen
- Draagkracht niet altijd dezelfde
▪ Veen en humus
- Organische resten van planten
ROTSGROND Samendrukbaar
▪ Vaste grondsoort Niet geschikt om gebouw op te laten
▪ Komt bij ons niet vaak voor rusten
▪ Mag niet golvend zijn
- Kans tot afglijden van funderingsconstructie
▪ Kan zettingen ontstaan
- Scheuren, barsten, breuken…
- Integraal
Van hele gebouw -> gebouw op foute ondergrond te funderen
- Differentieel
Door verschil in last binnen het gebouw -> zwaarder belaste deel grotere zetting
dan het minder belaste deel van hetzelfde gebouw
Draagvermogen
= Verticale tegendruk van bouwgrond tegen fundering
▪ Lasten van grond = tegendruk die de ondergrond kan bieden
2
, Verschillende factoren die draagvermogen van grond bepalen
▪ Eigenschappen van grond
▪ Diepte, soort en dikte van verschillende grondlagen
▪ Veenlagen beïnvloeden draagvermogen grond nadelig -> grote samendrukbaarheid
▪ Vorm, afmetingen en stijfheid van de fundering
▪ Watergehalte en stand van het grondwater
Verschillende manieren om draagvermogen
van ondergrond te bepalen/berekenen:
▪ Bepalen
- Graven van putten.
- Gebruik van sondeerstaaf
- Uitvoeren van
oppervlaktesonderingen
- Uitvoeren van grondboringen
- Uitvoeren van diepsonderingen
- Uitvoeren van proefbelastingen
- Laboratoriumonderzoek
▪ Berekenen
- Kleine constructies
- Toelaatbare gronddruk in daN/cm²
Gronddruk aangenomen voor het bepalen van afmetingen van funderingsaanzet
Afgeleid uit grensdraagvermogen van grond
Geen proeven = waarden in tabel aannemen
Diepsondering/sonderingsproef
= geeft een goed beeld van de samenstelling van de bodem tot een grote diepte
▪ Proef
- Met constante snelheid, een sondeerpunt + aantal staven in de grond te duwen
- Meerdere sonderingspunten
Breder beeld van ondergrond (dia 21)
▪ Kracht die nodig is om sondeerpunt in grond te duwen -> continu gemeten
- Weergegeven in een conusweerstand (volle lijn linkerkant dia 20)
▪ Kracht die nodig is om staven in grond te duwen -> continu gemeten
- Weergegeven in de wrijvingsweerstand (stippellijn linkerkant dia 20)
3