Samenvatting Engels in het basisonderwijs
Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het basisonderwijs
Europees doel voor leren van meerdere talen:
- Culturele diversiteit
- Tolerantie
- Europees burgerschap
ER: Europese Raad
M: moedertaal
M+2: twee vreemde talen
VVTO: vroeg vreemdetalenonderwijs. Spelenderwijs leren is het belangrijkste doel van vvto.
Lingua franca: een taal die door grote groepen mensen met verschillende moedertalen als
gemeenschappelijke taal kan worden gebruikt.
Wereldtaal: als een taal in grote delen van de wereld als eerste taal wordt gesproken.
26 september: jaarlijkse Europese dag van de talen, met als doel:
- Grote aantal talen in Europa onder de aandacht te brengen.
- Culturele en taalkundige diversiteit stimuleren.
- Mensen aan te moedigen om talen te leren: mensen die meer talen spreken, vinden
gemakkelijker werk, wat goed is voor bedrijven en de economie.
The Common European Framework of Reference for Languages (CEFR): een raamwerk om
taalniveaus in Europese landen met elkaar te vergelijken. --> Nederlandse vertaling: Europees
Referentiekader voor de Talen (ERK).
- In 2007 is het Nederlandse talenonderwijs geïmplementeerd.
Zes niveaus voor vaardigheden luisteren, lezen, spreken (interactie of productie) en schrijven
(ERK):
- Basisgebruiker
o A1: deelnemen aan eenvoudig gesprek
o A2: kunnen communiceren over eenvoudige en alledaagse taken over vertrouwde
onderwerpen en activiteiten.
- Onafhankelijke gebruiker
o B1: onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn
of persoonlijke belangstelling hebben: familie, werk, reizen, actuele gebeurtenissen
o B2: zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale
uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is.
- Vaardige gebruiker
o C1: jezelf vloeiend/spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te
hoeven zoeken.
o C2: zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook.
Engels als verplicht vak:
, - In 1983 op de pabo.
- In 1986 in de bovenbouw van primair onderwijs (po).
- Vanaf 2005: basisscholen mogen naast VVTO Engels ook VVTO Frans, Duits of Spaans geven.
- Herziening kerndoelen in 2006 --> scholen mogen eerder met Engels beginnen; groep 5/6.
- Explosieve groei vroeg vreemdetalenonderwijs op scholen.
- Opkomst Engels/kleuters sterk in opkomst.
- Toenemende belangstelling voor internationalisering en language and cultural awareness:
taalbewustzijn en bewustwording van andere culturen.
- Sterke toename in het gebruik van Engels in onderwijsprogramma's in het hoger onderwijs.
Engels en Nederlandse taal hebben dezelfde oorsprong; good en goed of day en dag.
Dunglish: steenkolenengels (Engels vermengd met Nederlands; i'm sitting on the pebo = i am a
student at a primary collega.
Eibo: Engels in het basisonderwijs. Doel: leerlingen kennis laten maken met communicatief Engels en
ze een positieve houding laten ontwikkelen voor het leren van een vreemde taal. Een half uur per
week Engels. Vier voorwaarden voor Eibo:
1. Engels krijgt een geïntegreerde plaats in het basisonderwijs. - nog niet aan voldaan
2. Er komt een longitudinale leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. - nog niet
aan voldaan.
3. De leraren in het basisonderwijs worden opgeleid om Engels te geven.
4. Er wordt lesmateriaal voor Eibo ontwikkeld.
Kerndoelen: wettelijke richtlijnen/streefdoelen voor eind groep 8.
Buitenschoolse exposure: blootstelling aan Engels buiten school.
Additional language: een andere taal dan de moedertaal die voor communicatie kan worden
gebruikt.
TPO: tweetalig primair onderwijs.
TTO: tweetalig onderwijs
Landelijke standaard VVTO Engels: biedt vier gedifferentieerde eindniveaus voor leerlingen die
uitstromen naar de leerwegen vmbo, havo of vwo + indicator goed vvto.
CLIL: Content and Language Integrated Learning --> het geven van vaklessen in het Engels.
Primary CLIL: kleuter-CLIL.
- Vakinhoud en actieve ondersteuning van het taalverwervingsproces (Engels) van de
leerlingen, maar ook het leerproces is belangrijk.
Voordelen CLIL:
- Win-winsituatie; leerlingen tegelijkertijd een taal en vakinhoud; kost minder tijd dan in
aparte vaklessen.
- Veel taalaanbod beschikbaar voor de leerkracht.
- Het biedt mogelijkheid tot vakintegratie.
- Ouders zijn enthousiast.
NEST: native English speaking teacher – Engelstalige leraar po.
, Communicatieve aanpak: leerlingen leren Engels meteen te gebruiken en met elkaar en anderen te
communiceren in alledaagse situaties.
Zes belangrijke kenmerken van communicatieve aanpak voor EIBO:
1. Kwalitatief goed taalaanbod.
2. Gebruikmaking van voorkennis
3. Situationeel aanbod van Engels: woorden en zinnen worden aangeboden in een context.
4. Realistisch taalgebruik
5. Aandacht voor alle vaardigheden: luisteren, kijken, spreken, lezen, schrijven, inzetten van
strategieën. Twee manieren van schrijven: als ondersteuning of als communicatiemiddel.
6. Brede ondersteuning door de leraar in een veilige omgeving
Stille periode: een periode waarin ze zelf nog niet hoeven te spreken.
TPR: Total Physical Response: instructies laten uitvoeren (fysiek).
Belangrijkste argumenten voor keuze voor VVTO:
- Jonge kinderen leren het Engels spelenderwijs.
- Het leren van een tweede taal op jonge leeftijd leidt tot een betere uitspraak in die taal.
- De algemene vaardigheid om talen te leren wordt groter met een vroege start. Dit heeft ook
een positieve uitwerking op de ontwikkeling van het Nederlands en andere talen en
vaardigheden.
Landelijke standaard VVTO Engels: biedt scholen een richtlijn om structureel goed VVTO Engels te
geven. Indicatoren en checkpoints:
- Engels wordt gebruikt als voertaal door zowel de leerkracht als de leerlingen.
- Er is een uitnodigend en veilig werkklimaat voor Engelstalige activiteiten op school.
- De leerkracht weet Engelstalige bronnen buiten de school goed te gebruiken.
- De school heeft structurele aandacht voor internationaliseringsactiviteiten.
Vijf ambitieniveaus:
1. Alle leerlingen zijn wettelijk verplicht een niveau te halen aan het eind van de basisschool -->
de kerndoelen. Structureel EIBO, minimaal één uur per week Engels, minimaal A1 als
streefniveau.
2. Versterkt Engels vanaf groep 5/6. Hoger ambitie- en eindniveau dan EIBO; wordt gekoppeld
aan internationalisering.
3. Structureel VVTO is het tweede mogelijke niveau. Uitstroomniveaus gedifferentieerd en
aanzienlijk hoger dan niveau van kerndoelen.
4. Tijdelijk tussenniveau om te groeien van EIBO naar structureel VVTO.
5. Hetgeen dat de pilot tweetalig primair onderwijs (TPO) oplevert.
Taalverlies: verlies van taalbeheersing wanneer de leerling de taal enige tijd niet (meer) gebruikt.
Integrale leerlijn: een leerlijn waarin de leerlingen opdrachten uitvoeren over diverse onderwerpen,
in complexiteit oplopend, die leiden tot een actieve beheersing van de taal.
Kwaliteit van VVTO borgen op een school:
- Werken met de Landelijke Standaard VVTO Engels
- Een coördinator VVTO aanstellen
Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het basisonderwijs
Europees doel voor leren van meerdere talen:
- Culturele diversiteit
- Tolerantie
- Europees burgerschap
ER: Europese Raad
M: moedertaal
M+2: twee vreemde talen
VVTO: vroeg vreemdetalenonderwijs. Spelenderwijs leren is het belangrijkste doel van vvto.
Lingua franca: een taal die door grote groepen mensen met verschillende moedertalen als
gemeenschappelijke taal kan worden gebruikt.
Wereldtaal: als een taal in grote delen van de wereld als eerste taal wordt gesproken.
26 september: jaarlijkse Europese dag van de talen, met als doel:
- Grote aantal talen in Europa onder de aandacht te brengen.
- Culturele en taalkundige diversiteit stimuleren.
- Mensen aan te moedigen om talen te leren: mensen die meer talen spreken, vinden
gemakkelijker werk, wat goed is voor bedrijven en de economie.
The Common European Framework of Reference for Languages (CEFR): een raamwerk om
taalniveaus in Europese landen met elkaar te vergelijken. --> Nederlandse vertaling: Europees
Referentiekader voor de Talen (ERK).
- In 2007 is het Nederlandse talenonderwijs geïmplementeerd.
Zes niveaus voor vaardigheden luisteren, lezen, spreken (interactie of productie) en schrijven
(ERK):
- Basisgebruiker
o A1: deelnemen aan eenvoudig gesprek
o A2: kunnen communiceren over eenvoudige en alledaagse taken over vertrouwde
onderwerpen en activiteiten.
- Onafhankelijke gebruiker
o B1: onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn
of persoonlijke belangstelling hebben: familie, werk, reizen, actuele gebeurtenissen
o B2: zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale
uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is.
- Vaardige gebruiker
o C1: jezelf vloeiend/spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te
hoeven zoeken.
o C2: zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook.
Engels als verplicht vak:
, - In 1983 op de pabo.
- In 1986 in de bovenbouw van primair onderwijs (po).
- Vanaf 2005: basisscholen mogen naast VVTO Engels ook VVTO Frans, Duits of Spaans geven.
- Herziening kerndoelen in 2006 --> scholen mogen eerder met Engels beginnen; groep 5/6.
- Explosieve groei vroeg vreemdetalenonderwijs op scholen.
- Opkomst Engels/kleuters sterk in opkomst.
- Toenemende belangstelling voor internationalisering en language and cultural awareness:
taalbewustzijn en bewustwording van andere culturen.
- Sterke toename in het gebruik van Engels in onderwijsprogramma's in het hoger onderwijs.
Engels en Nederlandse taal hebben dezelfde oorsprong; good en goed of day en dag.
Dunglish: steenkolenengels (Engels vermengd met Nederlands; i'm sitting on the pebo = i am a
student at a primary collega.
Eibo: Engels in het basisonderwijs. Doel: leerlingen kennis laten maken met communicatief Engels en
ze een positieve houding laten ontwikkelen voor het leren van een vreemde taal. Een half uur per
week Engels. Vier voorwaarden voor Eibo:
1. Engels krijgt een geïntegreerde plaats in het basisonderwijs. - nog niet aan voldaan
2. Er komt een longitudinale leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. - nog niet
aan voldaan.
3. De leraren in het basisonderwijs worden opgeleid om Engels te geven.
4. Er wordt lesmateriaal voor Eibo ontwikkeld.
Kerndoelen: wettelijke richtlijnen/streefdoelen voor eind groep 8.
Buitenschoolse exposure: blootstelling aan Engels buiten school.
Additional language: een andere taal dan de moedertaal die voor communicatie kan worden
gebruikt.
TPO: tweetalig primair onderwijs.
TTO: tweetalig onderwijs
Landelijke standaard VVTO Engels: biedt vier gedifferentieerde eindniveaus voor leerlingen die
uitstromen naar de leerwegen vmbo, havo of vwo + indicator goed vvto.
CLIL: Content and Language Integrated Learning --> het geven van vaklessen in het Engels.
Primary CLIL: kleuter-CLIL.
- Vakinhoud en actieve ondersteuning van het taalverwervingsproces (Engels) van de
leerlingen, maar ook het leerproces is belangrijk.
Voordelen CLIL:
- Win-winsituatie; leerlingen tegelijkertijd een taal en vakinhoud; kost minder tijd dan in
aparte vaklessen.
- Veel taalaanbod beschikbaar voor de leerkracht.
- Het biedt mogelijkheid tot vakintegratie.
- Ouders zijn enthousiast.
NEST: native English speaking teacher – Engelstalige leraar po.
, Communicatieve aanpak: leerlingen leren Engels meteen te gebruiken en met elkaar en anderen te
communiceren in alledaagse situaties.
Zes belangrijke kenmerken van communicatieve aanpak voor EIBO:
1. Kwalitatief goed taalaanbod.
2. Gebruikmaking van voorkennis
3. Situationeel aanbod van Engels: woorden en zinnen worden aangeboden in een context.
4. Realistisch taalgebruik
5. Aandacht voor alle vaardigheden: luisteren, kijken, spreken, lezen, schrijven, inzetten van
strategieën. Twee manieren van schrijven: als ondersteuning of als communicatiemiddel.
6. Brede ondersteuning door de leraar in een veilige omgeving
Stille periode: een periode waarin ze zelf nog niet hoeven te spreken.
TPR: Total Physical Response: instructies laten uitvoeren (fysiek).
Belangrijkste argumenten voor keuze voor VVTO:
- Jonge kinderen leren het Engels spelenderwijs.
- Het leren van een tweede taal op jonge leeftijd leidt tot een betere uitspraak in die taal.
- De algemene vaardigheid om talen te leren wordt groter met een vroege start. Dit heeft ook
een positieve uitwerking op de ontwikkeling van het Nederlands en andere talen en
vaardigheden.
Landelijke standaard VVTO Engels: biedt scholen een richtlijn om structureel goed VVTO Engels te
geven. Indicatoren en checkpoints:
- Engels wordt gebruikt als voertaal door zowel de leerkracht als de leerlingen.
- Er is een uitnodigend en veilig werkklimaat voor Engelstalige activiteiten op school.
- De leerkracht weet Engelstalige bronnen buiten de school goed te gebruiken.
- De school heeft structurele aandacht voor internationaliseringsactiviteiten.
Vijf ambitieniveaus:
1. Alle leerlingen zijn wettelijk verplicht een niveau te halen aan het eind van de basisschool -->
de kerndoelen. Structureel EIBO, minimaal één uur per week Engels, minimaal A1 als
streefniveau.
2. Versterkt Engels vanaf groep 5/6. Hoger ambitie- en eindniveau dan EIBO; wordt gekoppeld
aan internationalisering.
3. Structureel VVTO is het tweede mogelijke niveau. Uitstroomniveaus gedifferentieerd en
aanzienlijk hoger dan niveau van kerndoelen.
4. Tijdelijk tussenniveau om te groeien van EIBO naar structureel VVTO.
5. Hetgeen dat de pilot tweetalig primair onderwijs (TPO) oplevert.
Taalverlies: verlies van taalbeheersing wanneer de leerling de taal enige tijd niet (meer) gebruikt.
Integrale leerlijn: een leerlijn waarin de leerlingen opdrachten uitvoeren over diverse onderwerpen,
in complexiteit oplopend, die leiden tot een actieve beheersing van de taal.
Kwaliteit van VVTO borgen op een school:
- Werken met de Landelijke Standaard VVTO Engels
- Een coördinator VVTO aanstellen
