1. geslacht
o seizoenen
o maanden
o dagen
o windrichtingen
o gebergtes
mannelijk o namen van alcoholische dranken
o (veld)vruchten
o muntsoorten
o automerken
o apparaten en gereedschap
o steensoorten
a. werkwoordstammen
b. - IG, - ING, - ICH
c. persoons- / beroepscategorieën op - E
i. - EKT, - ET, - IT
ii. - MUS, - US
iii. - AND, - ANT, - AT
iv. - AR, - OR
o cijfers
o boom- en plantsoorten
o germaanse rivieren
o muziekinstrumenten
vrouwelijk
o motorfietsen
o vliegtuigen
o ruimteveren
o schepen
a. - E, - EI, - EIT, - HEIT, - KEIT
b. - UNG
c. - SCHAFT, - SCHRIFT, - SICHT, - CHT
d. - FT, - ST
i. - A, - ADE, - AGE, - ANZ, - ENZ
i. - SIS, - IZ, - IK, - ION, - INE, - E
ii. - THEK, - TÄT, - UR
1
, o letters
o namen van continenten, regio’s, staten en steden
onzijdig
o metalen en elementen
o namen van hotels en horecagelegenheden
a. verzamelbegrippen ge- en -e
b. verkleinwoorden - CHEN, - LEIN
c. - UM, - SAL, - SEL
d. gesubstantiveerde infinitieven
i. - IL, - AL, - EL, - UL, - UM
ii. - EN, - IN, - ING, - ZID
iii. - METER, - MENT, - JEKT
iv. - FON, - O, - SKOP
2. meervoud
A, O, U
standaardregel - EL, - ER, - EN -E
-> korte klinker
M ¨ - E of - E ∅ of ¨ ¨-E -N
V - EN -N ¨-E -N
-N
O -E ∅ ¨ - ER
of GE - ∅
2
, 3. naamval
M V O MV
nominatief der die das die
accusatief den die das die
datief dem der dem den
genitief des der des der
M V O MV
nominatief ∅ -e ∅ -e
accusatief - en -e ∅ -e
datief - em - er - em - en
genitief - es - er - es - er
I. nominatief
1. onderwerp
2. gezegde
ú scheinen
ú bleiben
ú werden
3. alleenstaande woorden
3
o seizoenen
o maanden
o dagen
o windrichtingen
o gebergtes
mannelijk o namen van alcoholische dranken
o (veld)vruchten
o muntsoorten
o automerken
o apparaten en gereedschap
o steensoorten
a. werkwoordstammen
b. - IG, - ING, - ICH
c. persoons- / beroepscategorieën op - E
i. - EKT, - ET, - IT
ii. - MUS, - US
iii. - AND, - ANT, - AT
iv. - AR, - OR
o cijfers
o boom- en plantsoorten
o germaanse rivieren
o muziekinstrumenten
vrouwelijk
o motorfietsen
o vliegtuigen
o ruimteveren
o schepen
a. - E, - EI, - EIT, - HEIT, - KEIT
b. - UNG
c. - SCHAFT, - SCHRIFT, - SICHT, - CHT
d. - FT, - ST
i. - A, - ADE, - AGE, - ANZ, - ENZ
i. - SIS, - IZ, - IK, - ION, - INE, - E
ii. - THEK, - TÄT, - UR
1
, o letters
o namen van continenten, regio’s, staten en steden
onzijdig
o metalen en elementen
o namen van hotels en horecagelegenheden
a. verzamelbegrippen ge- en -e
b. verkleinwoorden - CHEN, - LEIN
c. - UM, - SAL, - SEL
d. gesubstantiveerde infinitieven
i. - IL, - AL, - EL, - UL, - UM
ii. - EN, - IN, - ING, - ZID
iii. - METER, - MENT, - JEKT
iv. - FON, - O, - SKOP
2. meervoud
A, O, U
standaardregel - EL, - ER, - EN -E
-> korte klinker
M ¨ - E of - E ∅ of ¨ ¨-E -N
V - EN -N ¨-E -N
-N
O -E ∅ ¨ - ER
of GE - ∅
2
, 3. naamval
M V O MV
nominatief der die das die
accusatief den die das die
datief dem der dem den
genitief des der des der
M V O MV
nominatief ∅ -e ∅ -e
accusatief - en -e ∅ -e
datief - em - er - em - en
genitief - es - er - es - er
I. nominatief
1. onderwerp
2. gezegde
ú scheinen
ú bleiben
ú werden
3. alleenstaande woorden
3