Literatuurgeschiedenis
Nederlands
Middeleeuwen, renaissance en verlichting
Vwo 4/5/6
, Middeleeuwen
Als er gesproken wordt over middeleeuwse Nederlandse literatuur, wordt er gekeken naar de periode
1100-1500 van de middeleeuwen. Nederland was in 1100 nog een lappendeken van verschillende
dialecten, “Diets” is de verzamelnaam voor al deze dialecten. (Diets betekent “van het volk”) Oudste
nederlandse werken zijn uit 1200.
Kenmerken van de middeleeuwse literatuur:
1. Internationale oriëntatie (er waren geen duidelijke grenzen tussen landen en gebieden)
2. Spiegel functie: afbeelden van de werkelijkheid, dit ging vaak gepaard met de theocentrische
levenshouding van die tijd (alles draait om god)
3. Orale cultuur: verhalen werden vaak als dialogen of rijm geschreven, dit was omdat ze vaak
geschreven werden om te vertellen (toneel) (proza)
4. Imitatio en Aemulatio (vooral in de latere middeleeuwen/renaissance)
5. Gelaagdheid: veel verhalen hadden een diepere betekenis
6. Genres: Epiek (proza en verhalen), Lyriek en dramatiek (toneelspel)
7. Schrijvers zijn vaak anoniem en onbelangrijk, ze zijn vaak tot op heden nog onbekend
, Middeleeuwen
De basis van de Nederlandse cultuur is door de volgende drie culturen gelegd:
1. De autochtone cultuur
Germaanse, Romeinse, Franse en Keltische cultuur hebben invloed gehad.
2. De antieke cultuur
De Griekse en Romeinse cultuur van voor de middeleeuwen. Deze hadden vooral in de renaissance
veel invloed doordat filosofen als Desiderius Erasmus weer belangstelling kregen naar de oude
Grieks-Romeinse cultuur.
3. De christelijke cultuur
Deze was in de middeleeuwen het grootst en belangrijkst, maar nam tijdens de renaissance af toen
het mensbeeld veranderde en de mens, in plaats van god, centraal kwam te staan.
Nederlands
Middeleeuwen, renaissance en verlichting
Vwo 4/5/6
, Middeleeuwen
Als er gesproken wordt over middeleeuwse Nederlandse literatuur, wordt er gekeken naar de periode
1100-1500 van de middeleeuwen. Nederland was in 1100 nog een lappendeken van verschillende
dialecten, “Diets” is de verzamelnaam voor al deze dialecten. (Diets betekent “van het volk”) Oudste
nederlandse werken zijn uit 1200.
Kenmerken van de middeleeuwse literatuur:
1. Internationale oriëntatie (er waren geen duidelijke grenzen tussen landen en gebieden)
2. Spiegel functie: afbeelden van de werkelijkheid, dit ging vaak gepaard met de theocentrische
levenshouding van die tijd (alles draait om god)
3. Orale cultuur: verhalen werden vaak als dialogen of rijm geschreven, dit was omdat ze vaak
geschreven werden om te vertellen (toneel) (proza)
4. Imitatio en Aemulatio (vooral in de latere middeleeuwen/renaissance)
5. Gelaagdheid: veel verhalen hadden een diepere betekenis
6. Genres: Epiek (proza en verhalen), Lyriek en dramatiek (toneelspel)
7. Schrijvers zijn vaak anoniem en onbelangrijk, ze zijn vaak tot op heden nog onbekend
, Middeleeuwen
De basis van de Nederlandse cultuur is door de volgende drie culturen gelegd:
1. De autochtone cultuur
Germaanse, Romeinse, Franse en Keltische cultuur hebben invloed gehad.
2. De antieke cultuur
De Griekse en Romeinse cultuur van voor de middeleeuwen. Deze hadden vooral in de renaissance
veel invloed doordat filosofen als Desiderius Erasmus weer belangstelling kregen naar de oude
Grieks-Romeinse cultuur.
3. De christelijke cultuur
Deze was in de middeleeuwen het grootst en belangrijkst, maar nam tijdens de renaissance af toen
het mensbeeld veranderde en de mens, in plaats van god, centraal kwam te staan.