Biologie samenvatting 12.3
Volgens wetenschappers is de aarde al zo’n 4,5 miljard jaar oud. Er was toen nog
geen leven op aarde en er zat geen zuurstof in de lucht. De lucht bestond uit een
mengsel van gassen die uit vulkanen kwam. De eerste organismen waren
cyanobacteriën. Na cyanobacteriën kwamen er ook algen en dieren in het water. Er
was nog geen leven op land.
Twee jaar geleden steeg de hoeveelheid zuurstof in de lucht. Zuurstof vormde onder
invloed van uv-straling een ozonlaag. Doordat er minder uv-straling op aarde kwam,
was leven op land ook mogelijk. Soorten die uit elkaar zijn ontstaan laat je zien in
een verwantschapsschema. Soorten die niet lang geleden een
gemeenschappelijke
voorouder hadden, staan dicht
bij elkaar in het schema. Ze
zijn nauw aan elkaar verwant.
Links zie je de slijmprik, een
soort vis. Hij heeft geen
wervelkolom en hoort daarom
nog bij de ongewervelde
dieren. Daarna kreeg
voorouder B een inwendig
skelet met een wervelkolom en een schedel met kaken. Dat zijn de gewervelde
dieren. De bouw van veel dieren komt overeen. Zo hebben de armen van
zoogdieren verschillende functies, maar wel hetzelfde bouwplan. Je noemt dat
homologe organen. Charles Darwin heeft een evolutie theorie opgesteld. Hierbij
stelt hij vast dat:
● Er veel variatie binnen soorten voorkomt
● Verschillende soorten veel nakomelingen hebben.
● Niet alle nakomelingen zich voortplanten.
Tussen mensen bestaat dus ook variatie in eigenschappen. Gaat om een erfelijke
eigenschap, dan spreek je van erfelijke variatie. Het komt, omdat er voortdurend
veranderingen in het DNA plaatsvinden. Deze veranderingen noem je mutaties.
Hoe zijn verschillende soorten vinken ontstaan:
1. Een groep vinken kwam door een storm vanaf het vasteland op de
Galapagoseilanden.
2. Tussen de soorten ontstond variatie in de snavel. Dit noem je erfelijke
variatie
3. De eilanden verschillen van elkaar. Op elk eiland overleefde door natuurlijke
selectie vogels met andere snavels.
Volgens wetenschappers is de aarde al zo’n 4,5 miljard jaar oud. Er was toen nog
geen leven op aarde en er zat geen zuurstof in de lucht. De lucht bestond uit een
mengsel van gassen die uit vulkanen kwam. De eerste organismen waren
cyanobacteriën. Na cyanobacteriën kwamen er ook algen en dieren in het water. Er
was nog geen leven op land.
Twee jaar geleden steeg de hoeveelheid zuurstof in de lucht. Zuurstof vormde onder
invloed van uv-straling een ozonlaag. Doordat er minder uv-straling op aarde kwam,
was leven op land ook mogelijk. Soorten die uit elkaar zijn ontstaan laat je zien in
een verwantschapsschema. Soorten die niet lang geleden een
gemeenschappelijke
voorouder hadden, staan dicht
bij elkaar in het schema. Ze
zijn nauw aan elkaar verwant.
Links zie je de slijmprik, een
soort vis. Hij heeft geen
wervelkolom en hoort daarom
nog bij de ongewervelde
dieren. Daarna kreeg
voorouder B een inwendig
skelet met een wervelkolom en een schedel met kaken. Dat zijn de gewervelde
dieren. De bouw van veel dieren komt overeen. Zo hebben de armen van
zoogdieren verschillende functies, maar wel hetzelfde bouwplan. Je noemt dat
homologe organen. Charles Darwin heeft een evolutie theorie opgesteld. Hierbij
stelt hij vast dat:
● Er veel variatie binnen soorten voorkomt
● Verschillende soorten veel nakomelingen hebben.
● Niet alle nakomelingen zich voortplanten.
Tussen mensen bestaat dus ook variatie in eigenschappen. Gaat om een erfelijke
eigenschap, dan spreek je van erfelijke variatie. Het komt, omdat er voortdurend
veranderingen in het DNA plaatsvinden. Deze veranderingen noem je mutaties.
Hoe zijn verschillende soorten vinken ontstaan:
1. Een groep vinken kwam door een storm vanaf het vasteland op de
Galapagoseilanden.
2. Tussen de soorten ontstond variatie in de snavel. Dit noem je erfelijke
variatie
3. De eilanden verschillen van elkaar. Op elk eiland overleefde door natuurlijke
selectie vogels met andere snavels.