Bronnen: Openbare financiën H1 & Gruber H1 en H2
Wat zijn de voor- en nadelen van overheidsbemoeienis?
Voordelen
Beleidsmakers hebben 3 doelstellingen voor ogen:
1. Het streven naar een evenwichtige macro-economische ontwikkeling (stabilisatie)
stabilisatie heeft ook 4 doelstellingen:
- volledige werkgelegenheid
- een stabiel prijspeil
- een evenwichtige betalingsbalans
- een evenwichtige groei van de nationale productie
2. Het tot stand brengen van een redelijke inkomensverdeling (herverdeling)
3. Het beïnvloeden van de samenstelling van de productie (allocatie)
Algemeen gesproken grijpt de overheid op grond van 6 argumenten in het allocatieproces in:
- Onevenredig hoge kosten
Bij onevenredig hoge kosten kan de overheid besluiten de directe band tussen profijt en
bijdrage te doorbreken. Vb: tolheffing
- Paternalisme
Beleidsmakers zijn soms van oordeel dat de burgers hun belang bij bepaalde voorzieningen
systematisch onderschatten. Vb: cultuur
- Externe effecten
Van externe effecten is sprake als de marktprijs van een goed niet alle offers of baten tot
uitdrukking brengt. Het zijn kosten die derden dragen. Kunnen negatief of positief zijn.
Vb: verkeersopstoppingen
- Schaaleffecten en monopolies
De productie en distributie van sommige individuele goederen kunnen alleen economisch
zinvol plaatsvinden in zeer grote eenheden. Vb: elektriciteit en spoorwegvervoer
- Onverzekerbare risico’s
Onvoldoende mogelijkheden om bepaalde risico’s bij particuliere verzekeraars onder te
brengen vormen soms een motief om in te grijpen.
- Inkomenspolitieke motieven
Door de voorziening via haar budget te regelen, kan de overheid de relatie tussen gebruik en
financiering doorbreken en rekening houden met de draagkracht van gebruikers. Er
bestaat enige twijfel of de inkomenspolitieke motieven tot het herverdelingsproces behoort
of het allocatieproces.
vb: verplichte verzekering tegen ziektekosten
Nadelen
1. Door gebrek aan informatie beschikken overheidsinstanties meestal slechts over beperkt
inzicht in de gevolgen van de keuze van een bepaald instrument (regelgeving, heffingen,
subsidies, voorlichting)
2. Het is vaak onduidelijk hoe economische subjecten op het gebruik van een bepaald
instrument zullen reageren
3. De overheid streeft zoveel en zulke diverse doeleinden na, dat daartussen onvermijdelijke
spanning ontstaat.
4. Voorkeuren voor overheidsvoorzieningen hoeven niet kenbaar te worden gemaakt.